e-WLD trefwoorden 

 
 
Filteren...

Overzicht

Gevonden: 140309
TrefwoordBegrip: dialectopgave (plaats)Toelichting
sap koken het sap verhitten:   sāp kǫakǝ (Tenessen) II-2
sap laten bijlopen zeven:   [sap] loǝtǝ bęjloǝpǝ (Wellen) II-2
sap van de benen merg:   sap van də bīənə (Leopoldsburg) III-1-1
sapkatjesnat dropwater:   sapketjes-nat (Oirlo) III-2-3
sapketje drop:   sápketje (Merselo, ... ) III-2-3
sapkuip emmer:   sāpkūp (Schinnen), vergaarbak:   sāpkȳp (Laak) II-2
sapnat dropwater:   sapnat (Venray), sápnat (Venray) III-2-3
sappen beitsen:   sapǝ (Tessenderlo) II-9
sappetig sappig: wordt gezegd van een sappige vrucht  saapeteg (Valkenburg) III-2-3
sappig groeizaam weer:   sappig (Kerkrade, ... ), sappig:   saapig (Berg-en-Terblijt), sappig (Keent, ... ), en seppige paer  seppig (Lottum), kwebs = niet gaar  sapig (Amby), sapige vruchte  sapig (Weert), zegt men van een vrucht  sappig (Stevensweert) III-2-3, III-4-4