23329 |
spook |
gespenst (du.):
gesjpens (Q030p Schinveld),
gespuis:
gesjpuus (Q030p Schinveld),
spook:
schpoek (L297p Belfeld),
schpoik (L325p Horn, ...
Q098p Schimmert),
schpooak (Q016p Lutterade, ...
Q118p Schaesberg),
schpook (Q102p Amby, ...
Q029p Bingelrade,
Q198p Eijsden,
Q207p Epen,
Q105p Heer,
Q196p Mheer,
Q033p Oirsbeek,
L331p Swalmen),
shpook (Q196a Banholt),
sjpoak (Q021p Geleen, ...
L387p Posterholt,
Q030p Schinveld),
sjpoe-ek (Q208p Vijlen),
sjpoek (Q104a Limmel, ...
Q116p Simpelveld),
sjpoeëk (L291p Helden/Everlo, ...
L290p Panningen),
sjpoik (Q110p Heek, ...
Q111p Klimmen,
Q022p Munstergeleen,
Q032a Puth),
sjpooek (Q027p Doenrade, ...
L432p Susteren),
sjpook (L333p Asenray/Maalbroek, ...
Q103p Berg-en-Terblijt,
L430p Einighausen,
Q202p Eys,
Q203p Gulpen,
L429p Guttecoven,
L298p Kessel,
Q204a Mechelen,
Q032p Schinnen,
Q020p Sittard,
Q101p Valkenburg),
sjpouk (Q117b Rimburg),
sjpōēk (L296p Steyl),
sjpâôk (Q099p Meerssen),
sjpôôk (L327p Beegden, ...
L323p Buggenum),
spaok (L434a Broeksittard),
spo-ak (L215p Blitterswijck),
spoaik (L425p Grevenbicht/Papenhoven),
spoak (L269p Blerick),
spoe ek (L246a Swolgen),
spoeak (L328p Heel, ...
L320p Hunsel,
L321p Neeritter),
spoeek (L248p Lottum),
spoeik (L271p Venlo),
spoek (Q096a Borgharen, ...
L267p Maasbree),
spoeuk (L245p Meterik),
spoeëk (L191p Afferden),
spoeək (L250p Arcen, ...
L246p Horst),
spoēk (L295p Baarlo),
spoik (L300p Beesel, ...
L431p Dieteren,
L381p Echt/Gebroek,
L377p Maasbracht,
L288p Nederweert,
L427p Obbicht),
spoo.uk (L209p Merselo),
spooik (L217p Meerlo),
spook (L164p Gennep, ...
L380p Genooi/Ohé,
L379p Laak,
L385p Sint-Odiliënberg,
Q187p Sint-Pieter),
spoowk (L213p Well, ...
L215a Wellerlooi),
spouk (L216p Oirlo, ...
L210p Venray),
spoäk (L249p Grubbenvorst),
spōëk (L165p Heijen),
spŏŏëk (L211p Leunen),
oe v. voer
špoeek (Q035p Brunssum),
Opm. Duitse sp.
spook (L382p Montfort),
Opm. uitspraak als in Echt.
sjpaòk (L330p Herten (bij Roermond)),
ps. boven de a staat nog een ?; deze combinatieletter is niet te maken, omgespeld is het inderdaad een a.
sjpōōak (L426p Buchten),
spoak (Q014p Urmond),
spôak (L378p Stevensweert),
ps. de e staat subscript geschreven en is omgespeld in: ë.
spoeëk (L266p Sevenum)
|
spook [SGV (1914)]
III-3-3
|
31856 |
spookschaaf |
afhaler:
āfhǭlǝr (Q021p Geleen),
amerikaander:
amērikāndǝr (L164p Gennep),
amerikaanse schaaf:
amērikǭnsǝ šǭf (Q095p Maastricht),
bastringue:
bastrē̜ (Q111p Klimmen),
bastręŋ (Q019b Groot Genhout, ...
Q111p Klimmen,
L434p Limbricht,
Q020p Sittard,
L331p Swalmen),
bastrɛŋ (Q021p Geleen, ...
