26552 |
steenboog |
arm:
ɛrǝm (L321a Ittervoort, ...
L370p Kessenich,
L368p Neeroeteren,
L415p Opoeteren),
armen:
ɛ.rǝm (Q188p Kanne, ...
Q095p Maastricht,
Q180p Mal,
Q181p Sluizen,
Q162p Tongeren),
ɛrǝm (P120p Alken, ...
Q077a Alt-Hoeselt,
Q083p Bilzen,
Q160p Bommershoven,
Q159p Broekom,
P195p Gutschoven,
Q164p Heks,
P050p Herk-de-Stad,
P188p Hoepertingen,
Q077p Hoeselt,
Q074p Kortessem,
P051p Lummen,
P177a Ordingen,
P058p Stevoort,
P056p Stokrooie,
Q075p Vliermaalroot,
Q078p Wellen),
beugel:
bȳ.gǝl (L372p Maaseik, ...
L368p Neeroeteren),
bø̄.gǝl (L321a Ittervoort, ...
Q088p Lanaken,
L372p Maaseik,
Q095p Maastricht),
bø̄gǝl (L316p Kaulille, ...
L292a Maxet,
Q099q Rothem,
L432p Susteren,
L374p Thorn,
L289p Weert),
bø̜̄gǝl (Q204a Mechelen),
beugels:
bø̄gǝls (P051p Lummen, ...
L321p Neeritter,
L318p Stramproy,
K353p Tessenderlo),
bēgǝls (P055p Kermt),
bogen:
bø̄ǝx (P187p Berlingen),
bōgǝ (P057p Kuringen),
boog:
bǭ.x (Q088p Lanaken),
boogijzers:
bǭǝxęǝzǝrs (P187p Berlingen),
grijpers:
gręǝpǝrs (Q071p Diepenbeek),
hengels:
hɛŋǝls (P119p Sint-Lambrechts-Herk),
ijzer:
izǝr (L417p As, ...
L415p Opoeteren),
ijzeren armen:
ęjzǝrǝ ármǝ (Q240p Lauw),
ęjzǝrǝ ɛ.rǝm (Q240p Lauw, ...
Q241p Rutten),
ęǝzǝrǝ ɛrǝm (P184p Groot-Gelmen),
ijzers:
ęǝzǝrs (Q077p Hoeselt, ...
P055p Kermt,
P058p Stevoort),
ę̄zǝrs (P176p Sint-Truiden),
kraanbeugels:
krānbø̄gǝls (L265p Meijel),
kram(p)ijzer:
kramp˱ęjzǝr (K357p Paal),
kromijzer:
kromijzer (P051p Lummen),
staaf:
stā.f (L362p Opitter),
steenbeugel:
stiǝnbø̄gǝl (L211p Leunen),
stęjnbø̄gǝl (L289p Weert),
štęjnbø̄gǝl (L330p Herten),
steenijzer:
stęj.nizǝr (L372a Aldeneik),
steenklem:
štēnklɛm (Q198p Eijsden),
steunbeugels:
steunbeugels (L327p Beegden, ...
L164p Gennep),
tang:
tang (Q020p Sittard),
ziggen:
zegǝ (Q160a Haren)
|
De uit twee gebogen ijzeren armen bestaande steenboog aan de kraanarm van de steenkraan, waarmee de molensteen gegrepen wordt. Aan het uiteinde van elke arm bevinden zich de steenogen die met behulp van pinnen in de kraangaten van de molensteen bevestigd kunnen worden. Zie ook afb. 86. [N O, 20d; Vds 204; Jan 182; Coe 165; Grof 198]
II-3
|
26118 |
steenbord |
keerlat:
kiǝrlat (L265p Meijel
[(van ijzer)]
),
slek:
slɛk (L319p Molenbeersel
[(van ijzer)]
),
steenbord:
stęjnbort (L289p Weert)
|
De stevige plank, in het voorkeuvelens van de Hollandse molen bevestigd, die de halssteen tegen inregenen beschermt. [N O, 54h]
II-3
|
28577 |
steenbroed |
steenbroed:
steenbroed (L416p Opglabbeek),
stēnbruǝ.t (Q071p Diepenbeek),
stī.nbroǝt (Q002p Hasselt),
stɛjnbro.t (L421p Dilsen),
štēbrōt (Q197p Noorbeek, ...
