32970 |
wortel |
wortel:
wyrtǝl (Q020p Sittard)
|
Het deel van de plant dat onder de grond blijft. Het is in de materiaalverzamelingen overal duidelijk gemaakt dat het niet om groente gaat. Vergelijk daartoe de lemma''s ''winterwortel'' en ''tuinworteltje'' in de aflevering over de moestuin. [JG 1a, 1b; L 8, 100a; L 15, 28; S 45; monogr.]
I-4
|
24500 |
wortel (alg.) |
boksboom:
aanhangsel N92 voor Sittard
boksbaum (Q020p Sittard),
idiosyncr. wortel v./een boom
bòksbaum (Q020p Sittard, ...
Q020p Sittard),
storkel:
sjtorkel (Q020p Sittard),
wortel:
wortəl (Q020p Sittard),
wŭrtel (Q020p Sittard),
ideosyncr.
wortel (Q020p Sittard),
wörtelle (Q020p Sittard)
|
boomwortel [N 92 (1982)] || Het gedeelte van een plant, boom, dat in de grond zit en dat het voedselhoudende water opneemt (wortel, doel). [N 82 (1981)] || wortel [SGV (1914)] || wortel v./een boom [N 92 (1982)]
III-4-3
|
24736 |
wortelhals |
blaume:
ideosyncr.
blaume (Q020p Sittard),
kraag:
ideosyncr.
kraag (Q020p Sittard)
|
De overgang tussen wortel en stengel bij een plant (hoofd, hals, kraag, wortelkraag, wortelhals, nek). [N 82 (1981)]
III-4-3
|
33563 |
worteltje |
moortjes:
meurkes (Q020p Sittard),
moren:
moore (Q020p Sittard)
|
De kleine soort penen die men in de moestuin kweekt [N Q (1966)]
I-7
|
25752 |
wortketel |
brouwketel:
brukę̄tǝl (Q020p Sittard)
|
De ketel waarin men het aftreksel van mout en water kookt met hop. Volgens de correspondent uit Q 99 was de ketel vervaardigd uit rood koper. Zie ook de semantische toelichting bij het lemma ''koken''. [N 35, 30; monogr.]
II-2
|
20917 |
wrang |
wrang:
wrang (Q020p Sittard)
|
Wrang is een besmettelijke uierontsteking van droogstaande weidedieren. De ziekte treedt op in de zomermaanden, meestal bij meer dieren tegelijk in een weide. Eén of meer uierkwartieren veretteren. Het zieke kwartier zwelt, voelt hard en warm aan en is zeer pijnlijk. Het uiervocht is dun en vloeibaar van een gele of grauwe kleur, meestal echter dik en bruinachtig. De oorzaak is de gewone etterbacterie. Niet altijd worden wrang en mastitis scherp van elkaar onderscheiden. [N 52, 6a; A 48A, 11a; monogr]
I-11
|
18117 |
wrat |
wrattel:
vrattel (Q020p Sittard)
|
wrat [SGV (1914)]
III-1-2
|
17679 |
wreef |
wreef:
vrief (Q020p Sittard, ...
Q020p Sittard)
|
wreef [SGV (1914)] || wreef - welk gedeelte van het lichaam wordt er mee bedoeld? [DC 01 (1931)]
III-1-1
|
18436 |
wreef [wld ii.10, p. 23-24] |
hemel:
heemel (Q020p Sittard)
|
wreefstuk van klomp, kap
III-1-3
|
19354 |
wrevelig (zijn) |
potentaat:
pottentaot (Q020p Sittard)
|
gemakkelijk te ontstemmen, een beetje knorrig [wrevelig, monkachtig] [N 85 (1981)]
III-1-4
|