20471 |
zo te pas zijn |
menstrueren:
zoi te pas zin (Q013p Uikhoven)
III-2-2
|
|
17551 |
zo vet als een varken |
papperig, opgeblazen persoon:
zo vet as n vèrke (L429a Berg-aan-de-Maas)
III-1-1
|
|
20481 |
zo wat geen adem meer hebben |
hijgen naar adem, reutelen:
hij het zó wat gennen ojjem mer (L210p Venray)
III-2-2
|
|
19226 |
zo wie het gaat |
gemakkelijkste wijze; gemakkelijkst; gemakkelijk maken:
zoe wie ut geit (L271p Venlo)
III-1-4
|
|
19226 |
zo wie het past |
gemakkelijkste wijze; gemakkelijkst; gemakkelijk maken:
zoe wie ut pas (L271p Venlo)
III-1-4
|
|
17986 |
zo wit als een dode |
bleek:
hij zie zoo wit as nen doe`e (K353p Tessenderlo),
nb: her het ee gezich wej ne sniechieter
hèr is zoe wit as ne doeie (Q172p Vroenhoven)
III-1-2
|
|
19343 |
zo wreed als een schaap? |
zeer blij:
zoe vrieëd es e scho⁄p (L353p Eksel)
III-1-4
|
|
20329 |
zo zak zo zaad |
hij aardt naar zijn vader:
cf. WNT s.v. "zak (I)"bij zegsw. en uitdr.: (Limb., Haspengouw) zoo zak, zoo zaad(goed) ......... kinderen aarden naar de ouders, de appel valt niet ver van den boom....
zoo zak zoo zodt (Q175p Riemst)
III-2-2
|
|
20635 |
zo zat als een kanon |
dronken:
zoo zaat es ein kanōn (Q020p Sittard)
III-2-3
|
|
20635 |
zo zat als een maleier |
dronken:
zo zat als n Maleier (L163p Ottersum)
III-2-3
|
|