Q197a Terlinden),
štęjnbrut (L384p Herkenbosch),
štęjnbrōt (Q019p Beek, ...
L330p Herten)
|
Schimmelziekte. Evenals bij kalkbroed tasten schimmels in hoofdzaak het darrenbroed aan. In tegenstelling tot kalkbroed gaan de larven bij steenbroed meestal dood wanneer de cel nog open is. Oorzaak zijn gewoonlijk beschimmelde stuifmeelraten. [N 63, 27]
II-6
|
26463 |
steenbus |
blok:
blǫk (Q077p Hoeselt),
buis:
bø̜.js (Q162p Tongeren),
bø̜js (Q071p Diepenbeek),
bus:
bes (Q083p Bilzen, ...
P057p Kuringen,
L415p Opoeteren),
bus (L163p Ottersum, ...
L355p Peer,
L313p Sint Huibrechts Lille),
by.s (Q241p Rutten),
bys (Q077a Alt-Hoeselt, ...
Q072p Beverst,
P055p Kermt,
P056p Stokrooie),
bøs (P120p Alken, ...
P184p Groot-Gelmen,
Q160a Haren,
Q164p Heks,
P050p Herk-de-Stad,
Q077p Hoeselt,
Q074p Kortessem,
P057p Kuringen,
P051p Lummen,
L265p Meijel,
P177a Ordingen,
P119p Sint-Lambrechts-Herk,
P176p Sint-Truiden,
P058p Stevoort,
Q078p Wellen,
Q079a Wintershoven),
bø̜s (L372a Aldeneik, ...
P120p Alken,
L417p As,
L360p Bree,
L430p Einighausen,
Q188p Kanne,
Q088p Lanaken,
Q240p Lauw,
L372p Maaseik,
L332p Maasniel,
Q095p Maastricht,
Q180p Mal,
L292a Maxet,
L321p Neeritter,
L368p Neeroeteren,
L362p Opitter,
L415p Opoeteren,
L288a Ospel,
Q099q Rothem,
L318p Stramproy,
L432p Susteren,
L374p Thorn,
Q162p Tongeren,
L361p Tongerlo,
L289p Weert),
dom:
dǫm (Q240p Lauw),
hals:
hals (Q071p Diepenbeek, ...
Q075p Vliermaalroot),
houten kussen:
ǭtǝ kø̜sǝ (P176p Sint-Truiden),
houteren spilgat:
hǭtǝrǝ spilgāt (L316p Kaulille),
koning van de steen:
kǭneŋ van dǝ stēǝn (Q077p Hoeselt),
kroon:
krun (P058p Stevoort),
pot:
pǫt (L321a Ittervoort, ...
L372p Maaseik,
Q095p Maastricht,
L368p Neeroeteren),
smeerbus:
smīǝ.rbø̜s (L368p Neeroeteren),
spanner:
spanǝr (Q181p Sluizen),
steenbos:
štęjnbo.s (L330p Herten),
steenbus:
steenbus (L327p Beegden, ...
L300p Beesel,
L164p Gennep,
L288p Nederweert),
stijnbøs (L246p Horst, ...
L288b Laar),
stęjnbø̜s (L320a Ell),
stęǝnbøs (L211p Leunen),
vast stuk:
va.s stø̜k (P195p Gutschoven, ...
P188p Hoepertingen),
vetpot:
vętpǫt (L416p Opglabbeek)
|
De van hout of metaal vervaardigde bus in het midden van de ligger waarin de hals van het staakijzer (in watermolens) of de kleine spil (in windmolens) draait. In de zeskantige bussen bevinden zich drie houten of metalen noten die met spieën bijgespied kunnen worden. Bovendien hebben zij drie vetgaten die met stukken zak en vet worden volgestopt teneinde de hals te smeren. Zie ook afb. 78. De bus was in l 362 vervaardigd uit hout van appelbomen. [N O, 16e; Vds 119; Jan 129; Coe 105; Grof 125; A 42A, 23; N O, 16c; N D, 20]
II-3
|
26690 |
steenbus van de handmolen |
bos:
bǫš (Q204a Mechelen),
buis:
buis (L373p Roosteren),
bus:
bys (Q072p Beverst, ...
