e-WLD trefwoorden 

 
 
Filteren...

Overzicht

Gevonden: 140309
TrefwoordBegrip: dialectopgave (plaats)Toelichting
zwakke met zwakke werking:   zwakke (Ottersum), zwakǝ (Hasselt), zwākǝ (Rekem), šwākǝ (Wolder / Oud-Vroenhoven / Wiler) I-11, II-1
zwakke banden lijfbieden, prolapsus vaginae:   žwākǝ bɛŋ (Heerlen)
zwakke kadee (<fr.) lenig persoon: Van Dale: kadee.  zwakke kaddei (Mechelen-Bovelingen) III-1-1
zwakke kal vertellen kletsen [onnozele praat vertellen]:   iə vərtelt zwakə kal (Dilsen) III-3-1
zwakke lucht wisselvallig weer:   zwake locht (Tungelroy) III-4-4
zwakke melk dunne melk:   zwakǝ mē̜lǝk (Neerharen), zwākǝ melǝk (Rekem), zwākǝ mɛlǝk (Lanklaar) I-11
zwakke mens gebrekkig persoon:   ne schwāche mensch (Welkenraedt), zwak en mager persoon:   zwake mins (Leuken), (zie bijlage):  sjwaak minsj (Sittard) III-1-1, III-1-2
zwakke piemel zwak en mager persoon:   sjwaake piemel (Vlodrop) III-1-1
zwakke potentaat zwak en mager persoon:   enne zjwake potentaot (Helden/Everlo) III-1-1
zwakke rug koe met slappe, doorgezakte rug:   zwakǝ rø.k (Maaseik), zwakǝ røx (Milsbeek), zwǭkǝ røk (Oost-Maarland), žwākǝ rø̜k (Horn, ... ), varken met een doorgezakte rug:   zwākǝ rø̜k (Heel), šwāxǝ røk (Kerkrade) I-11, I-12