L434p Limbricht,
L382p Montfort,
Q098p Schimmert,
L270p Tegelen),
bastrɛ̄ (Q193p Gronsveld),
bastǝren (Q095p Maastricht),
bastǝręŋ (L271p Venlo),
bastɛŋ (Q204a Mechelen),
bǝrɛŋ (L294p Neer),
bǝstrɛŋ (L381p Echt, ...
L424p Meeswijk),
bǝsęŋ (L376p Linne),
pastraŋ (K353p Tessenderlo),
bastringue-tje:
bǝrɛŋskǝ (L294p Neer),
bǭrɛŋskǝ (L294p Neer),
buitenschaaf:
bū.tǝš ̇āf (L290p Panningen
[(voor de buitenwand van het vat)]
),
duivelsschaafje:
dȳvǝlsšē̜fkǝ (L292p Heythuysen),
engelsman:
ęŋǝlsman (Q002p Hasselt),
handschaaf:
handschaaf (L192p Bergen, ...
L269p Blerick),
hobel:
hobǝl (Q193p Gronsveld),
hubǝl (L269p Blerick, ...
L267p Maasbree),
hoddel:
hodǝl (Q193p Gronsveld),
kontenkratser:
kōntǝkrɛtsǝr (Q095p Maastricht),
oppoetsschaaf:
ǫppotšǭf (Q095p Maastricht),
patenthobel:
patɛnthupǝl (L270p Tegelen),
patentschaaf:
patɛntšāf (L269p Blerick, ...
L267p Maasbree),
pensschaaf:
pensschaaf (Q074p Kortessem),
poetsmachine:
putsmǝšen (Q002p Hasselt),
poetsmes:
putsmɛts (Q020p Sittard),
poetsschaaf:
putssxāf (Q002p Hasselt),
pokenschaafje:
pōkǝsē̜fkǝ (Q204a Mechelen),
rondschaaf:
roŋtsxāf (L266p Sevenum),
schaaf:
schaaf (Q156p Borgloon),
schrapmes:
šrapmɛts (Q019p Beek),
spaakschaaf:
spǭkšāf (Q098p Schimmert),
spakenschaaf:
spākǝsxǭf (K317p Leopoldsburg),
spǭkǝšāf (L294p Neer
[(werd ook gebruikt voor het gladschaven van de buitenwand van een vat)]
),
spekenmesje:
spęjkǝmɛtskǝ (L382p Montfort),
spookhobel:
špūǝkhubǝl (Q121c Bleijerheide),
spookschaaf:
spookschaaf (L295p Baarlo, ...
L289h Boshoven,
L421p Dilsen,
Q021p Geleen,
L289a Hushoven,
L289a Hushoven,
L290p Panningen,
Q098p Schimmert,
L192a Siebengewald,
L374p Thorn),
spwōkšāf (Q015p Stein),
spōksxāf (L289p Weert),
spōkšāf (Q018p Geulle, ...
L328p Heel,
L376p Linne),
spōǝkšāf (L381p Echt),
špōkšāf (L387p Posterholt, ...
L299p Reuver),
špūǝkšāf (Q204a Mechelen),
spookschaafje:
spookschaafje (L191p Afferden),
spōǝkšē̜fkǝ (Q015p Stein),
spūǝksxē̜fkǝ (L268p Velden),
spūǝkšē̜fkǝ (L326p Grathem),
špōkšēǝfkǝ (Q119p Eygelshoven),
špōkšē̜fkǝ (L330p Herten),
stalen schaaf:
stǭlǝ sxāf (L163p Ottersum),
stokschaaf:
štǫkšāf (L294p Neer, ...
L270p Tegelen),
stootschaaf:
stūǝtsxāf (Q002p Hasselt),
trekschaaf:
trekschaaf (L297p Belfeld, ...
L269p Blerick),
trękšāf (L320a Ell),
varken:
vɛrkǝ (L326p Grathem),
vlakschaaf:
vlakšāf (Q007p Eisden, ...
