e-WLD trefwoorden 

 
 
Filteren...

Overzicht

Gevonden: 140309
TrefwoordBegrip: dialectopgave (plaats)Toelichting
roes roet:   ros (Noorbeek) III-2-1
roesboes wervelwind:   rūzbūs (Opitter), roesboes  ruzbus (Peer) III-4-4
roesboezen stuiven van droog zand of stof: roesboeze  ruzbuzə (Peer) III-4-4
roesdong roerdomp:   rusdoͅŋ (Achel) III-4-1
roesel blad (alg.): bladziekte  roesel (Hasselt), roest:   roessəl (Sint-Truiden), roesəl (Loksbergen), rossel (Jeuk, ... ), rosəl (Tongeren), rōu̯səl (Hasselt), roͅssəl (Heers), roͅsəl (Kortessem, ... ), rūssəl (Sint-Truiden), rūsəl (Loksbergen), ps. omgespeld volgens Frings.  rōͅsəl (Bommershoven), roͅsəl (Gelinden, ... ) III-4-3, III-4-4
roeselaars kramer: Mensen die met een houten mars aan den rug dekens, schilderijen, enz. te koop aanbieden heten hier roezelêsj naar Rousselare in België.  roezelêsj (Einighausen), Roezelaer m. roezelaesj: Belgische kooplieden, afkomstig van het plaatsje Roeselare, dit tot de oorlog 1914/18 jaarlijks gedurende de zomermaanden in Sittard kwamen en verbleven. Van hier uit verkochten zij tot ver in de omgeving hun rieten stoelen, tafeltjes enz. Ze vervoerden hun spullen op lange paardewagentjes zonder huif. De vrouwen droegen "lustere sjölk"en wollen omslagdoeken, aan hun voeten mooie bont beschilderde klompjes.  roezelêsj (Sittard) III-3-1
roeselplek roestvlek:   roͅsəlplak (Heers, ... ) III-2-1
roeselt roest:   rosselt (Jeuk) III-4-4
roeselvlek roestvlek:   rōu̯səlvlɛk (Hasselt) III-2-1
roesjerd strozak:   roesjert (Waubach) III-2-1