e-WLD trefwoorden 

 
 
Filteren...

Overzicht

Gevonden: 140309
TrefwoordBegrip: dialectopgave (plaats)Toelichting
paardsnagels hoefnagels:   pe̜ǝtsnǭ.gǝls (Vorsen) II-11
paardsnede dikke snee brood: Syst. Frings  pēͅtsneͅi̯ (Halen) III-2-3
paardsnee dikke snee brood:   paersjnee (Swalmen) III-2-3
paardsnet rugnet:   [paardsnet] (Gruitrode, ... ), vliegennet:   paardsnet (Rutten, ... ), pi̯atsnęt (Borgloon, ... ), pi̯ātsnęt (Groot-Gelmen, ... ), pi̯ętsnęt (Romershoven), pē̜rsnęt (Gruitrode), pē̜tsnęt (Wilderen) I-10
paardsnetel witte dovenetel:   pɛǝtsniǝtǝl (Eys) I-5
paardsnoot okkernoot:   peerdsneut (Maastricht, ... ), -  peirschnoot (Amby, ... ), kièl dikk6  pèrsjneut (Berg-en-Terblijt), oo met sleeptoon, ai = è in het Franse père  pairsnoot (Horn), oude grote soort; moderne naam: paranot  pêrdsnoët (Gronsveld), walnoot:   peirschnoot (Amby), pèrsjneut (Berg-en-Terblijt), de dunne noot en de dikke paersnoot. (meerv. van noot = neut)  paersnoot (Herten (bij Roermond)), oo met sleeptoon; ai van franse père (boom = notebaum)  pairsnoot (Horn), oude grote soort; moderne naam: paranot  pêrdsnoët (Gronsveld) I-7, III-2-3
paardsoester paardenhorzel:   pēͅrsooster (Eisden) III-4-2
paardsogen margriet (leucanthemum vulgare lamk.):   pjèdsógë (Hoeselt), muntgeld: ps. omgespeld volgens Frings.  pjeͅsōxə (Lommel) III-2-1, III-3-1
paardsoog blauw oog:   pĕĕrsaug (Bree), cirkelvormig raam:   pɛrsǫu̯x (Maaseik), ei zonder schaal:   pęi̯ētsux (Buvingen), huurpenning:   pēͅrsø[i}X (Neerglabbeek), kamille (alg.): Gele kamille (Anthemis tinctoria L.)  paardsoog (Vliermaalroot), Roomse kamille (Anthemis nobilis L.)  paardsogen (Vechmaal), petsuəX (Kwaadmechelen), Roomse kamille (Anthemis nobilis L.) paarde ogen  pjatsaugə (Kortessem), Valse kamille (Anthemis arvensis L.)  paardsoog (Vliermaalroot), margriet:   pjḁḁrdsōēge (Hasselt), (paardsogen)  piatsouge (Groot-Gelmen), -  pjadsoog (Vliermaalroot, ... ), paardsogen  piatsouge (Groot-Gelmen), W.N.T. paardsoog 4 margriet; z. L.J. p. 64 de bloem groeit in weiden waar koeien en paarden grazen; zij is groot zoals het oog van die dieren  piártsōēch (Zonhoven), witte margriet  pjḁḁrdsōēg (Hasselt), paardebloem:   pieëdsoog (Bilzen), pi̯ētsōx (Bilzen), pèèrdsaug (As), pɛ̄rtsau̯x (As), paardebloem  paardsoog (Bilzen), rijksdaalder:   ei paesjaug (Sittard), pirsoig (Mesch), péérds-oug (Oost-Maarland), (= paarden-oog).  ei pèrds-aug (Echt/Gebroek), (St. Pieter).  peertsog (Heugem), Algemene opmerking: invuller twijfelt over het spellingssysteem (Veldeke). Aangezien de lijst normaal (dus in gewoon Nederlands) is ingevuld, heb ik de lijst letterlijk overgenomen, dus niet(s) omgespeld!  ’n paeërds ow (Eijsden), vijf frank: 5 fr.  ə pɛrsūg (Eksel), ps. letterlijk omgespeld volgens Frings.  peͅrsuəg (Neerpelt), ps. letterlijk omgespeld volgens IPA. De i geïnterpreteerd als een hoge i en dus omgespeld: ?.  pi̯etsōu̯x (Tongeren), ps. omgespeld volgens Frings.  pēͅīrsōͅu̯x (Bocholt), pēͅrsauz (Kinrooi), pēͅrsox (Oud-Waterschei), pēͅrzōͅwx (Rotem), pjatsōu̯x (Rosmeer), pjeͅšōx (Lommel), ps. omgespeld volgens Frings. Alleen de å heb ik niet omgespeld!  ən pja͂rsux (Hasselt), ps. omgespeld volgens Frings. Boven de a met een rondje erboven staat nog een ´; dit tekentje heb ik niet meegenomen in de omspelling!  pjadzou̯x (Ketsingen) I-12, I-5, I-6, III-1-2, III-3-1, III-4-3
paardsoreis paardenhorzel:   pe:rtshure.s (Nieuwenhagen), peëdshoerees (Eygelshoven), peëdshorees’ (Bleijerheide, ... ) III-4-2