e-WLD trefwoorden 

 
 
Filteren...

Overzicht

Gevonden: 140309
TrefwoordBegrip: dialectopgave (plaats)Toelichting
stormveren bordveren:   štorǝmvę̄rǝ (Voerendaal) II-3
stormweer onstuimige lucht:   stoͅrm wēͅr (Waterloos), spouuweer  stərəmwi̞ər (Vliermaal), onweerx:   stərəmwēīe (Bocholt), winderig weer:   stərm wijər (Linkhout) III-4-4
stormwind onweersbui:   enne störm(wiend) (Oirlo), stormwind:   stormwind (Lummen, ... ), stormx:   schtormwint (Ingber), sjtòrmwindj (Haelen), storm (wi-jndsj) (Bree), stormwind (Venlo), sturmwind (Amby), störmwind (Gulpen), wervelwind:   stòrmwind (Amby), (m.)  stərmweͅind (Wintershoven), steremwend  stərəmweͅnt (Hoeselt), stormweint (man.)  stoͅrmweͅint (Borgloon), stormwind  stoͅrmweͅnt (Niel-bij-St.-Truiden), stərwend (Lummen), stərəmweͅnt (Borlo) II-3, III-4-4
stormzwaluw restant vogels: is dus geen zwaluw, denk ik. NB du. sturmschwalbe = Nl. stormvogeltje; cf. BtS 18  sjturremjwaolber (Gronsveld) III-4-1
stort afslagplaats van zand en afval:   štort (Reuver, ... ), štǫrt (Swalmen), bewaarplaats van bieten en groenvoer in de stal:   stǫrt (Heythuysen, ... ), bijkeuken, achterkeuken:   stort (Castenray, ... ), stoͅrt (Grathem, ... ), vroeger  størt (Weert), bui, regenbui:   stərt (Beringen), ps. omgespeld volgens IPA!  stoͅrt (Neerpelt), kook- en eetruimte in de stal, zomerwoning:   stǫrt (Eind), spin:   stort (Genooi/Ohé, ... ), steenberg:   stǫrt (As  [(Zwartberg / Waterschei)]  , ... [Eisden]  [Zolder]), stortplaats:   schtort (Amby), schtôrt (Schimmert), shtort (Brunssum), sjtort (Bunde, ... ), sjtòrt (Epen, ... ), sjtórt (Heerlen), stjort (Melick), stoat (Maastricht), stort (Bree, ... ), stòrt (Born, ... ), ’t sjtort (Doenrade, ... ), ’t stort (Oirlo, ... ), (o.).  štoͅ.rt (Eys), Algemene opmerking bij deze vragenlijst: deze lijst heb ik letterlijk, zoals invuller het genoteerd heeft overgenomen!  stórt (Maastricht), Algemene opmerking: heb deze vragenlijst letterlijk overgenomen, dus zoals invuller het genoteerd heeft!  sjtòrt (Nieuwenhagen), Opm. v.d. invuller: het woord stort betekent ook de achterkeuken van een boerderij.  stort (Ell), ps. omgespeld volgens Frings!  stoͅrt (Houthalen), ps. omgespeld volgens RND!  stoͅrt (Meeuwen), voorstal, voedergang:   stø̜rt (Nederweert, ... ), štǫrt (Heythuysen) I-6, II-5, II-8, III-2-1, III-3-1, III-4-2, III-4-4
stortbad douche:   stortbad (Genk  [(Winterslag / Waterschei)]   [Zwartberg, Waterschei]), stǫrtbat (As  [(Zwartberg / Waterschei)]   [Eisden, Zwartberg]) II-5
stortbak afwasteil, afwasbak:   stortbak (Molenbeersel), kaar:   stǫrt˱bak (Meterik) II-3, III-2-1
stortbank aanrecht:   stoͅrt˂ba.ŋk (Tungelroy), bordenrek:   störbank (Nederweert), droogrek:   štǫrtbaŋk (Beegden), keukenrek: komt van störtbânk: schapraai  støͅrba.ŋk (Altweert, ... ) I-11, III-2-1
stortbelt stortplaats:   stortbelt (Pey) III-3-1
stortbui plensbui, zware bui:   sjtortbuj (Susteren), sjtòrtbūū (Susteren), stort-buij (Born), stortbui (Roosteren, ... ), stortbūūj (Venlo), ’n stortbuij (Meijel), stortbui  ⁄stortbø̄ij (Neerpelt) III-4-4