e-WLD trefwoorden 

 
 
Filteren...

Overzicht

Gevonden: 140309
TrefwoordBegrip: dialectopgave (plaats)Toelichting
truite (fr.) restant vissen:   trwit, tërwit (Tongeren), fr. truite  tërwït (Tongeren) III-4-2
truitje trui:   truike (Valkenburg), truitje (Boekend, ... ), tröjke (Weert), trøi?ən (Lommel) III-1-3
trukbuisten schitbossen:   trøk˱bø̜̄stǝ (Paal) I-3
truken een list gebruiken:   TRUE (Eksel), trukke (Itteren), truuke (Venlo) III-3-2
trukkelen aarzelen:   troekelle (Nunhem), trukele (Beesel), drenzen:   trukkele (Maasbree) III-1-4
trukken schitbossen: (enk)  trøk (Zelem) I-3
trul gebakje: Tongerse specialiteit  trül (Tongeren), hoepel:   enə tryl (Heers), tril (Stokrooie), trul (Lauw), trŭl (Veulen), /  trul (Lauw), ook reènk  truul (Heers), trage vrouw:   truel (Gronsveld) III-1-4, III-2-3, III-3-2
trul met appel bijbaksel:   trul met appel (Kuringen) II-1
trulbred bril:   trø̜̄lbrēt (Meerssen), trø̜lbrēǝt (Meeswijk), trø̜lbrɛ̄t (Klimmen) I-13
trullebal bijbaksel:   trullebal (Rukkelingen-Loon) II-1