K278p Lommel,
L355p Peer),
bøs (L282p Achel, ...
Q039p Hoensbroek,
L211p Leunen,
Q095p Maastricht,
L265p Meijel,
L159a Middelaar,
L382p Montfort,
L268p Velden),
bø̜s (L295p Baarlo, ...
Q207p Epen,
L330p Herten,
L0426 Holtum,
L372p Maaseik,
Q022p Munstergeleen,
L321p Neeritter,
L322a Nunhem,
Q032a Puth,
L432p Susteren,
L331p Swalmen,
L318b Tungelroy,
L289p Weert),
bø̜š (Q009p Maasmechelen),
notenpot:
nø̄tǝpǫt (Q111p Klimmen),
steenbus:
steenbus (L163a Milsbeek, ...
L163p Ottersum),
stęjnbøs (L326p Grathem),
stęjnbø̜s (L320c Haler)
|
Het houten of metalen blok in het gat van de liggende steen van de handmolen waar de spil of de zwengel doorheen gaat. [N D, 20]
II-3
|
26464 |
steenbusgat |
bosgat:
bo.s˲gāt (L330p Herten),
boslok:
bǫslǭǝk (Q204a Mechelen),
busgat:
busgat (L432p Susteren),
bøs˲gat (L211p Leunen),
bøs˲gāt (L292a Maxet),
bøs˲gǭt (P051p Lummen),
bø̜s˲gat (L374p Thorn),
bø̜s˲gāt (L430p Einighausen, ...
L289p Weert),
kropgat:
krǫp˲gāt (L321p Neeritter, ...
L318p Stramproy),
lok in de ligger:
lǭk en dǝ leqǝr (Q020p Sittard)
|
Het gat in de ligger waarin de steenbus wordt bevestigd. Zie ook de toelichting bij het lemma ɛsteenbusɛ.' [N O, 18p]
II-3
|
27767 |
steendaling |
bouveau plantant:
buvō plãtã (Q000 Zie mijnen
[(Beringen / Zolder / Houthalen / Zwartberg / Winterslag / Waterschei / Eisden)]
[Eisden]),
bǝvō plantǫ̃ (Q000 Zie mijnen
[(Beringen / Houthalen / Waterschei / Eisden)]
[Beringen, Zolder, Houthalen, Zwartberg, Winterslag, Waterschei, Eisden]),
dalende querslag:
dālǝndǝ kwēršlāx (Q113p Heerlen
[(Oranje-Nassau I-IV)]
[Beringen, Houthalen, Waterschei, Eisden]),
dalende steengang:
dālǝndǝ stēngaŋ (Q000 Zie mijnen
[(Beringen / Zolder / Houthalen / Zwartberg / Winterslag / Waterschei / Eisden)]
[Oranje-Nassau I, Oranje-Nassau II, Oranje-Nassau III, Oranje-Nassau IV]),
plantant:
plantǫ̃ (Q007p Eisden
[(Eisden)]
, ... [Zolder, Zwartberg, Winterslag]
Q000 Zie mijnen
[(Zolder / Zwartberg / Winterslag)]
[Winterslag, Waterschei])
|
Dalende gang in het gesteente, aangelegd om steenkoollagen onder het niveau van een verdieping te ontsluiten. [monogr.; N 95, 517; Vwo 182; Vwo 273]
II-5
|
27964 |
steendam |
dam:
dam (L422p Lanklaar
[(Eisden)]
[Domaniale]),
gevulde stape:
gǝvęldǝ stap (L417p As
[(Zwartberg / Waterschei)]
[Winterslag, Waterschei]),
packs:
pęks (Q021p Geleen
[(Maurits)]
[Maurits]),
pɛks (Q015p Stein
[(Maurits)]
, ... [Domaniale]
L374p Thorn
[(Maurits)]
[Maurits]),
steenbok:
štēbǫk (Q113p Heerlen
[(Oranje-Nassau I-IV)]
, ... [Oranje-Nassau II, Emma, Hendrik]
Q117p Nieuwenhagen
[(Oranje-Nassau II / Emma / Hendrik)]
[Zwartberg, Waterschei]),
steendam:
