e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... dialect=Q259p plaats=Lontzen

Overzicht

Gevonden: 795
BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
ploeglijn lijn: l˙iŋ (Lontzen) Het meestal dubbele koord waarmee het paard bestuurd wordt bij het ploegen, eggen, rollen e.d. De ploeglijn is doorgaans langer dan de lijn waarmee men een paard bestuurt, dat voor de kar of wagen gespannen is. Voor het ''ploeg''-gedeelte van varianten zie men het lemma ''ploeg''. Van de term kordeel, die ook toepasselijk is op de vaak enkele kar-lijn, zijn de varianten te vinden in I.4, waar o.a. het paardetuig aan de orde komt. [JG 1b; JG 2c add.; L 30, 10a; N 11A, 141a; N 13, 34; S 21 add.; div.; monogr.] I-2
plooi vouw: vaw (Lontzen) Elk van de rimpels of golfachtige vormen die in een weefsel ontstaan, wanneer zij op korte afstanden in tegengestelde richting omgeslagen worden. Zie voor diverse soorten plooien afb. 45. [N 62, 12c; N 62, 12b; L 40, 50; Gi 1.IV, 35; MW; monogr.] II-7
politie polizei (du.): de polizij hat hem vaastgesat (Lontzen) De politie heeft hem aangehouden. [ZND 33 (1940)] III-3-1
portemonnee, beurs portemonnee (<fr.): ne läre portmonné (Lontzen) Een lederen portemonnaie. [ZND 37 (1941)] III-3-1
postbode briefdrager: RK: *treder trejer, maar träger = drager  bri:ftrɛ.jər (Lontzen) postbode [RND] III-3-1
prent(je) beeld(je): e schön beldje (Lontzen) Een schoon beeldeken (Fr. image). [ZND 21 (1936)] III-3-2
prijzen (mv.) prijzen: pri.zə (Lontzen) prijzen (mv.) [RND] III-3-2
raam venster: vē̜nstǝr (Lontzen  [(+)]  ) Zie kaart. Een van glas voorziene opening waardoor het buitenlicht naar binnen valt. In het onderzoeksgebied worden de woorden 'venster' en 'raam' ook wel gebruikt voor de houten of metalen omlijsting waarin de vensterruit wordt geplaatst. In het Standaardnederlands zijn de woorden 'raam', 'venster' en 'glas' onzijdig, in de meeste Limburgse dialecten echter vrouwelijk. Wanneer door de invullers nadrukkelijk een vrouwelijk genus werd opgegeven, is achter de betreffende plaatscode een (+) opgenomen. [N 55, 37; RND 49; A 46, 10a; L mon.; monogr.; Vld.] II-9
radijs radijsje: radiəskə (Lontzen) [ZND 41 (1943)] I-7
ranzig slecht: verzamelfiche, ook mat. van ZND 1a-m  släht (Lontzen) garstig [ZND 23 (1937)] III-2-3