e-WLD trefwoorden 

 
 
Filteren...

Overzicht

Gevonden: 140309
TrefwoordBegrip: dialectopgave (plaats)Toelichting
pokziekte aardappelziekten:   pǫkziktǝ (Achel), tuberculose:   pukzektǝ (Tessenderlo) I-11, I-5
pol aardappelstruik:   pǫl (Gennep, ... ), pol:   pol (Castenray, ... ) I-5, III-4-3
polbonen sperziebonen:   polboon (Gennep, ... ) I-7
polder [baaienjas?]:   ’ne polder (Lutterade), achterwerk:   polder (Hasselt), poͅldər (Hasselt), póller (Zolder), i.e. achterwerk.  poller (Genk), Kindertaal.  pòlder (Tongeren), Verouderd.  polder (Bilzen), kippenladder, kippenleertje:   pø̄ldǝr (Kwaadmechelen), pǫlǝr (Diepenbeek), kippenrek, hoenderrek:   paldǝr (Rosmeer, ... ), pyldǝr (Heppen, ... ), pøldǝr (Beringen, ... ), pølǝr (Beringen, ... ), pø̜ldǝr (Kerkhoven, ... ), pø̜lǝr (Beringen), pōldǝr (Oud-Caberg), pǫ.ldǝr (Sint-Truiden), pǫ.lǝr (Zonhoven), pǫldǝr (Achel  [(stok waar een vogel op zit)]  , ... ), pǫlǝr (As  [(stokken als rustplaats voor de hennen)]  , ... ), kippenzolder, polder:   paldǝr (Hees, ... ), palǝr (Herderen, ... ), poldǝr (Aalst  [(ook indien gelijkvloers)]  , ... ), polǝr (Millen, ... ), pøldǝr (Kwaadmechelen, ... ), pø̜ldǝr (Waasmont), pǫ.ldǝr (Maastricht), pǫldǝr (Aalst, ... ), pǫlǝr ('S-Herenelderen, ... ), (mv)  pǫlǝrs (Houthalen), omwalde akker:   pǫldǝr (Nederweert), slaapkamer:   polder (Hasselt), venweide:   polder (Jabeek), zitvlak van een broek:   polder (Borgloon, ... ), poldər (Beringen), polər (Schulen), pōͅldər (Wintershoven), pŏlər (Boekt/Heikant), poͅldər (Halen, ... ), poͅlər (Diepenbeek), poͅlər, -s, -kə (Eigenbilzen), pòlder (Bilzen, ... ), zolder boven de dorsvloer:   pø̜̄ldǝr (Walsbets), pø̜lǝr (Sint-Truiden), pø̞ ̞ldǝr (Kwaadmechelen) I-6, I-8, III-1-1, III-1-3, III-2-1
polderboeren karweien: waarschijnlijk  polderboeren (Tongeren) III-3-1
polderbroek directoire:   poͅldərbruk (Borlo, ... ), klepbroek:   polderbroek (Heers), poldĕrbrok (Vliermaalroot), poͅlleͅrbroek (Hoeselt), poͅllərbruk (Bilzen, ... ), kuitbroek:   poͅldərbruk (Opheers), pofbroek:   po.ldərbruk (Borlo), poͅldərbruk (Hoepertingen, ... ), pòlderbroek (Sint-Truiden), veel te wijde broek:   polderbroek (Borgloon, ... ), poldərbruk (Tongeren), pōͅldərbrūk (Wintershoven), poͅldərbruk (Velm) III-1-3
polderen ontbost terrein met een schop omwerken:   pǫldǝrǝ (Boekend), rooien, algemeen:   pǫldǝrǝ (Gelinden) I-5, I-8
poldergat kippenuitgang:   pǫldǝrgō ̞ǝt (Brustem) I-6
poldergrond klei, leem:   polǝrgront (Beringen), kleigrond:   poͅlərgroͅnt (Beringen) I-8, III-4-4
polderkot kippenuitgang:   poldǝrkūt (Vechmaal) I-6