e-WLD trefwoorden 

 
 
Filteren...

Overzicht

Gevonden: 140309
TrefwoordBegrip: dialectopgave (plaats)Toelichting
(het) gras snijden het gras maaien:   graas sjnieje (Puth), graas sjnieë (Baarlo, ... ), graas snieje (Blerick, ... ), graas snijə (Maastricht), graassniêje (Echt/Gebroek), ⁄t graas sniêje (Sevenum), (met zeis).  ⁄t gras sneeje (Venray) III-2-1
(het) haakt bij het stappen de voeten naar binnen keren:   høkt (Herk-de-Stad), hōkt (Neeroeteren) I-9
(het) hangt in de koot beervoetigheid:   heŋt˱ ęn dǝ kūǝ.t (Zutendaal) I-9
(het) hangt in zijn knieën beervoetigheid:   heŋ ęn zǝn knē̜ (Godschei) I-9
(het) houdt geen baan zwijmelen:   helt gɛ̄i̯n bān (Bree) I-9
(het) huisje varen gier uitrijden:   hø̜i̯skǝ vǭ.rǝ(n) (Overpelt), t ęskǝ vārǝ (Hasselt) I-1
(het) klaren bloedgang:   kliērǝ (Boekt Heikant) I-11
(het) knikkelt overkoot:   knekǝlt (Beverst, ... ) I-9
(het) knoeien bloedgang:   knui̯ǝ (Tungelroy), knōi̯ǝ (Sevenum) I-11
(het) kreupelt kreupel zijn:   krø̄pǝlt (Berverlo, ... ) I-9