e-WLD trefwoorden 

 
 
Filteren...

Overzicht

Gevonden: 140309
TrefwoordBegrip: dialectopgave (plaats)Toelichting
passagekant vervoerpand:   passagekant (Lanklaar  [(Eisden)]   [Emma, Hendrik, Wilhelmina]) II-5
passant singel:   pǝsānt (Vlijtingen) I-10
passantje (<fr.) lusje van de ceintuur: Op de ceintuur. [Van Dale: I. passant (&lt;Fr.), 5. bandje, reepje, alleen aan de uiteinden vastgemaakt (aan een broekband b.v.) zodat er een riem, band onderdoor gestoken kan worden; - schouderbedekking aan uniformen]  e passàntsje (Bilzen) III-1-3
passavant accijnsgewicht:   pazavaŋ (Kaulille), boterham: verzamelfiche, ook mat. van ZND 3 vraag 9  passavang (Kaulille, ... ), boterham (kinderwoord):   bassefang (Roermond), Voor grote  pasavang (Thorn), dikke boterham:   passevang (Genk, ... ), identiteitskaart: Opm. v.d. invuller: van het Fr. woord "passe de avance".  parzjevang (Ell), stroopregister:   pasǝvaŋ (Wellen), voedsel: Waat ne pazzewang zoermoos  pazzewang (Roermond) III-3-1, II-1, II-2, III-2-3
passavant (fr.) paspoort:   parzjevang (Ell), Opm. dit wordt ook gezegd (Fr. "pas davance).  pazjevang (Ell) , III-3-1
passavanteboek stroopregister:   pazǝvaŋǝbōk (Sint-Pieters-Voeren) II-2
passe partout sleutelbos:   passe partout (Amby) III-2-1
passe-montagne (fr.) bivakmuts:   pasmo͂tanj(ə) (Maaseik), pasmoͅntan` (Hasselt), pasmoͅntaŋ (Hasselt), pasmoͅtanjə (Borlo), pasmòo͂tang (Sint-Truiden), pasməntang (Donk (bij Herk-de-Stad)), pasəmŭtaŋə (Opheers), pōsmōͅnto͂ŋ (Opheers), Ook berenmuts.  pasmə(n)taŋ}, [pasmo.(n)taŋ (Kanne), Passe Montagne  pasməntang (Zelem), ijsmuts:   pasmoͅntang (Brustem) III-1-3
passe-partout schrobzaag, sleutelgatzaag:   paspǝrtu (Tongeren) III-2-1
passe-partout (fr.) loper:   paspərtu (Meeswijk), sleutel  paspërtoe (Tongeren) , II-12