e-WLD trefwoorden 

 
 
Filteren...

Overzicht

Gevonden: 140309
TrefwoordBegrip: dialectopgave (plaats)Toelichting
uitjitsen uitsliepen:   iemënt oetjïtsë (Lanklaar), ūtjitse (Neeroeteren) III-3-2
uitjochten uitschelden: plat  øtjochejtə (Leopoldsburg) III-3-1
uitjoechen uitsliepen: Cf. WNT sub joechjachen.  oe‧tjoegen (Urmond) III-3-2
uitjouwen iemand uitschelden:   eement oetjouwen (Kaulille), uitschelden:   eement oetjouwen (Kaulille), oetjoewe (Tungelroy), oetjouwe (Maastricht, ... ), oetjouwen (Kesseleik), ōētjouwə (Venlo), utjouwe (Meerlo), uutjouwe (Venray), uûtjouwe (Oirlo), ówtjówe (As), ütjouwe (Tienray), əətjaowə (Loksbergen) III-1-4, III-3-1
uitjuichen uitschelden: vgl. Sittard Wb. (pag. 272): oetjoeche, uitjouwen. [pag. 157: joeche, juichen; klagelijk gehuil van een hond].  oetjoege (Lutterade) III-3-1
uitkaaien uitglijden:   u:tkɛijə (Stokkem) III-1-2
uitkaarten een kaart uitspelen:   oetkaarte (Klimmen, ... ) III-3-2
uitkafferen bekvechten:   oetkaffere (Beek), uitkafferen (Meeuwen), iemand luidruchtig berispen:   oetkaffĕrĕ (Echt/Gebroek), ōētkaffere (Amby), opspelen:   oetkaffere (Geleen), outkaffərə (Wijnandsrade), scherp de waarheid zeggen:   oetkaffere (Swalmen, ... ), utjkafferen (Meijel), uitschelden:   oetkaffere (Maasbree, ... ) III-1-4, III-3-1
uitkaken uitsliepen:   oe:tkake (Swalmen) III-3-2
uitkallen uiten:   oetkalle (Schaesberg, ... ), ōētkallə (Epen), ze.x ˂ū.tk‧alə (Eys), zich oetkalle (Neer), ôêtkallen (Eksel) III-3-1