e-WLD trefwoorden 

 
 
Filteren...

Overzicht

Gevonden: 140309
TrefwoordBegrip: dialectopgave (plaats)Toelichting
opbakken bakken:   opbakke (Eys), opbakken:   opbakǝ (Bleijerheide, ... ), ǫbakǝ (Munsterbilzen) II-1, III-2-3
opband vlegelband:   ǫbānt (Diepenbeek) I-4
opbaren afleggen van een dode: znd 32, 20;  òp baarə (s-Herenelderen) III-2-2
opbarsten knappen:   opbasjte (Kunrade) III-4-4
opbatelen opmaken van staart en manen:   ǫpbātǝlǝ (Mechelen  [(met vier draden vlechten)]  , ... ) I-9
opbellen de aankomst van de duif telefonisch melden:   opbelle (Herten (bij Roermond)) III-3-2
opbenen zetten:   opbęjnǝ (Maasbree) II-10
opbergen opbergen:   obberge (Baexem, ... ), obergə (Voerendaal), oopbergə (Horst), opbege (Maasbree), opberge (Beesel, ... ), opbergen (Arcen, ... ), opbergĕ (Maasbracht), opbergə (Eys, ... ), opberrege (Maastricht, ... ), opberregge (Klimmen), opberrige (Ospel), opbäerige (Meijel), opbèrrege (Heijen, ... ), opbérge (Middelaar), ŏpbĕrgə (Pey), òpberge (Waubach), wissen mijten:   ǫp˱bɛrǝgǝ (Weert) II-12, III-1-2
opbergkast kast voor liturgische gewaden:   opbergkaste (Posterholt) III-3-3
opbermen de duigen stapelen:   ǫp˱bɛrmǝ (Blerick, ... ), graan stapelen in de schuur:   ǫp˱bɛrǝmǝ (Baexem, ... ) I-4, II-12