e-WLD trefwoorden 

 
 
Filteren...

Overzicht

Gevonden: 140309
TrefwoordBegrip: dialectopgave (plaats)Toelichting
vatsmand grauwe mand:   vātsmāŋ (Helden  [(voor aardappels en rapen en bieten)]  ), maatmand:   vā.tšmanj (Sittard), vātsm ̇anj (Roermond), vātsmanj (Haelen  [(voor 25 kg aardappels)]  , ... ), vātsmaŋ (Altweert  [(voor 20 kg aardappels)]  , ... ), vātšmanj (Swalmen) II-12
vatsmandel grauwe mand:   vātsmandǝl (Uikhoven  [(naar de inhoud van een graanvat (ongeveer 20 liter))]  ), maatmand:   vātsmandǝl (Geulle, ... ), vātsmaŋǝl (Stokkem) II-12
vatten begrijpen:   vatte (Weert), vattə (Montfort), vàtte (As), betrappen:   fḁleͅ (Leopoldsburg), grijpen door roofdieren:   vatten (Ospel), grijpen naar:   iets wille vatte (Meijel), vatte (Nederweert), komisch: werkwoord  vatte (Oirlo), nemen, pakken:   vatte (Merselo), voor de gek houden:   iemand vatte (Venray) III-1-2, III-1-4, III-3-1, III-4-2
vatwig vatwig:   vatwig (Posterholt) II-2
vaurien (fr.) deugniet:   vaaring (Tongeren), vaoring (Kortessem), vareng (Montenaken), vàngaan (As), cf. fr. s.v. "vaurien"1. (vooral volwassenen) deugniet > nietsnut; 2. (vooral kinderen) bengel > boefje, schoffie; Wa. "vàrin  vàréng (Tongeren), cf. VD fr. s.v. "vaurien, -enne"0.1 (vooral voor volwassenen) deugniet = nietsnut  vaaréng (Niel-bij-St.-Truiden), ook materiaal znd 23,4  vareng (Borgloon), varing (Wellen), ook materiaal znd 23,4; cf. fr. s.v. "vaurien"1. (vooral volwassenen) deugniet > nietsnut; 2. (vooral kinderen) bengel > boefje, schoffie  várĕĕng (s-Herenelderen), galgenaas: <vaurien  ən vāreͅn (Landen), Van Dale (FN): vaurien, 1. deugniet, nietsnut; - 2. bengel, boefje, schoffie.  eu varing (Landen), ne vareng (Zepperen), vaurien (Landen), ənə vaaring (Heers), vaurien  vā.riŋ / vāreŋ (Borgloon), luilak: cf. VD fr. s.v. "vaurien, -enne"0.1 (vooral voor volwassenen) deugniet = nietsnut  vaaréng (Niel-bij-St.-Truiden), onbetrouwbare koopman: vgl. Niel-bij-Sint-Truiden Wl. (pag. II.440): vareng [var@]], 1. deugniet; -2. luiaard. Fr. vaurien.  vāriŋ (Opheers), slecht mens, slechte kerel:   ne vareng (Zepperen), ənə vaaring (Heers), vaurien Stevens 608: vareng: kwajongen, deugniet, plagend tegenover kinderen Wa. varin, Fr. vaurien  vā.riŋ / vāreŋ (Borgloon) III-1-4, III-3-1
vauwer hek, poortje:   vawer (Gronsveld) III-2-1
vauweren hek, poortje:   vaauwere (Lutterade), vaauwere(n) (Schinveld), vare (Merselo), vauwere (Brunssum, ... ), vōre (Horn), (Groot houten hek).  vauwere (Berg-en-Terblijt), (Met 2 vleugels).  vauwere (Heer), (staketul).  vouwere (Heerlen) III-2-1
vaverte varen (alg.): -  vaverte (Bree, ... ) III-4-3
vazel bleek zien:   vazel (Heythuysen), Zo noemt men het ook!  vāzəl (Roermond), flets:   vaazel (Herten (bij Roermond)), vaazel oetzeen (Neer), vaazəl (Kapel-in-t-Zand), vààzəl (Susteren), in lompen gekleed:   vazel (Herten (bij Roermond)), klink:   fāsǝl (Heel), vazel (Altweert), vāzǝl (Houthalen), mager:   vaazel (Doenrade), vazel (Beek, ... ), vazelle (Sittard), vāzel (Sevenum), vààzəl (Klimmen), váázel (Doenrade, ... ), váázəl (Moorveld (Waalsen), ... ), kost  vaazel (Neer), onwel:   vaazəl (Kapel-in-t-Zand), zig vaazəl veulə (Kapel-in-t-Zand), rafel: WNT: vazzel (I), 1) (gew.) vezel, rafel, draadje. Van Dale: 1. vazel, fazel, (gew.) 1. vezel; rafel.  vazzele (Noorbeek), schede van de koe:   fāsǝl (Tungelroy), fǭzǝl (Middelaar), vasǝl (Leunen), vazel (Meeuwen), vazǝl (Castenray, ... ), vā.zǝl (As, ... ), vāzǝl (Broekhuizen, ... ), vǭ.zǝl (Achel, ... ), vǭsǝl (Ottersum), vǭzǝl (Berverlo, ... ), vǭǝ.zǝl (Hechtel, ... ), vǭǝzǝl (Hamont, ... ), vagina, geslachtsorgaan van de merrie:   fāsǝl (Neeritter), fāzǝl (Maxet), fǭzǝl (Ottersum), vazǝl (Venray), vā.zǝl (As, ... ), vāzǝl (Baexem, ... ), vāǝ.zǝl (Hechtel), vē.sǝl (Lummen), vǫu̯ǝzǝl (Lommel, ... ), vǫǝzǝl (Lommel), vǭ.zǝl (Genk, ... ), vǭzǝl (Bergen, ... ), vǭǝ.zǝl (Helchteren, ... ), vǭǝzǝl (Hamont, ... ), vazelzeug:   vāzǝl (Banholt, ... ), vǭzǝl (Bilzen, ... ), vǭžǝl (Rosmeer), vǭǝ.zǝl (Beverst), waterige kost:   vazel (Stein), zwak, slap:   vazel (Heythuysen) I-11, I-12, I-9, III-1-1, III-1-2, III-1-3, III-2-3
vazel kijken bleek, flets zien:   kiektj vazel (Herten (bij Roermond)) III-1-2