e-WLD trefwoorden 

 
 
Filteren...

Overzicht

Gevonden: 140309
TrefwoordBegrip: dialectopgave (plaats)Toelichting
baaien voorschoot baaien onderrok:   boͅwəjəsXø̄t (Tessenderlo) III-1-3
baaitabak tabak:   bajtabak (Montzen) III-2-3
baak baken:   baak (Baarlo, ... ), baok (Montfort), bēk (Blitterswijck), bââk (Schimmert), bɛk (Meterik), okkernoot:   baok (Altweert, ... ), pit van een steenvrucht:   baa.k (Hasselt), baak (As, ... ), bā.k (Hasselt), Bree Wb.  bauk (Bree), etym. (e.d.), zie boek  bao.k (Zonhoven), WBD/WLD  bawk (As), bōūk (Opglabbeek), pit, kern van fruit:   bāk (Hasselt, ... ), van steenvruchten  bāk (Bree), bōͅk (Montfort), steen: Bree Wb.  bauk (Bree), WBD/WLD  bawk (As), bōūk (Opglabbeek), walnoot:   baok (Nederweert), waterpaspalen:   bāk (Griendtsveen) I-7, II-4, III-2-3, III-3-1
baak/bach natuurlijke waterloop:   bak (Eupen, ... ), bā.x (Montzen), bāk (Eys, ... ), bāx (Bocholtz, ... ), bāǝk (Wijlre) I-8
baakspringen slootjespringen:   baak springe (Eys), bāk sjpreŋə (Heerlen), bāksjpreͅŋə (Eys) III-3-2
baakster baker: syn.: wiesvrouw  baokster (Castenray, ... ) III-2-2
baaktand kies:   ba.ktant (Montzen), ba:ktant (Aalst-bij-St.-Truiden), baa.kta.nd (Hasselt), baaktaand (Wilderen), baaktand (Vechmaal), baaktanden (Sint-Truiden), baakteng (Montzen), baataand (Mielen-boven-Aalst), baataant (Wilderen), baäktant (Duras), bāktand (Loksbergen), bāktant (Halen), bāktān (Sint-Truiden), bāktānt (Sint-Truiden), bāktânt (Hasselt), boakta-nd (Wellen), boaktānd (Sint-Truiden), booektâ-n (Wellen, ... ), booktand (Voort, ... ), bouktand (Stevoort), bouktā-n (Wellen), bouktānd (Diepenbeek, ... ), boəktant (Kortessem), bōktand (Kuttekoven), bōoktān (Bommershoven), bōəktānt (Bommershoven), bōͅktān (Sint-Truiden), bōͅkta͂nt (Mettekoven), bōͅktând (Vliermaal), buokta͂nt (Heers), buōktānt (Gelinden), bùoktan (Gelinden), enne baoktand (Hoepertingen), inne booktand (Hoepertingen), inne bŏŭktant (Stevoort), ne bouktand (Sint-Lambrechts-Herk), ənə beuəktant (Zepperen), ənə bo.ktant (Wellen), Vs. booknagel voor navel.  bôektan (Rosmeer) III-1-1
baal baalschort:   baal (Leunen, ... ), bal (Wintershoven), bāl (Lanklaar), bāəl (Rotem), bōͅəl (Hamont), bij de boeren  baal (Venlo), bond men vroeger ter bescherming van de rok voor, was n dikke zak  baal (Sibbe/IJzeren), indien gemaakt van juten zak  baal (Wellerlooi), van jute, bij heel vuil werk  baal (Stramproy), voor extra vuil boerenwerk of werk waarbij ze op de knieën kruipen, is ook lang  baal (Hout-Blerick), deegkleed:   bāl (Geulle), jute:   bāl (Altweert, ... ), ongebleekte baalkatoen:   bowǝl (Hoepertingen), ongeordende hoeveelheid, chaos:   boal (Blerick), rot:   baol (Valkenburg), schort, voorschoot:   bāl (Helden), zaaikleed:   bāl (Boekend, ... ) I-4, II-1, II-7, II-9, III-1-3, III-2-3, III-4-4
baaldem omheinde wei:   bayǝm (Hoensbroek) I-8
baalkatoen lap: Baalkatoen.  baalketohwn (Peer), ongebleekte baalkatoen:   balkatun (Herderen), balkǝtown (Hoepertingen), balkǝtȳn (Opglabbeek), balkǝtǫwn (Bilzen, ... ), bālkǝtuwn (Neerpelt) II-7, III-1-3