Q009p Maasmechelen),
wiebes:
wibǝs (L329p Roermond)
|
Klein, langwerpig schaafje, vroeger van hout, nu van ijzer, met twee handvatten en een schaafbeitel die door middel van twee schroeven in de gewenste stand wordt gebracht. De spookschaaf dient om hol- en bolvormige stukken glad te schaven. Zie ook afb. 49. De spookschaaf wordt door verschillende houtbewerkende beroepen gebruikt. De kuiper schaaft er bijvoorbeeld de buitenwand van vaten mee glad, terwijl de wagenmaker er wielspaken en andere gebogen oppervlakken mee bijwerkt. [N 53, 77; N E, 45a; N G, 38b; A 32, 3a-b; monogr.]
II-12
|
29787 |
spoor |
rails:
rę ̞ls (P176p Sint-Truiden),
spoor:
spōr (L163a Milsbeek),
špǭr (L322a Nunhem)
|
Het smalspoor vanaf de droogplaats naar de oven en rondom de oven met aftakkingen naar binnen. [monogr.]
II-8
|
31135 |
spoorleer, achtervoering |
achterstuk:
axtǝrstøk (K353p Tessenderlo),
hakvoering:
hakvōreŋ (L267p Maasbree),
hielvoering:
hielvoering (Q121c Bleijerheide, ...
L115p Mook),
hilvureŋ (L265p Meijel, ...
L163a Milsbeek),
hilvø̄reŋ (L293p Roggel, ...
Q015p Stein),
hilvōreŋ (L421p Dilsen, ...
Q018p Geulle,
Q032p Schinnen,
L266p Sevenum),
spoorleer:
spōrlęjǝr (K353p Tessenderlo),
stukje:
støkjǝ (Q071p Diepenbeek),
verslap:
vę̄šlap (Q021p Geleen),
voetkap:
vōtkap (Q117a Waubach)
|
Reparatiestuk dat in de schoen gezet wordt, als deze van binnen aan de hiel doorgesleten is. Aras II spreekt in een hoofdstuk over "andere voorkomende herstellingen" op pag. 310 als volgt over het "vernieuwen van spoorleders of achtervoering in lage schoenen": "Bij goedkoop confectieschoeisel komt deze herstelling zeer dikwijls voor, omdat daarin meestal mindere kwaliteit van voering wordt gebruikt. Om deze herstelling goed uit te voeren, wordt de voering zover ze versleten is van boven losgemaakt en naar onderen toe uitgesneden; de afgesneden kanten worden zo dun mogelijk aangeschalmd. Een nieuw stuk wordt gesneden, met opzijde een overslag van 1,5 cm en van onderen 1 cm. We schalmen deze kanten dun aan en van onderen knippen we er van achteren enkele stukjes uit in den vorm van een V, juist zoals soms bij een achteromrand wordt gedaan. Beide delen worden ingesmeerd met cementlijm, daarna ingeplakt en gestikt. Versleten inlegzolen moeten ook vernieuwd worden. [N 60, 233h]
II-10
|
18484 |
spoorleer, achtervoering [wld ii.10, p. 60] |
achterstuk:
achtertuk [van binnen in plaatsen} (K278p Lommel),
áchtərstukkə (K353p Tessenderlo),
hakvoering:
hakvooring (L267p Maasbree),
hielvoering:
hi.lvo:riŋ (Q032p Schinnen),
hielveuring (Q015p Stein),
hielvoerig (L115p Mook),
hielvoering (Q121c Bleijerheide),
hielvooring (Q018p Geulle),
hielvōōrring (L266p Sevenum),
hiĕlveuring (L293p Roggel),
hiĕlvŏĕring (L163a Milsbeek),
hilvurəŋ (L265p Meijel),
Hielvoering.
hielvoring (L421p Dilsen),
spoorleer:
Nu: áchterstukke.
