27852 |
steenstof strooien |
bestrooien met boormeel:
bǝštrøjǝ met bōrmę̄ǝl (Q121p Kerkrade
[(Domaniale)]
[Domaniale]),
bǝštrǫjǝ met boǝrmēǝl (Q121c Bleijerheide
[(Domaniale)]
[Maurits]),
bestrooien met steenstub:
bǝštrø̜jǝ met štēštøp (Q121p Kerkrade
[(Domaniale / Wilhelmina)]
[Maurits]),
bǝštrǫjǝ met štēštøp (Q121c Bleijerheide
[(Domaniale)]
, ... [Domaniale, Wilhelmina]
Q121p Kerkrade
[(Domaniale)]
[Domaniale]),
het front schistifikeren:
hǝt front šestefekę̄rǝ (L417p As
[(Zwartberg / Waterschei)]
[Winterslag, Waterschei]),
loker strooien:
loǝkǝr štrø̜jǝ (Q117a Waubach
[(Laura / Julia)]
[Domaniale, Laura, Willem-Sophia, Oranje-Nassau II, Oranje-Nassau III, Emma, Maurits]),
met steenstof afdekken:
met štīnštǭf āfdękǝ (L426p Buchten
[(Maurits)]
[Zwartberg, Waterschei]),
met steenstof bestrooien:
met štęjnštǭf bǝštrø̜jǝ (L433p Nieuwstadt
[(Maurits)]
[Maurits]),
schist tegen de mijnen gooien:
schist tegen de mijnen gooien (Q003p Genk
[(Winterslag / Waterschei)]
[Maurits]),
steenstof spreiden:
steenstof spreiden (L422p Lanklaar
[(Eisden)]
[Domaniale]),
steenstof strooien:
štēnštof štrøǝ (Q035p Brunssum
[(Emma / Hendrik / Wilhelmina)]
[Oranje-Nassau I, Oranje-Nassau II, Oranje-Nassau III, Oranje-Nassau IV]),
štēštǫf štrøǝ (Q113p Heerlen
[(Oranje-Nassau I-IV)]
[Willem-Sophia]),
steenstub strooien:
štēštøp štrø̄ǝ (Q112a Heerlerheide
[(Oranje-Nassau I-IV)]
[Domaniale]),
štēštøp štrø̜jǝ (Q121b Spekholzerheide
[(Willem-Sophia)]
[Oranje-Nassau I, Oranje-Nassau II, Oranje-Nassau III, Oranje-Nassau IV]),
stub gooien:
štø̜p gōajǝ (Q015p Stein
[(Maurits)]
[Laura, Julia]),
stub strooien:
štø̜p štrø̜jǝ (Q021p Geleen
[(Maurits)]
, ... [Oranje-Nassau I, Oranje-Nassau III, Oranje-Nassau IV]
Q111p Klimmen
[(Oranje-Nassau I / III / IV)]
[Eisden])
|
Het bestrooien van de omgeving van de boor- of schietgaten met steenstof om mijngasexplosies tegen te gaan. De steenstofbestrooiing geschiedt vóór het laden van de schietgaten. [N 95, 403]
II-5
|
28205 |
steenstof, steenmul |
boorgruis:
bōrgrǫws (Q000 Zie mijnen
[(Beringen / Zolder / Houthalen / Zwartberg / Winterslag / Waterschei / Eisden)]
[Beringen, Zolder, Houthalen, Zwartberg, Winterslag, Waterschei, Eisden]),
boormeel:
boormeel (Q000 Zie mijnen
[(Waterschei)]
[Beringen, Zolder, Houthalen, Zwartberg, Winterslag, Waterschei, Eisden]),
bōrmēl (Q000 Zie mijnen
[(Beringen / Zolder / Houthalen / Zwartberg / Winterslag / Waterschei / Eisden)]
[Domaniale]),
bōrmęǝl (Q121p Kerkrade
[(Domaniale)]
, ... [Domaniale, Laura, Willem-Sophia, Oranje-Nassau II, Oranje-Nassau III, Emma, Maurits]
Q000 Zie mijnen
[(Domaniale / Laura / Willem-Sophia / Oranje-Nassau II / Oranje-Nassau III / Emma / Maurits)]
[Beringen, Zolder, Houthalen, Zwartberg, Winterslag, Waterschei, Eisden]),
boorsel:
boarsǝl (L374p Thorn
[(Maurits)]
[Beringen, Zolder, Houthalen, Zwartberg, Winterslag, Waterschei, Eisden]),
bōrsǝl (Q000 Zie mijnen
[(Beringen / Zolder / Houthalen / Zwartberg / Winterslag / Waterschei / Eisden)]
