e-WLD trefwoorden 

 
 
Filteren...

Overzicht

Gevonden: 140309
TrefwoordBegrip: dialectopgave (plaats)Toelichting
verrckt (du.) gek:   verrukt (Blitterswijck, ... ), və’ruk (Meeswijk) III-1-4
verregende steen beregende steen:   vǝrrī̄gǝldǝ štęjn (Nunhem), vǝrrē̜.gǝndǝ stiǝn (Venray), vǝrrē̜.gǝndǝ štęjn (Nunhem) II-8
verregende zomer weer naar het jaargetijde: #NAME?  verréëgende zoeëmer (Heerlen) III-4-4
verrek aan get haan verwaarlozen:   vr‧eͅk ˂a geͅ.t hā.n (Eys) III-1-4
verreketig bovenmate, hevig, zeer:   verèkketig (Diepenbeek), verèktig (Diepenbeek) III-4-4
verrekijker caleidoscoop add.:   verrekieker (Venray) III-3-2
verrekkeling beestachtig persoon; beestachtig: vraag 400 is een dubbel bestand (2 x 115) waaruit twee lemmata vervaardigd moeten worden: "beestachtig (van karakter)"; "beestachtig persoon  verrekkeling (Neer), ⁄ne verrékkeling (Caberg), boosaardig paard:   vrękǝleŋ (Kerkrade), vrɛkǝleŋ (Meeswijk), deugniet:   verrêkeling (Gronsveld), vrékkəling (Heerlen), durfal: m.  vreͅ.kəleŋ (Eys), galgenaas:   vrekkeling (Bocholt), schelm:   vrēkkəling (Nieuwenhagen), vrèkeling (Wijlre), slecht mens, slechte kerel:   vrekkeling (Bocholt) III-3-2, I-9, III-1-4
verrekkeling (zn.) ergens buiten het hok blijven zitten: Algemene opmerking: deze vragenlijst is nogal slecht (= weinig antwoorden) ingevuld!  verekkeling (Gruitrode) III-3-1
verrekken breken, doorbreken:   vrɛkǝ (Bleijerheide  [(Domaniale)]   [Domaniale]), vǝrrɛkǝ (Geleen  [(Maurits)]   [Domaniale]), knikken:   vǝrrɛkǝ (Lutterade  [(Maurits)]   [Maurits]), sterven:   verrèkke (Genk), vǝrɛkǝ (Heerlen), vəreͅkə (Puth), WLD  verréékə (Haelen), vərréékə (Haelen), verkillen: WNT: verrekken, oneig.: verrekken van de kou.  he verrekte van de káá (Bilzen), verstuiken:   ich oep mənən ɛnkəl vəroͅch (Mechelen-aan-de-Maas), verrŭkke (Doenrade), verrèke (Heek), verrèkke (Beegden), verrökke (Epen), verrökt (Epen), verzuimen: (echter plat).  verrekke (Melick) I-11, II-5, III-1-2, III-1-4, III-2-2, III-4-2
verrekken van de honger honger hebben:   verrek van den hònger (Buchten) III-2-3