e-WLD trefwoorden 

 
 
Filteren...

Overzicht

Gevonden: 140309
TrefwoordBegrip: dialectopgave (plaats)Toelichting
piepers op het plankje spelen het inzetten van duiven die jonger zijn dan 1 jaar:   piepers op het plenkske spjelen (Rijkhoven) III-3-2
pieperseten voedermengsel voor jonge duiven (thans):   pieperséte (Rijkhoven), voedermengsel voor jonge duiven (vroeger):   piepers éte (Rijkhoven) III-3-2
piepertje boompieper:   pieperke (Hees, ... ), pīpərkə (Hasselt), vdBerg; omgesp.  pipərkə (Veldwezelt), goudhaantje:   pieperke (Eigenbilzen, ... ), pieterke (Heusden, ... ), Frings  pipərkə (Diepenbeek), regulus cristatus  pipərkə (Hamont), graspieper:   pieperke (Hees, ... ), pipərkə (Overpelt), pīpərkə (Hasselt), vdBerg; omgesp.  pipərkə (Veldwezelt), grauwe vliegenvanger:   pieperke (Altweert, ... ), pieperkə (Munstergeleen), heggenmus:   pieperke (Einighausen), jong dat pas kan vliegen:   pipərkə (Meijel), jong en kaal vogeltje:   pipərkə (Zonhoven), verzamelnaam voor boompieper, graspieper, enz.  pipərkən (Lommel), jonge duif:   pieperke (Jesseren), Algemene opmerking bij deze vragenlijst: zie ook bijlagevellen met (eventuele) aanvullingen en diverse toelichtingen.  en pieperke (Wanssum), kinderfluitje:   pieperke (Sittard, ... ), pipkerke (Meijel), Door trillingen der flexibele wand bij het blazen ontstaan hoge en lage zoemtonen.  pieperke (Sittard), klein in zijn soort:   pieperke (Melick), nestverlater:   pieperkes (Bilzen), pimpelmees:   pipperken (Lummen), staartmees:   pipərkə (Opglabbeek), winterkoninkje:   pieperke (Zonhoven), pipərkə (Zonhoven), witte kwikstaart: klein kwikstaartje  pīēperke (Hasselt) III-3-2, III-4-1, III-4-4
piepertjes zeer kleine aardappelen:   pipǝrkǝs (Stramproy) I-5
piepervoeder voedermengsel voor jonge duiven (thans):   pieper voor (Sint-Pieter), Algemene opmerking bij deze vragenlijst: zie ook aantekening van de invuller, op de laatste pagina!  piepərv‧oor (Grathem, ... ) III-3-2
pieperzijtje ongepaarde vrouwelijke duif:   pieperzéke (Rijkhoven) III-3-2
piepevogel vlinder:   pi.pəvo.gəl (Rotem), piepevoe-ogel (Rotem), piepevogel (Rotem, ... ) III-4-2
piepgans jonge gans:   pipgans (Venray) I-12
piepje tepel:   piepkes (Velden) III-1-1
piepje doen verstoppertje spelen: Sub piep dün (of spélë). Vgl. pie:(p)bêr"gë spélë, loelloekkës spélë.  pïpkë dün (Tongeren) III-3-2