e-WLD trefwoorden 

 
 
Filteren...

Overzicht

Gevonden: 140309
TrefwoordBegrip: dialectopgave (plaats)Toelichting
uitkissen treiteren:   oetkisje (Doenrade) III-1-4
uitkitsen uitsliepen:   enne oe:tkiesje (Voerendaal), ich kiesj dich oe:t (Voerendaal), oet kietse (Kelmis), oetkietse (Montzen), ōē.tkietsen (Epen, ... ), ūtkitsə (Eys), [vgl. G. Naert (1985), pag. 12 sub uitjitsen].  enge oetkitsen (Montzen), engen oetkietsen (Montzen), oetkietsə (Montzen), ûtkĭtse (Montzen) III-3-2
uitklappen brood uit het blik of van de plaat halen:   ūtklapǝ (Noorbeek) II-1
uitkleden aftuigen:   ūtklei̯ǝn (Overpelt) I-10
uitklophamer houten hamer:   ūtklǫphāmǝr (Wijnandsrade) II-11
uitkloppen brood uit het blik of van de plaat halen:   ūtklopǝ (Swalmen), dorsen met de vlegel:   ǫǝtklǫpǝ (Zonhoven), drijven:   uitkloppen (Opglabbeek), utklopǝ (Montzen), ūtklǫpǝ (Helden), haren:   ōu̯ǝtklǫpǝ (Diepenbeek), ūtklǫpǝ (Venlo), jagen:   oǝtklǫpǝ (Alken), kloppen:   øtjklopǝ (Meijel), werveluitsteeksels losmaken:   ūtklopǝ (Neerpelt) I-3, I-4, II-1, II-10, II-11, II-6
uitkloppen op het rondhout kloppen:   uǝtklǫpǝ op ǝt roŋkhǫwt (Maasbree) II-10
uitklopper afdrager:   ūtklǫpǝr (Tegelen), garde:   oetklopper? (Reuver), roeper:   oetklopper (Herten (bij Roermond), ... ), oetklöpper (Maasniel) II-8, III-2-2, III-3-1
uitknijpen wringen: #NAME?  uutkniepe (Oirlo) III-1-2
uitknippen knippen, snijden:   øtjknepǝ (Meijel), ūtknepǝ (Kesseleik, ... ) II-7