e-WLD trefwoorden 

 
 
Filteren...

Overzicht

Gevonden: 140309
TrefwoordBegrip: dialectopgave (plaats)Toelichting
op de bleek leggen de was bleken:   op de blaai-ek lenge (Tessenderlo), op de bleek leggen (Vroenhoven), op de bleik lĕggen (Valkenburg), op den blieĕk liggen (Genk), oppe bleek lègge (Kuringen), op˂ də blēk legə (Martenslinde) III-2-1
op de bleek liggen drogen, droog worden (van gemaaid gras):   ǫp dǝ blēi̯k lē̜gǝ (Klimmen) I-3
op de bleek zetten de was bleken:   op de bleek zette (Heers) III-2-1
op de blote voeten barrevoets:   op tə blu.ətə vø.t (Schaesberg), up tə blu.tə vø.t (Nieuwenhagen), up tə blu.ətə vø:t (Heerlen), Niet gebruikt, men zegt berveuts, berves of op de blote veut.  ? <op de blote veut> (Roermond) III-1-3
op de bodem zitten alles kwijt:   oppe boejem zitte (As) III-3-2
op de boek laten schrijven poffen: ps. omgespeld volgens Frings.  oͅptərbōk lōtəšrivə (Teuven) III-3-1
op de boemel gaan uitgaan:   op de boemel gaan (Zonhoven), òppe bómmel gōēn (As) III-3-1
op de bok zetten op ruiters zetten, ruiteren:   ǫp˱ dǝ bǫk ˲zętǝ (Stokkem) I-3
op de bol zetten opbollen:   op dǝ bǫl zętǝ (Ottersum), ǫp dǝ bǫl zøtǝ (Bocholt) II-1
op de bon slingeren bekeuren:   op də bōn sjlingərə (Roermond) III-3-1