e-WLD trefwoorden 

 
 
Filteren...

Overzicht

Gevonden: 140309
TrefwoordBegrip: dialectopgave (plaats)Toelichting
zoutspiritus soldeervloeimiddel:   zātspiritøs (Loksbergen) II-11
zouttijn pekelkuip:   zǫwtin (Gruitrode) II-1
zouttob pekelkuip:   zǫwttob (Gruitrode) II-1
zoutton pekelkuip:   zatǫn (Beringen) II-1
zouttromp zoutpot:   zau̯ttromp (Meeswijk), zoutvat:   zauttromp (Valkenburg), gedraaide nap, waarin het zout in de keuken bewaard wordt  zauttromp (Sittard) III-2-1
zoutvaatje zoutvat:   sau̯t˃fɛtšə (Eupen), zaltvaetje (Venlo), zautvèètsje (As, ... ), zālt˃vɛtjə (Gennep, ... ), zāt˃vēͅtjə (Herten (bij Roermond)), zâltvetje (Castenray, ... ) III-2-1
zoutvat zoutpot:   zaajtvaat (Maastricht), zaaltpot (Middelaar), zuitvat (Kwaadmechelen), zoutvat:   zāt˃vōͅt (Genk), ?t Zautvaat ómsjtoote:zout morsen (voorteken van ruzie)  zautvaat (Sittard) III-2-1
zoutwater hardingsmiddel:   zātwātǝr (Helden, ... ), pekel: As ge wet, water vlaes ge ien de kuup het, kunde t zâltwater r nor make: wanneer men weet wat er gaat gebeuren, kan men passende maatregelen nemen  zâltwater (Castenray, ... ) II-11, III-2-3
zoutzak futloze jongen:   zâltzák (Castenray, ... ), goedzak:   enne zoatzak (Blitterswijck), kieskauwer: verzamelfiche ook mat. van ZND 1(a-m)  zoĭtzak (Rutten), onnozel persoon: Note v.d. invuller: eine zeutstjein / ergent een steen om voor aanzetten v. scheermes.  zaotzak (Neer) III-1-4, III-2-3
zoutzuur afbijtmiddel:   zoutzuur (Heerlen), schoonbijtmiddel:   zalt˲zȳr (Helden), soldeervloeimiddel:   zalt˲zȳr (Heijen, ... ), zalt˲zø̜jǝr (Siebengewald), zoutzuur (Nieuwenhagen  [(voor zink)]  , ... ), zǭt˲zȳr (Geulle) II-11, II-9