32847 |
ploeglijn |
lijn:
l˙iŋ (Q259p Lontzen)
|
Het meestal dubbele koord waarmee het paard bestuurd wordt bij het ploegen, eggen, rollen e.d. De ploeglijn is doorgaans langer dan de lijn waarmee men een paard bestuurt, dat voor de kar of wagen gespannen is. Voor het ''ploeg''-gedeelte van varianten zie men het lemma ''ploeg''. Van de term kordeel, die ook toepasselijk is op de vaak enkele kar-lijn, zijn de varianten te vinden in I.4, waar o.a. het paardetuig aan de orde komt. [JG 1b; JG 2c add.; L 30, 10a; N 11A, 141a; N 13, 34; S 21 add.; div.; monogr.]
I-2
|
29010 |
plooi |
vouw:
vaw (Q259p Lontzen)
|
Elk van de rimpels of golfachtige vormen die in een weefsel ontstaan, wanneer zij op korte afstanden in tegengestelde richting omgeslagen worden. Zie voor diverse soorten plooien afb. 45. [N 62, 12c; N 62, 12b; L 40, 50; Gi 1.IV, 35; MW; monogr.]
II-7
|
21569 |
politie |
polizei (du.):
de polizij hat hem vaastgesat (Q259p Lontzen)
|
De politie heeft hem aangehouden. [ZND 33 (1940)]
III-3-1
|
21481 |
portemonnee, beurs |
portemonnee (<fr.):
ne läre portmonné (Q259p Lontzen)
|
Een lederen portemonnaie. [ZND 37 (1941)]
III-3-1
|
21203 |
postbode |
briefdrager:
RK: *treder trejer, maar träger = drager
bri:ftrɛ.jər (Q259p Lontzen)
|
postbode [RND]
III-3-1
|
22687 |
prent(je) |
beeld(je):
e schön beldje (Q259p Lontzen)
|
Een schoon beeldeken (Fr. image). [ZND 21 (1936)]
III-3-2
|
22862 |
prijzen (mv.) |
prijzen:
pri.zə (Q259p Lontzen)
|
prijzen (mv.) [RND]
III-3-2
|
27904 |
raam |
venster:
vē̜nstǝr (Q259p Lontzen
[(+)]
)
|
Zie kaart. Een van glas voorziene opening waardoor het buitenlicht naar binnen valt. In het onderzoeksgebied worden de woorden 'venster' en 'raam' ook wel gebruikt voor de houten of metalen omlijsting waarin de vensterruit wordt geplaatst. In het Standaardnederlands zijn de woorden 'raam', 'venster' en 'glas' onzijdig, in de meeste Limburgse dialecten echter vrouwelijk. Wanneer door de invullers nadrukkelijk een vrouwelijk genus werd opgegeven, is achter de betreffende plaatscode een (+) opgenomen. [N 55, 37; RND 49; A 46, 10a; L mon.; monogr.; Vld.]
II-9
|
33577 |
radijs |
radijsje:
radiəskə (Q259p Lontzen)
|
[ZND 41 (1943)]
I-7
|
20515 |
ranzig |
slecht:
verzamelfiche, ook mat. van ZND 1a-m
släht (Q259p Lontzen)
|
garstig [ZND 23 (1937)]
III-2-3
|