steendam (Q035p Brunssum
[(Emma / Hendrik / Wilhelmina)]
, ... [Emma, Maurits]
Q033p Oirsbeek
[(Emma)]
[Emma, Hendrik, Wilhelmina]),
stejndam (L374p Thorn
[(Maurits)]
[Eisden]),
stęndam (L265p Meijel
[(Emma / Maurits)]
[Emma, Oranje-Nassau I, Oranje-Nassau II, Oranje-Nassau III, Oranje-Nassau IV]),
štē.d˙am (Q202p Eys
[(Oranje-Nassau I / III / IV)]
[Maurits]),
štēdam (Q121c Bleijerheide
[(Domaniale)]
, ... [Oranje-Nassau I, Oranje-Nassau III, Oranje-Nassau IV]
Q121a Chevremont
[(Julia)]
, [Domaniale]
Q113p Heerlen
[(Emma / Oranje-Nassau I-IV)]
, [Laura, Julia]
Q121p Kerkrade
[(Domaniale)]
, [Julia]
Q117a Waubach
[(Laura / Julia)]
[Domaniale]),
štęjndam (L426p Buchten
[(Maurits)]
, ... [Maurits]
Q111p Klimmen
[(Oranje-Nassau I / III / IV)]
, [Maurits]
Q016p Lutterade
[(Maurits)]
, [Oranje-Nassau I, Oranje-Nassau III, Oranje-Nassau IV]
L433p Nieuwstadt
[(Maurits)]
, [Maurits]
Q015p Stein
[(Maurits)]
[Maurits]),
steenmuur:
steenmuur (Q003p Genk
[(Winterslag / Waterschei)]
[Willem-Sophia]),
štēmuǝr (Q121c Bleijerheide
[(Domaniale)]
, ... [Oranje-Nassau I, Oranje-Nassau II, Oranje-Nassau III, Oranje-Nassau IV]
Q121b Spekholzerheide
[(Willem-Sophia)]
[Domaniale]),
štēmūr (Q112a Heerlerheide
[(Oranje-Nassau I-IV)]
[Emma]),
steenpacks:
štēpɛks (Q113p Heerlen
[(Emma)]
, ... [Wilhelmina]
Q121p Kerkrade
[(Wilhelmina)]
[Maurits]),
steenrib:
štērep (Q121c Bleijerheide
[(Domaniale)]
, ... [Oranje-Nassau I, Oranje-Nassau II, Oranje-Nassau III, Oranje-Nassau IV]
Q121p Kerkrade
[(Domaniale)]
[Domaniale])
|
Een soort galerijbeveiliging bestaande uit twee evenwijdig aan de galerij lopende steenmuren waartussen een steenvulling is aangebracht. De steenmuren moeten met de hand worden opgetrokken en zijn samengesteld uit brokken steen. [N 95, 586]
II-5
|
27606 |
steendienst |
steenpost:
steenpost (Q003p Genk
[(Winterslag / Waterschei)]
, ... [Laura, Julia]
L422p Lanklaar
[(Eisden)]
[Winterslag, Waterschei])
|
In de Belgische mijnen die dienst die zich bezighoudt met werkzaamheden in het gesteente. [N 95, 794]
II-5
|
30568 |
steengaas |
ribbenstrek:
rebǝštrɛk (Q121c Bleijerheide, ...
Q121a Chevremont,
Q121d Haanrade,
Q121e Kaalheide,
Q121p Kerkrade,
Q121b Spekholzerheide),
steengaas:
štējǭǝs (Q121p Kerkrade)
|
Bouwmateriaal dat bestaat uit een rasterwerk van ijzergaas waarbij op de knooppunten kleine kruisvormige lichamen van klei vastgebakken zijn. Steengaas wordt gebruikt voor het vasthouden van pleisterlagen voor plafonds, gewelven, etc. Zie ook afb. 89. 'Ribbenstrek' is volgens Lochtman (pag. 32) een draadweefsel dat het pleisterwerk van een plafond tot steun dient. [monogr.]
II-9
|