spoorlijər (K353p Tessenderlo),
stukje:
stukje (Q071p Diepenbeek),
verslap:
vaesjlap (Q021p Geleen),
voetkap:
vootkappe (Q117a Waubach)
|
Leer dat in de schoen gezet wordt als deze van binnen aan de hiel is doorgesleten (spoorleer?) [N 60 (1973)]
III-1-3
|
28341 |
spoorlegger |
guidenlegger:
gedǝnlęgǝr (Q000 Zie mijnen
[(Houthalen / Winterslag / Waterschei / Eisden)]
[Winterslag, Waterschei]),
guidenman:
gidǝman (Q007p Eisden
[(Eisden)]
[Houthalen, Winterslag, Waterschei, Eisden]),
guideteur:
guideteur (Q003p Genk
[(Winterslag / Waterschei)]
[Beringen, Zolder, Houthalen, Zwartberg, Winterslag, Waterschei, Eisden]),
poseur:
pōzø̜̄r (Q000 Zie mijnen
[(Beringen / Zolder / Houthalen / Zwartberg / Winterslag / Waterschei / Eisden)]
[Zwartberg]),
raillageman:
raillageman (Q000 Zie mijnen
[(Zwartberg)]
[Wilhelmina]),
spoorleger:
špōrlēǝjǝr (Q121p Kerkrade
[(Domaniale)]
[Eisden]),
spoorlegger:
spoorlegger (Q000 Zie mijnen
[(Beringen)]
[Maurits]),
spōrlɛgǝr (Q000 Zie mijnen
[(Beringen / Zolder / Houthalen / Zwartberg / Winterslag / Waterschei / Eisden)]
[Domaniale]),
špǭrlęqǝr (L433p Nieuwstadt
[(Maurits)]
[Beringen, Zolder, Houthalen, Zwartberg, Winterslag, Waterschei, Eisden])
|
Arbeider die deel uitmaakt van een spoorploeg. [N 95, 697; monogr.; Vwo 616; Vwo 728]
II-5
|
28340 |
spoorploeg |
guidenploeg:
gidǝplux (L422p Lanklaar
[(Eisden)]
[Winterslag, Waterschei]),
ploeg guideteurs:
ploeg guideteurs (Q003p Genk
[(Winterslag / Waterschei)]
[Beringen]),
schenenploeg:
šenǝplōx (Q117p Nieuwenhagen
[(Oranje-Nassau II / Emma / Hendrik)]
[Eisden]),
spoorkolonne:
špōrkolǫn (Q121c Bleijerheide
[(Domaniale)]
, ... [Oranje-Nassau II, Emma, Hendrik]
Q121p Kerkrade
[(Domaniale)]
[Domaniale]),
spoorploeg:
spoarplōx (L374p Thorn
[(Maurits)]
[Julia]),
špoarplōx (Q016p Lutterade
[(Maurits)]
, ... [Maurits]
Q015p Stein
[(Maurits)]
[Maurits]),
špōrplox (Q121c Bleijerheide
[(Domaniale)]
, ... [Laura, Julia]
Q121p Kerkrade
[(Domaniale / Wilhelmina)]
[Domaniale]),
špōrplux (Q121a Chevremont
[(Julia)]
, ... [Willem-Sophia]
Q121b Spekholzerheide
[(Willem-Sophia)]
[Domaniale, Wilhelmina]),
špōrplōx (Q035p Brunssum
[(Emma / Hendrik / Wilhelmina)]
, ... [Oranje-Nassau I, Oranje-Nassau II, Oranje-Nassau III, Oranje-Nassau IV]
Q113p Heerlen
[(Oranje-Nassau I-IV)]
, [Maurits]
Q112a Heerlerheide
[(Oranje-Nassau I-IV)]
[Oranje-Nassau I, Oranje-Nassau II, Oranje-Nassau III, Oranje-Nassau IV]),
špōǝrplox (Q117a Waubach
[(Laura / Julia)]
[Emma]),
špǫ.arpl˙ōx (Q202p Eys
[(Oranje-Nassau I / III / IV)]
[Maurits]),
špǭrplowx (L433p Nieuwstadt
[(Maurits)]
[Maurits]),
špǭrplōx (L426p Buchten
[(Maurits)]
, ... [Maurits]
Q021p Geleen
[(Maurits)]
, [Oranje-Nassau I, Oranje-Nassau III, Oranje-Nassau IV]
Q111p Klimmen
[(Oranje-Nassau I / III / IV)]
[Domaniale]),
špǭǝrplōx (Q113p Heerlen
[(Emma)]
[Emma, Hendrik, Wilhelmina])
|
De ploeg die verantwoordelijk is voor het aanleggen van nieuwe sporen en het onderhouden van de bestaande. [N 95, 697; monogr.]