[Maurits]),
poussière:
pusję̄r (Q000 Zie mijnen
[(Beringen / Zolder / Houthalen / Zwartberg / Winterslag / Waterschei / Eisden)]
[Winterslag, Waterschei]),
pušē (Q000 Zie mijnen
[(Beringen / Zolder / Houthalen / Zwartberg / Winterslag / Waterschei / Eisden)]
[Beringen, Zolder, Houthalen, Zwartberg, Winterslag, Waterschei, Eisden]),
schist:
schist (Q003p Genk
[(Winterslag / Waterschei)]
[Zwartberg]),
steenstof:
steenstof (Q003p Genk
[(Winterslag / Waterschei)]
[Emma, Maurits]),
stinstof (K361p Zolder
[(Zolder)]
[Eisden]),
stīǝnstǫf (L286p Hamont
[(Eisden)]
[Winterslag, Waterschei]),
stęjnstof (L417p As
[(Zwartberg / Waterschei)]
, ... [Eisden]
L422p Lanklaar
[(Eisden)]
[Maurits]),
stęjnstǭf (L374p Thorn
[(Maurits)]
[Zolder]),
stęnstǫf (L265p Meijel
[(Emma / Maurits)]
[Zwartberg, Waterschei]),
steenstub:
stęjnstøp (Q016p Lutterade
[(Maurits)]
, ... [Maurits]
L374p Thorn
[(Maurits)]
[Maurits]),
štē.štø.p (Q202p Eys
[(Oranje-Nassau I / III / IV)]
[Winterslag, Waterschei]),
štēnštøp (Q035p Brunssum
[(Emma / Hendrik / Wilhelmina)]
[Maurits]),
štēštøp (Q121c Bleijerheide
[(Domaniale)]
, ... [Emma]
Q121a Chevremont
[(Julia)]
, [Willem-Sophia]
Q113p Heerlen
[(Oranje-Nassau I-IV)]
, [Oranje-Nassau II, Emma, Hendrik]
Q112a Heerlerheide
[(Oranje-Nassau I-IV)]
, [Oranje-Nassau I, Oranje-Nassau II, Oranje-Nassau III, Oranje-Nassau IV]
Q121p Kerkrade
[(Domaniale / Wilhelmina)]
, [Julia]
Q117p Nieuwenhagen
[(Oranje-Nassau II / Emma / Hendrik)]
, [Laura, Julia]
Q121b Spekholzerheide
[(Willem-Sophia)]
, [Domaniale]
Q117a Waubach
[(Laura / Julia)]
[Domaniale, Wilhelmina]),
štēštø̜p (Q113p Heerlen
[(Emma)]
[Oranje-Nassau I, Oranje-Nassau III, Oranje-Nassau IV]),
štęjnštø̜p (L426p Buchten
[(Maurits)]
, ... [Maurits]
Q021p Geleen
[(Maurits)]
, [Oranje-Nassau I, Oranje-Nassau III, Oranje-Nassau IV]
Q111p Klimmen
[(Oranje-Nassau I / III / IV)]
, [Oranje-Nassau I, Oranje-Nassau II, Oranje-Nassau III, Oranje-Nassau IV]
L433p Nieuwstadt
[(Maurits)]
, [Maurits]
Q015p Stein
[(Maurits)]
[Maurits]),
stof:
stof (Q000 Zie mijnen
[(Zwartberg)]
[Beringen, Zolder, Houthalen, Zwartberg, Winterslag, Waterschei, Eisden]),
stǫf (Q000 Zie mijnen
[(Beringen / Zolder / Houthalen / Zwartberg / Winterslag / Waterschei / Eisden)]
[Waterschei])
|
Fijne deeltjes van het gesteente die loskomen bij het boren of instortingen. Steenstof is gevaarlijker dan kolenstof. Bij inademing kan steenstof oorzaak zijn van stoflongziekte of silicose. [N 95, 770; monogr.; N 95, 780; Vwo 161; Vwo 164; Vwo 165; Vwo 623; Vwo 625; Vwo 748]
II-5
|
24251 |
steenuil |
boomuil:
boomuul (Q033p Oirsbeek, ...
Q033p Oirsbeek),
gek beeldje:
gek bilke (Q100p Houthem),
Strous: "vanwege het koddige voorkomen en de zonderlinge kniebewegingen van de vogel
gèk bilke (Q100p Houthem),
katuil:
katuul (L376p Linne, ...
Q015p Stein,
L268p Velden),
katøͅi̯l (K278p Lommel),
katûil (Q193p Gronsveld),
katuil-uil:
katuuluul (L322a Nunhem),
katuiltje:
katulleke (L159a Middelaar, ...
