e-WLD trefwoorden 

 
 
Filteren...

Overzicht

Gevonden: 140309
TrefwoordBegrip: dialectopgave (plaats)Toelichting
robbeltje heggenmus:   robbeltje (Overpelt) III-4-1
robbendoep aar van de lisdodde: -  roebedoep (Montfort), lisdodde: -  roebedoepe (Montfort), zwanebloem: eigen spelling  robbedoep (Montfort) III-4-3
robbendoet gele plomp: WLD  (roebedoet) (Montfort) III-4-3
robber paard dat met rukken trekt:   rōbǝr (Bocholt) I-9
robberen stelen, scheefslaan: Van Dale (DN): räubern, jatten, roven.  gərobbərd (Sint-Huibrechts-Lille) III-3-1
robbertje heggenmus:   robberke (Neerpelt, ... ), roͅbərkə (Overpelt) III-4-1
robbesbeer jeneverbes:   robbesbeeren (Hamont) III-4-3
robe (fr.) nachthemd:   raobe (Sint-Truiden), roəbə (Donk (bij Herk-de-Stad), ... ), roͅubə (Sint-Truiden), nachtjapon:   raobe (Sint-Truiden), ro.ubə (Gingelom), ro.əp (Wellen), robə (Zelem), roube (Sint-Truiden), roubə (Velm), roͅubə (Borlo, ... ), roͅuəbə (Brustem), Robe.  rôp (Leopoldsburg) III-1-3
robespierre guit, schalk:   roebespier (Vreren) III-1-4
robiet suikerbiet:   robit (Walsbets), rǝbīt (Gingelom) I-5