e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... dialect=Q259p plaats=Lontzen

Overzicht

Gevonden: 795
BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
smaken smaken: verzamelfiche ook mat. van ZND 1 (a-m)  schmaakt (Lontzen) lusten (die soep lust ik niet) [ZND 30 (1939)] III-2-3
smidsgereedschap geschier: gǝšiǝr (Lontzen) De algemene benaming voor al het gereedschap van de smid. [L 19A, 13; monogr.] II-11
sneeuwklokje sneeuwklokje: schneeglökche (Lontzen) sneeuwklokje [ZND 34 (1940)] III-4-3
sneeuwx sneeuw: sjnîe (Lontzen) sneeuw [RND] III-4-4
soldaat soldaat: səldo.t (Lontzen) soldaat [RND] III-3-1
soldaten soldaten: de soldoote motte grüesse (Lontzen), zuldo.tə (Lontzen) De soldaten moeten groeten (met de hand aan de muts) [ZND 32 (1939)] || soldaten [RND] III-3-1
spaak speken: špēkǝ (Lontzen) Elk van de houten staven die de verbinding vormen tussen de velg van het wiel en de naaf. Afhankelijk van de omtrek van het wiel zijn er tien tot zestien spaken. Er zijn twee soorten spaken: ronde en platte. Voor zover ze specifieke benamingen krijgen, worden ze behandeld onder A resp. B. [N 17, 61a-b + 62a-b; N 18, 99; N G, 44a; JG 1a; JG 1b; JG 2b; S 34; A 4, 20b; L 20, 20b; L 7, 13; monogr.] I-13
speeksel uitspuwen spijen: ṣpøjən (Lontzen) (speeksel uit)spuwen [RND] III-1-1
spek spek: verzamelfiche, ook mat. van ZND 1a-m  speek (Lontzen) spek [ZND 23 (1937)] III-2-3
sperwer kuikendief: ky.kənde:f (Lontzen) sperwer [RND] III-4-1