L159a Middelaar),
katuulke (Q015p Stein),
kerkuil:
kirkuul (Q113c Vrusschemig),
klein uiltje:
klein uulke (L291p Helden/Everlo, ...
L288p Nederweert,
L290p Panningen),
kleine uil:
klɛi̯nən il (L416p Opglabbeek),
Frings
klēi̯nən ēͅi̯əl (Q072p Beverst),
koet:
koet (L318p Stramproy),
koetje:
koetje (L319p Molenbeersel, ...
L319p Molenbeersel),
kutjə (L369p Kinrooi),
koets:
koets (L288p Nederweert, ...
Q091p Veldwezelt),
koetsj (Q100p Houthem, ...
Q100p Houthem),
kuuts (Q093p Rosmeer, ...
Q093p Rosmeer),
koetsje:
koetske (Q086p Eigenbilzen, ...
Q086p Eigenbilzen),
kuitske (Q255p Kelmis),
kuutsjke (Q117a Waubach, ...
Q117a Waubach),
koetsuil:
koetsjuul (L328p Heel, ...
L325p Horn,
L331p Swalmen),
koetsjuul (sleept.) (L381p Echt/Gebroek),
koetsuil (K360p Heusden, ...
K360p Heusden),
koetsuul (L328p Heel, ...
L325p Horn,
L332p Maasniel),
koètsjuul (L331p Swalmen),
kōē.tsjūūl (L331b Boukoul, ...
L331p Swalmen),
steenuil
koetsj-uul (Q113p Heerlen),
koetsuiltje:
kōē.tsjūūlke (L331b Boukoul, ...
L331p Swalmen),
koetuil:
koedail (Q169p Membruggen),
koetail (Q162p Tongeren),
koetuil (Q071p Diepenbeek, ...
Q001p Zonhoven),
koetuul (L288p Nederweert, ...
Q032a Puth,
L268p Velden,
L268p Velden),
kōētuu:l (Q032a Puth),
kōēë.tèèl (Q002p Hasselt),
kūtail (Q162p Tongeren),
athene vidalii
kūətøͅlj (Q001p Zonhoven),
Frings
kūtail (Q156p Borgloon),
kūtēͅi̯əl (Q072p Beverst),
kūətøͅi̯l (Q071p Diepenbeek),
Hasselt Wb.
kuu̯ətēͅl (Q002p Hasselt),
steenuil
koetuul (Q020p Sittard),
koetuiltje:
koetuulke (L288p Nederweert),
koewteulke (P177p Zepperen),
Frings
kūt˂ølkə (Q156p Borgloon),
koetwiew:
Frings
kūtwiw (Q156p Borgloon),
poepuil:
poepuul (L324a Leveroy),
ronddregger:
ró.nddrègger (L164p Gennep, ...
L165p Heijen,
L163a Milsbeek,
L163p Ottersum,
L163b Ven-Zelderheide),
rondzegger:
ró.ndzègger (L164p Gennep, ...
L165p Heijen,
L163a Milsbeek,
L163p Ottersum,
L163b Ven-Zelderheide),
bij zijn geroep kwam er een lijk
roondzègger (L164p Gennep),
steenhouwer:
sjteinhui:jer (L329p Roermond),
steenuil:
sjtee-uul (Q121p Kerkrade, ...
Q113c Vrusschemig,
Q117a Waubach),
sjtee-ūūl (Q117p Nieuwenhagen),
sjteinuil (Q193p Gronsveld),
sjteinuul (L330p Herten (bij Roermond), ...
Q100p Houthem,
L434p Limbricht,
Q019a Neerbeek,
Q098p Schimmert,
Q020p Sittard,
Q014p Urmond),
sjteinūūÒl (Q111p Klimmen),
sjtèè ul (Q255p Kelmis),
sjtèènŭŭl (Q196p Mheer),
stee-uul (Q117b Rimburg),
steenuul (Q039p Hoensbroek),
steeül (Q251p Gemmenich),
stein uil (Q095p Maastricht),
stein uul (L269p Blerick),
steinuul (L426p Buchten, ...
L419p Elen,
L377p Maasbracht,
Q009p Mechelen-aan-de-Maas,
Q015a Meers,
L424p Meeswijk,
L322a Nunhem,
Q015p Stein,
L378p Stevensweert,
L374p Thorn,
L318b Tungelroy,
Q014p Urmond,
L271p Venlo),
stei̯ənøͅi̯l (K278p Lommel),
steè uul (Q203p Gulpen),
steînuul (L318d Altweert, ...
