e-WLD trefwoorden 

 
 
Filteren...

Overzicht

Gevonden: 140309
TrefwoordBegrip: dialectopgave (plaats)Toelichting
bazige kaptein bazige vrouw:   ⁄n bazige kaptein (Schimmert) III-1-4
bazige, een - bazige vrouw:   bazige (Ophoven) III-1-4
bazin bazige vrouw:   basin (Oirsbeek), boazin (Sint-Truiden), boerin:   bazin (Bunde, ... ), bazīn (Schimmert), bāzin (Guttecoven), boazin (Hoeselt), báázin (Heel, ... ), de bazin (Bree, ... ), echtgenote:   boͅazin (Koninksem), (= vrouw).  bazin (Meeuwen), grof gebouwde vrouw:   boazin (Sint-Truiden), molenaarsvrouw:   bazin (Einighausen, ... ), bāzen (Aldeneik, ... ) II-3, III-1-1, III-1-4, III-2-2, III-3-1
bche (fr.) bovenstuk van een rijtuig: Van Dale (FN): bâche, dekzeil, zeil.  bache (Jeuk), lap:   basj (Eksel) III-1-3, III-3-1
be de kut spelen masturberen:   bij de kut spelen (Vorsen, ... ) III-2-2
be zijn charles spelen masturberen:   be zène zjaa.rel spee.le (Zolder, ... ) III-2-2
be zijn kloten spelen voor de gek houden:   īē.ëmant bè z’n kloete spee.ële (Zonhoven) III-1-4
be zijn staart houwen kwispelstaarten:   be zene stat hauwe (Gelinden), be zənə stat haue (Zepperen), bee zene stat howe (Borgloon), bij zijne stat hooë (Wellen), bij zijne stat hooën (Stevoort), bè zene stat hooën (Voort) III-2-1
be zijn staart kwikkelen kwispelstaarten:   be zənə stat kwikkele (Sint-Truiden) III-2-1
be zijn staart kwispelen kwispelstaarten:   bij zenne stat kwispele (Zepperen) III-2-1