e-WLD trefwoorden 

 
 
Filteren...

Overzicht

Gevonden: 140309
TrefwoordBegrip: dialectopgave (plaats)Toelichting
te diep werken inbijten:   tǝ dēp werǝkǝ (Thorn) II-3
te dik pafferig dik, opgeblazen van lijf:   tə dik (Tongeren) III-1-1
te dik malen doodmalen:   tǝ dɛk mǭlǝ (Lummen) II-3
te dik zijn trommelzucht:   (de koe is) tǝ dek (Gennep, ... ), (de koe is) tǝ dik (Blerick, ... ) I-11
te doen hebben met bezorgd: ps. de eerste 2 woorden zijn niet goed te lezen!  të doon hubben met (Heythuysen) III-1-4
te doop houden ten doop houden:   et keen te dööp hawwe (Maastricht), te daop haaje (Reuver), te duip hawte (Posterholt) III-3-3
te dref te nat:   tǝ dref (Munsterbilzen) II-1
te dries braakliggen:   tǝ driš (Heerlen) I-8
te drinken geven zogen, voeden (overg.):   te dreenke gève (Meerlo) III-2-2
te droge desem uitgedroogd:   tǝ drȳgǝ dēzǝm (Cadier) II-1