e-WLD trefwoorden 

 
 
Filteren...

Overzicht

Gevonden: 140309
TrefwoordBegrip: dialectopgave (plaats)Toelichting
zughub takel:   tsuxhup (Brunssum  [(Emma / Hendrik / Wilhelmina)]  , ... [Julia]  [Laura, Julia]), tsūxhup (Waubach  [(Laura / Julia)]   [Zwartberg, Waterschei]), zūxhup (Geleen  [(Maurits)]  , ... [Emma, Hendrik, Wilhelmina]  [Maurits]  [Maurits]) II-5
zuhlter (du.) pooier:   tsoehelder (Vaals) III-2-2
zuid-noord denkbeeldige lijn tussen hok en losplaats: ps. letterlijk overgenomen, zoals invuller het genoteerd heeft!  Zuid-Noord (Echt/Gebroek) III-3-2
zuidwester flaphoed: Van Dale: zuidwester, 2. breedgerande hoed van oliedoek die zeelieden en schippers bij regenweer (zoals veelal bij zuidwestenwind) dragen.  Zuidwester (Meijel), hoed: spotnamen: Van Dale: zuidwester, 2. breedgerande hoed van oliedoek die zeelieden en schippers bij regenweer (zoals veelal bij zuidwestenwind) dragen.  unne zuidwester (Maastricht) III-1-3
zuiel kwezel:   zajel (Maastricht) III-3-3
zuiel hebben gelijkspelen:   zøͅyjəl høͅbə (Kapel-in-t-Zand) III-3-2
zuielaar dronkaard:   zöjelaèr (Buchten), persoon die traat praat: WNT: sub zuielen (I), Afl. zuielaar, sloom persoon.  zuijeler (Noorbeek, ... ), treuzelaar:   zeùeleer (Heerlerbaan/Kaumer), zuieller (Kesseleik), zuijeléér (Oirsbeek), zènjelaer (Geleen) III-1-4, III-2-3, III-3-1
zuielen met tussenpozen regenen:   zĕĭjjele (Ingber), ⁄t zuijelt (Sittard), moeilijk vooruitkomen:   saajele (Thorn), saanjele (Sittard), motregenen, licht regenen:   te zuijelen (Urmond), slenteren:   saajele (Maastricht), saanjele (Sittard), sajele (Laak, ... ), i.e. kuieren, slenteren. B.v. op zien dooje gemak koom dr aa.ngezuijere.  zuijele (Boukoul, ... ), stille regen:   zuijele (Roermond), traag praten:   zieëele (Waubach), treuzelen:   dei joeng kan saaielen (Maaseik), dè joeng kan saajele (Maaseik), dê joong kan toch saaijelen (Rekem), zuijelə (Oirsbeek), zuijələ (Reuver), zaniken, zeuren:   zeûjele (Heerlerbaan/Kaumer) III-1-2, III-1-4, III-3-1, III-4-4
zuieltig kwezelachtig:   zajeltig (Maastricht) III-3-3
zuier treuzelaar:   tseujer (Vaals) III-1-4