17652 |
bil |
bats:
bats (Q102p Amby, ...
Q102p Amby),
bàts (Q102p Amby, ...
Q102p Amby)
|
Bil. Ook platte woorden! [DC 01 (1931)]
III-1-1
|
21878 |
billijk |
redelijk:
reidelek (Q102p Amby),
schappelijk:
schappelek (Q102p Amby)
|
redelijk, gezegd van de prijs voor een artikel [schappelijk, billijk, civiel] [N 89 (1982)]
III-3-1
|
21820 |
binnensmonds praten |
mompelen:
mômpele (Q102p Amby)
|
binnensmonds praten [prevelen, pruttelen, murmelen, rullen] [N 87 (1981)]
III-3-1
|
18225 |
binnenstebuiten |
achterstevoor:
aextəšə vø͂r (Q102p Amby)
|
krang (t binnenste buiten, averechts) [ZND 01 (1922)]
III-1-3
|
19352 |
bits |
bars:
barsch (Q102p Amby, ...
Q102p Amby)
|
vinnig, onvriendelijk in manier van spreken [bits, scherp, bars, mondig] [N 87 (1981)]
III-1-4, III-3-1
|
18113 |
blaar |
blaar:
blaor (Q102p Amby)
|
Blaar: blaasachtige opzetting van de huid (blaar, blein). [N 84 (1981)]
III-1-2
|
18096 |
blaasontsteking |
blaasontsteking:
blaosontschteking (Q102p Amby)
|
Blaasontsteking: ontsteking van de urineblaas (koupis, droppelpis). [N 84 (1981)]
III-1-2
|
24469 |
blad (alg.) |
blad:
blaat (Q102p Amby)
|
blad [SGV (1914)]
III-4-3
|
32972 |
blad, bladeren van een plant |
blad:
blāt (Q102p Amby),
blader:
blāi̯ǝr (Q102p Amby)
|
Blad, als deel van een plant. De meervouden en verkleinwoorden zijn apart behandeld. [JG 1a, 1b; A 3, 1; L 1, a-m; L 4, 1; L 14, 16; L 32, 21; S 3; R 7, 25; R 12, 26; monogr.]
I-4
|
24514 |
bladrozet van de paardebloem |
doedistel:
Ook zeikblom
doedistel (Q102p Amby)
|
paardebloem, bladrozet van [DC 13 (1945)]
III-4-3
|