e-WLD trefwoorden 

 
 
Filteren...

Overzicht

Gevonden: 140309
TrefwoordBegrip: dialectopgave (plaats)Toelichting
pijpenspitsje sigarenpijpje:   pie’fesjpits-je (Bleijerheide, ... ) III-2-3
pijpenstaaf ezel:   pīpǝstāf (Neeritter), gleufstaak:   pīpǝstāf (Neeritter) II-11
pijpenstaak ezel:   pīpǝstāk (Siebengewald) II-11
pijpenstaart pijpensteel:   paipestat (Lauw), pèè.pestart (Hasselt) III-2-3
pijpenstaarten verschillende knikkerspelen: In: On piêpesterte doon: knikkerspel waarbij in plaats van "maale""piêpesterte"werden gebruikt. (Voor de beschrijving van dit spel: zie "maale").  piêpesterte (Weert) III-3-2
pijpensteel pijpensteel:   paipesteel (Lauw), peiəpəstijəl (Gutshoven), pēpesteel (Hechtel), pēpəstēl (Neerpelt), pēͅpəstēl (Herk-de-Stad), piejpesteel (Hamont), piepesjteel (Roermond), piepesteel (Achel, ... ), piepestiel (Neeroeteren), piepəsteel (Overpelt), pijpensteel (Halen), pijpesteel (Kerkhoven, ... ), pijppesteeil (Heusden), pijpəsteel (Tessenderlo), pipestel (Neerpelt), piêpesteel (Hamont), pypesteel (Tessenderlo), pèpesteel (Hasselt), pɛəpəsteəl (Lanklaar), Me kan ?t neit baeter opmaake es door eine piepesjteel: wordt gezegd van frevent roker  piepesjteel (Sittard), Net zó vet as enne pi‰pesteel zien: mager zijn  piēpesteel (Castenray, ... ), Nieuw.  pipəstiəl (Stokkem) III-2-3
pijpenstelen plensbui, zware bui:   piepəstélə (Opglabbeek) III-4-4
pijpenstelen regenen aanhoudend regenen:   ut raegent piepestele (Blerick), gieten, hard regenen:   regent piepestèle (Valkenburg) III-4-4
pijpentang pijpsnijder:   pīpǝtaŋ (Meerlo), pijptang:   pīpǝtaŋ (Heijen, ... ), waterpomptang:   pīfǝtsaŋ (Kerkrade) II-11
pijpenterger orgeldraaier:   pīēpeterger (Waubach), [Schertsend?, RK]  pipenterger (Heerlen) III-3-2