e-WLD trefwoorden 

 
 
Filteren...

Overzicht

Gevonden: 140309
TrefwoordBegrip: dialectopgave (plaats)Toelichting
bet de staande wagel met staande kar varen:   bę dǝ stōndǝ wǭgǝl (Duras) I-10
bet de staande wagel varen met staande kar varen:   bę dǝ stonǝ wǭ.gǝl vǭǝ.rǝ (Zepperen) I-10
bet de streek derover (gaan) wetten met de strekel, strijken:   bę dǝ stręi̯k˱ dǝrø̄vǝr (Vorsen) I-3
bet de streek eens derover gaan wetten met de strekel, strijken:   bę dǝ stręi̯g es tǝryǝ.vǝr gǫn (Kozen) I-3
bet de taarlingen gooien dobbelen:   bè de tja.llinge gojje (Gors-Opleeuw) III-3-2
bet de toom houden losgetuigd leiden:   bę dǝn tum hā (Rummen), bę dǝn tum ān (Zolder) I-10
bet de velo jagen fietsen: - pag. 103: jaoge, rijden - syn. vaorn;  jaoge bè de villow (Diepenbeek), ... e toerke jòge bè de villau.  jòge bè de villau (Kortessem) III-3-1
bet de volle hand met de volle hand -zaaien:   bę dǝ vǫl ha.nt (Beverst, ... ), bę dǝ vǫl hā.nt (Zonhoven) I-4
bet de voor mee [eggen] overlangs heen en weer eggen:   bę dǝ vōr mē (Bokrijk) I-2
bet de voor met [eggen] overlangs heen en weer eggen:   bę dǝ vuǝr męt (Bommershoven) I-2