II-5
|
28333 |
spoorspijker |
beurkê-nagel:
beurkê-nagel (L422p Lanklaar
[(Eisden)]
[Domaniale]),
boulon:
buloŋ (Q007p Eisden
[(Eisden)]
[Eisden]),
guidennagel:
gidǝnāgǝl (Q003p Genk
[(Winterslag / Waterschei)]
[Julia]),
schenenhaak:
šenǝhǫǝk (Q121c Bleijerheide
[(Domaniale)]
[Domaniale]),
schenennagel:
šenǝnāgǝl (Q113p Heerlen
[(Oranje-Nassau I-IV)]
, ... [Laura, Julia]
Q112a Heerlerheide
[(Oranje-Nassau I-IV)]
, [Oranje-Nassau I, Oranje-Nassau II, Oranje-Nassau III, Oranje-Nassau IV]
Q117a Waubach
[(Laura / Julia)]
[Emma]),
šenǝnāl (Q113p Heerlen
[(Emma)]
, ... [Oranje-Nassau II, Emma, Hendrik]
Q121p Kerkrade
[(Domaniale)]
, [Oranje-Nassau I, Oranje-Nassau III, Oranje-Nassau IV]
Q117p Nieuwenhagen
[(Oranje-Nassau II / Emma / Hendrik)]
[Domaniale]),
šɛnǝnāl (Q121c Bleijerheide
[(Domaniale)]
[Winterslag, Waterschei]),
š˙enǝn˙āl (Q202p Eys
[(Oranje-Nassau I / III / IV)]
[Domaniale]),
spoornagel:
špoarnāgǝl (Q015p Stein
[(Maurits)]
[Domaniale, Wilhelmina]),
špōrnāl (Q121c Bleijerheide
[(Domaniale)]
, ... [Emma, Hendrik, Wilhelmina]
Q121p Kerkrade
[(Domaniale / Wilhelmina)]
[Domaniale]),
špǭrnāgǝl (L426p Buchten
[(Maurits)]
, ... [Maurits]
Q111p Klimmen
[(Oranje-Nassau I / III / IV)]
, [Maurits]
L433p Nieuwstadt
[(Maurits)]
[Oranje-Nassau I, Oranje-Nassau III, Oranje-Nassau IV]),
(mv)
špōrnęagǝl (Q035p Brunssum
[(Emma / Hendrik / Wilhelmina)]
[Oranje-Nassau I, Oranje-Nassau II, Oranje-Nassau III, Oranje-Nassau IV]),
zwellennagel:
šwɛlǝnāl (Q121a Chevremont
[(Julia)]
[Eisden])
|
Grote L-vormige spijker die men gebruikt om de rails van licht spoor op de houten dwarsligger te bevestigen. [N 95, 711]
II-5
|
28331 |
spoorstaaf |
guide:
git (Q000 Zie mijnen
[(Beringen / Zolder / Houthalen / Zwartberg / Winterslag / Waterschei / Eisden)]
[Beringen, Zolder, Houthalen, Zwartberg, Winterslag, Waterschei, Eisden]),
rail:
ráj (Q000 Zie mijnen
[(Beringen / Zolder / Houthalen / Zwartberg / Winterslag / Waterschei / Eisden)]
[Maurits])
|
[monogr.; Vwo 341; Vwo 647]
II-5
|
26014 |
spoorstijl |
hangselstijl:
haŋsǝlstīl (L321p Neeritter, ...
L318p Stramproy),
hangstijl:
haŋstɛ̄l (P051p Lummen),
spoorstijl:
spoorstijl (K357p Paal),
spōǝrstɛ̄l (P051p Lummen),
spǫwǝrstę̄l (K353p Tessenderlo),
špǭrštīl (L330p Herten),
zijstijl:
ze.jsti.l (L289p Weert)
|
Elk van de vier loodrechte balken, in het midden van de onderste helft van iedere zijweeg twee, waartussen de uiteinden van de steenbalk opgesloten liggen. Zie ook afb. 16. [N O, 43g]
II-3
|