L318e Altweerterheide,
L287p Boeket/Heisterstraat,
L288c Eind,
L289a Hushoven,
L318a Keent,
L288b Laar,
L289b Leuken,
L288p Nederweert,
L288a Ospel,
L289p Weert),
sti.nøyl (L414p Houthalen),
stieenuil (L353p Eksel, ...
L312p Neerpelt),
stieniel (L416p Opglabbeek),
stienuul (L246p Horst, ...
L314p Overpelt),
stieënuil (L353p Eksel),
stinɛ̄l (Q002p Hasselt),
stiəny(3)̄l (L314p Overpelt),
stiənyl (L282p Achel, ...
L316p Kaulille),
štéͅ.y.l (Q252p Moresnet),
athene noctua vidalii
stī.ənyl (L286p Hamont),
bijna alle uilen worden ook "tòòrenuul"genoemd
steinūūl (L322p Haelen),
doorgaans Frings, soms eigen spelling
stiənøͅl (K314p Kwaadmechelen),
eigen spelling; omgespeld
steͅi̯ny(3)̄l (L373p Roosteren),
Frings
stēnø͂ͅi̯l (Q004p Gelieren/Bret),
IPA, omgesp.
steͅi̯nyl (Q012p Rekem),
vdBerg; omgesp.
steͅnø̄l (Q078p Wellen),
stīnø͂ͅl (P176p Sint-Truiden),
ü van du mühle
sjtee-ül (Q035p Brunssum),
steenuiltje:
sjtee-ülke (Q113p Heerlen),
sjteinuilke (Q198b Oost-Maarland),
steinuulke (L288p Nederweert),
steinūūlke (L289p Weert),
stēͅi̯nøͅi̯lkə (L372p Maaseik),
steͅnylkə (L265p Meijel),
stiejnuleke (L210p Venray),
šteͅi̯nylkə (L265c Beringe, ...
L265e Koningslust),
Frings; half lang als lang omgespeld
stēͅi̯nylkə (L422p Lanklaar),
uil:
aajl (Q083p Bilzen),
uil (Q198b Oost-Maarland),
uul (L320a Ell, ...
L429p Guttecoven,
L325p Horn,
L321a Ittervoort,
L163p Ottersum,
Q118p Schaesberg),
ūl (Q204a Mechelen),
ŭŭl (L247p Broekhuizen),
öl (Q094p Hees),
IPA, omgesp.
ø͂ͅl (Q072p Beverst),
vdBerg; omgesp.
øͅl (Q091p Veldwezelt),
uiltje:
uulke (Q035p Brunssum)
|
steenuil || uil: steenuil (22 vrij klein en afgerond; veel bij boerderijen, knotwilgen en schuurtjes; roep [wieuw, wieuw] [N 09 (1961)]
III-4-1
|
28122 |
steenval |
brok:
brox (Q121c Bleijerheide
[(Domaniale)]
[Oranje-Nassau I, Oranje-Nassau III, Oranje-Nassau IV]),
bru.x (Q202p Eys
[(Oranje-Nassau I / III / IV)]
[Eisden]),
inval:
ęjnval (L426p Buchten
[(Maurits)]
[Domaniale]),
steenbrok:
štēbrox (Q121p Kerkrade
[(Domaniale)]
[Domaniale]),
steenslag:
stęjnslāx (L374p Thorn
[(Maurits)]
[Maurits]),
steenval:
steenval (Q121p Kerkrade
[(Wilhelmina)]
, ... [Emma, Hendrik, Wilhelmina]
L422p Lanklaar
[(Eisden)]
[Wilhelmina]),
stęjnval (L417p As
[(Zwartberg / Waterschei)]
[Oranje-Nassau I, Oranje-Nassau II, Oranje-Nassau III, Oranje-Nassau IV]),
štēnval (Q035p Brunssum
[(Emma / Hendrik / Wilhelmina)]
[Maurits]),
štēva.l (Q121c Bleijerheide
[(Domaniale)]
, ... [Maurits]
Q121a Chevremont
[(Julia)]
, [Willem-Sophia]
Q121p Kerkrade
[(Domaniale)]
, [Julia]
Q121b Spekholzerheide
[(Willem-Sophia)]
[Domaniale]),
štēval (Q113p Heerlen
[(Emma / Oranje-Nassau I-IV)]
, ... [Oranje-Nassau II, Emma, Hendrik]
Q112a Heerlerheide
[(Oranje-Nassau I-IV)]
, [Emma, Oranje-Nassau I, Oranje-Nassau II, Oranje-Nassau III, Oranje-Nassau IV]
Q117p Nieuwenhagen
[(Oranje-Nassau II / Emma / Hendrik)]
