e-WLD trefwoorden 

 
 
Filteren...

Overzicht

Gevonden: 140309
TrefwoordBegrip: dialectopgave (plaats)Toelichting
vastmaken aankoppelen:   vastmaken (Genk  [(Winterslag / Waterschei)]   [Eisden]), vastmākǝ (Hamont  [(Eisden)]   [Winterslag, Waterschei]), een zak aanstroppen:   vastmaken (Lummen, ... ), koppelen:   vastmaken (Lommel), vastzetten van het spingaren:   vastmākǝ (Loksbergen) II-10, II-3, II-5, II-7
vastmalen aanladen:   vásmǭ.lǝ (Lanaken) II-3
vastnagelen aaneenspijkeren:   vastnē̜gǝlǝ (As), afspijkeren:   vastnē̜gǝlǝ (Stein), brossen:   vasnę̄gǝlǝ (Maasbree) II-10, II-12, II-9
vastnemen arresteren:   gəvāāngə nūmmə (Maastricht), vast numme (Thorn) III-3-1
vastpakken knellen:   vaspakke (Rosmeer), omarmen:   beepe erm vas pakke (Genk), goei vaaspakke (Vliermaal), vaast pakken (Achel), vaspakke (Bilzen, ... ), vast pakkə (Leopoldsburg), vastpakke (Jeuk, ... ), vastpakken (Alken, ... ), vastpakkə (Kelpen), vââ.spàkke (Borgloon, ... ), stevig  vaspakke (Kinrooi), omhelzen:   iemand vaspakke(n) (Eigenbilzen), iemand vastpakken (Loksbergen), vaspákkë (Tongeren), vastpakken (Alken, ... ) III-1-2
vastpennen vastpennen:   vaspɛnǝ (Heel) II-9
vastpikken een zak aanstroppen:   vastpekǝ (Herten) II-3
vastpinnen vastlopen:   vaspenǝ (Heerlerheide  [(Oranje-Nassau I-IV)]  , ... [Oranje-Nassau II, Emma, Hendrik]  [Zolder]), vastpennen:   vaspenǝ (Heerlen) II-5, II-9
vastplekken plakken:   vastplɛkǝn (Dilsen), vāstplɛkǝ (Milsbeek) II-10
vastschnallen (~du.) knellen:   va.sšnalə (Eys) III-1-2