e-WLD trefwoorden 

 
 
Filteren...

Overzicht

Gevonden: 140309
TrefwoordBegrip: dialectopgave (plaats)Toelichting
stoet brood:   styt (Gennep), broodje:   styt (Blitterswijck, ... ), aan mekaar gebakken broodjes, vierkant ongeveer acht cm hoog, die afgebroken worden dus geen gebakken zijkantjes hebben  stoete (Neeritter), Syst. WBD Dim.: sjtuu:tje  sjtoe:t (Baexem), Werden aan mekaar gebakken en los gebroken.  stoet (Neeritter), bruidsstoet:   de schtoet (Schimmert, ... ), stut (Meijel), carnavalsoptocht:   de stoet (Kanne), de stoêt (Bilzen), stoet (Bocholt, ... ), stouët (Hasselt), styt (Meeuwen), stóut (Gors-Opleeuw), De stoet komt hier voorbij.  stuət (Niel-bij-St.-Truiden), De stoet trok twee uur aan ee(n) stuk door de straten.  stut (Meeswijk), Het muziek gaat mee in de stoet.  stut (Zonhoven), In de stoet gaan.  stut (Hamont), In eine - mitloupe.  sjtoet (Swalmen), Syn. óptóch, kòrtêesj.  stoet (Tongeren), Wijnie trèkt (d)e stoet? Wanneer gaat de (carnaval)stoet uit?  stoet (Zonhoven), Wéi laot kump de stoe hijë door?  stoet (Kortessem), Zijt gijlie mee geweest in de stoet?  stut (Lommel), geknotte wilg: knotwilg  stu:tə (Maasbracht), wittebrood:   stoet (Castenray, ... ) III-2-2, III-2-3, III-3-2, III-4-3
stoetbrood brood:   stuutbroeëd (Castenray, ... ) III-2-3
stoeten pronken:   sjtute (s-Gravenvoeren), [sic, stoeten?]  stuuten (Rekem), roerom: -, stump; ook knoddele; meel en water of meel en melk  stoete (Grathem) III-1-3, III-2-3
stoeten-ties broodpop: Syst. WBD Altijd krentenbrood  sjtōē.ten tiesj (Panningen) III-2-3
stoetenman broodpop: Syst. WBD  stōēteman (Meijel), stōētemen (Meijel), Syst. WBD Altijd krentenbrood  sjtōē.tema.n (Panningen) III-2-3
stoetenpap beschuitpap: Syst. WBD Als pap gekookt.  sjtoe.tepap (Panningen) III-2-3
stoetje broodje:   sjtuutje (Baarlo), sjtuutskes (Swalmen), stuutje (Heythuysen), later ook benaming voor een kadetje  stuutje (Castenray, ... ), stukjes brood dat over was  stuutjes (Arcen), Syst. WBD Een stuutje was een klein wit broodje dat men zelf bakte  stuutjes (Meijel), Werden aan mekaar gebakken en los gebroken.  stuutjes (Neeritter) III-2-3
stoetneus wipneus:   stoetneujs (Maastricht), stoetneus (Maastricht) III-1-1
stoets iets onbelangrijks, nietigheid:   ənə stots (Maastricht), krentenbrood:   stoets (Beegden), stam van de knotwilg:   stōētsj (Maasbracht), NCDN  stōētsj (Stevensweert), stronk van de knotwilg: NCDN  stōētsj (Stevensweert), traktatie van jonggehuwden add.: [Vgl. WLD III, 2.3, pag. 88: stoets, Beegden.]  sjtoets (Swalmen), vin:   stoets (Vijlen) III-2-3, III-3-2, III-4-2, III-4-3, III-4-4
stoetsen traktatie van de bruidegom (kwansel):   sjtoetse (Vlodrop) III-3-2