e-WLD trefwoorden 

 
 
Filteren...

Overzicht

Gevonden: 140309
TrefwoordBegrip: dialectopgave (plaats)Toelichting
bet de wol mee met de vleug mee:   bę dǝ wǫl mē (Zolder) II-7
bet dikke koorden opwinden ophijsen:   bę dekǝ kōdǝ opwyǝ (Waasmont) II-1
bet dobbel gespan met staande kar varen:   bę dobǝl gǝspā.n (Bommershoven) I-10
bet dobbel kordeel varen het paard met een dubbele lijn leiden:   bę dǫbǝl kordīl vǭ.rǝ (Beverst), bę dǫbǝl kǝrdil vǭ.rǝ (Godschei) I-10
bet dobbele vol [eggen] met vollen eggen:   bę dǫbǝl vǫ.l (Hasselt) I-2
bet drie demen driespeen:   be drę dømǝ (Linkhout) I-11
bet een halve vol [eggen] met vollen eggen:   bę n hāf ˲vǫl (Romershoven) I-2
bet een reep slepen slepen:   bę nǝ rīp slē.pǝ (Hasselt) I-2
bet een ring spelen hoepelen:   bè nen reenk spe-le (Zepperen), Sub ring, (3).  bè(t) ne rè.nk spee.ële (Zonhoven) III-3-2
bet een spit graven met een voor spitten:   bę ǝn spēt ˲[graven] (Bokrijk) I-1