e-WLD trefwoorden 

 
 
Filteren...

Overzicht

Gevonden: 140309
TrefwoordBegrip: dialectopgave (plaats)Toelichting
uitkalven uitpersen van de baarmoeder, prolapsus uteri:   (de koe heeft) ōǝtgǝkalǝft (Rijkel) I-11
uitkammen afkammen:   au̯.tkamǝ (Tongeren), uitkammen (Dilsen, ... ), øtkamǝ (Stevensvennen), ø̜tkamǝ (Kwaadmechelen), ōǝ.tkamǝ (Bommershoven, ... ), ū.tkamǝ (Val-Meer), ǭ.tkamǝ (Romershoven, ... ) I-4
uitkappen breken van leem- of koffiebanken:   øtkapǝ (Berverlo), de staart couperen:   utkapǝ (Val-Meer), ūtkapǝ (Hees), hakken met een beitel:   ūtkapǝ (Dilsen, ... ), ǫwtkapǝ (Bilzen, ... ), hakken, wieden met de hak:   āǝtkapǝ (Gingelom), ǭ.tkapǝ (Sint-Huibrechts-Hern), hol scherpen:   ūtkapǝ (Voerendaal), ǭtkapǝ (Lummen), ribben in stukken delen:   ūtkapǝ (Weert), rooien:   uu̯tkapǝ (Rotem), ø̜u̯tkapǝ (Herk-de-Stad), ātkapǝ (Brustem, ... ), ǫu̯tkapǝ (Riksingen), ǭtkapǝ (Romershoven), ǭǝtkapǝ (Kermt), ɛtkapǝ (Grazen), rooien met de schop of de riek, uitsteken:   ø̜tkapǝ (Meldert), stopverf uithakken:   ytkapǝ (Ottersum), øtjkapǝ (Meijel), ū.tkapǝ (Waubach), ūtkapǝ (Heel, ... ), ǭtkapǝ (Diepenbeek), uithalen:   awtkapǝ (Alt-Hoeselt, ... ), u.tkapǝ (Lanaken, ... ), ȳtkapǝ (Aldeneik, ... ), ø̜ǝtkapǝ (Alken, ... ), ātkapǝ (Sint-Truiden), ūtkapǝ (Ittervoort, ... ), űtkapǝ (Kessenich, ... ), ǫwtkapǝ (Bilzen), ǫǝtkapǝ (Herk-de-Stad, ... ), ǭǝtkapǝ (Lauw), uitmaken wie mag beginnen:   oetkappen (Opoeteren), Knikkers.  ve zillen iers uut kappe (Opglabbeek), zoden afsteken:   atkapǝ (Niel-Bij-Sint-Truiden) I-5, I-8, I-9, II-1, II-12, II-3, II-9, III-3-2
uitkarders uitkruiers:   ūtkardǝrs (Maaseik) II-8
uitkavelen inkepen:   øtkāvǝlǝ (Tessenderlo), ǫwǝtkāvǝlǝ (Leopoldsburg) II-12
uitkeerborstel zachtharige bezem:   ātkirbosəl (Sint-Truiden) III-2-1
uitkegelen overige kegeltermen:   óó.tkee.gele (Zolder) III-3-2
uitkeken uitschelden:   uitkeken (Stein), (Eijsden!).  oetkeèke (Noorbeek), zijn woede luchten:   ⁄t oetkééëkə (Nieuwenhagen) III-1-4, III-3-1
uitkemmen afkammen:   ø̜̄.tkęmǝ (Hasselt, ... ), ātkø̜mǝ (Vorsen), ū.tkø̜mǝ (Lanaken), ū.tkęmǝ (As, ... ), ūtkømǝ (Grevenbicht / Papenhoven, ... ), ūtkø̜mǝ (Eksel, ... ), ű.tkęmǝ (Opoeteren), ǫu̯.tkęmǝ (Munsterbilzen), ǫu̯tkemǝ (Grote-Brogel), ǫu̯tkømǝ (Beverst, ... ), ǫu̯tkęi̯mǝ (Rotem), ǫu̯tkęmǝ (Maaseik, ... ), ǭ.tkø̜mǝ (Diepenbeek), ǭ.tkęmǝ (Godschei), ǭtkømǝ (Rijkel), ǭǝ.tkømǝ (Vliermaalroot), ǭǝ.tkø̜mǝ (Alken, ... ), ǭǝ.tkęmǝ (Berbroek, ... ) I-4
uitkemsel graanafval:   utkømsǝl (Stokkem) I-4