[Domaniale]),
štęjnval (Q021p Geleen
[(Maurits)]
, ... [Oranje-Nassau I, Oranje-Nassau III, Oranje-Nassau IV]
Q111p Klimmen
[(Oranje-Nassau I / III / IV)]
, [Zwartberg, Waterschei]
Q016p Lutterade
[(Maurits)]
, [Maurits]
L433p Nieuwstadt
[(Maurits)]
, [Maurits]
Q015p Stein
[(Maurits)]
[Maurits]),
éboulement:
éboulement (Q007p Eisden
[(Eisden)]
[Eisden])
|
Af- of instorting van stenen. Bij de voorbereiding, bij het maken van vloergaten voor de galerijstijlen, bij het maken van een steengang, bij het nabreken van het dak, steeds moest men beducht zijn voor steenval. Door het bekloppen van het dak en de wanden van een gang kon men constateren waar de zwakke plekken zaten. Dan kon men maatregelen nemen. [N 95, 887]
II-5
|
27758 |
steenwerk |
steenafdeling:
štęjnafdęjleŋ (Q021p Geleen
[(Maurits)]
[Maurits]),
steenwerk:
stęjnwɛrk (L374p Thorn
[(Maurits)]
[Maurits]),
štē.wę.rǝk (Q202p Eys
[(Oranje-Nassau I / III / IV)]
[Maurits]),
štēnwɛrk (Q035p Brunssum
[(Emma / Hendrik / Wilhelmina)]
[Oranje-Nassau I, Oranje-Nassau II, Oranje-Nassau III, Oranje-Nassau IV]),
štēwęrk (Q113p Heerlen
[(Oranje-Nassau I-IV)]
, ... [Oranje-Nassau II, Emma, Hendrik]
Q117p Nieuwenhagen
[(Oranje-Nassau II / Emma / Hendrik)]
[Oranje-Nassau I, Oranje-Nassau III, Oranje-Nassau IV]),
štēwɛrk (Q121c Bleijerheide
[(Domaniale)]
, ... [Laura, Julia]
Q121a Chevremont
[(Julia)]
, [Willem-Sophia]
Q112a Heerlerheide
[(Oranje-Nassau I-IV)]
, [Domaniale, Wilhelmina]
Q121p Kerkrade
[(Domaniale / Wilhelmina)]
, [Julia]
Q121b Spekholzerheide
[(Willem-Sophia)]
[Domaniale]),
štēwɛrǝk (Q117a Waubach
[(Laura / Julia)]
[Emma]),
štēwɛ̄rk (Q113p Heerlen
[(Emma)]
[Oranje-Nassau I, Oranje-Nassau II, Oranje-Nassau III, Oranje-Nassau IV]),
štęjnwɛrk (L426p Buchten
[(Maurits)]
, ... [Maurits]
Q021p Geleen
[(Maurits)]
, [Maurits]
L433p Nieuwstadt
[(Maurits)]
, [Maurits]
Q015p Stein
[(Maurits)]
[Maurits]),
štęjwęrk (Q111p Klimmen
[(Oranje-Nassau I / III / IV)]
[Maurits]),
štęjwɛrk (L433p Nieuwstadt
[(Maurits)]
[Oranje-Nassau I, Oranje-Nassau III, Oranje-Nassau IV])
|
Alle werken die in het gesteente, dus buiten de steenkoollagen, worden aangelegd. Daartoe behoren onder meer het delven van schachten, het drijven van steengangen, het maken van tussenschachten, op- en neerbraken en diverse ondergrondse ruimten als pompenkamers (Handboek H pag. 99). [N 95, 792; monogr.]
II-5
|
26337 |
steenzolder van de watermolen |
bed:
bed (Q022p Munstergeleen),
eerste zolder:
jǫstǝ zǫldǝr (P195p Gutschoven, ...
Q078p Wellen),
ę̄rstǝ zǫlǝr (Q241p Rutten),
ɛrstǝ zǫlǝr (Q162p Tongeren),
ligbed:
lex˱bęt (P184p Groot-Gelmen),
maalzolder:
maalzolder (L328p Heel, ...
Q099q Rothem),
mālzø̜ldǝr (Q204a Mechelen, ...
Q020p Sittard),
mǫǝlzǫldǝr (Q077p Hoeselt),
mǭ.lzǫldǝr (Q162p Tongeren),
mǭ.lzǫlǝr (Q241p Rutten),
middenzolder:
medǝzǫldǝr (Q160a Haren),
molenbed:
mī.ǝlǝbęt (L415p Opoeteren),
molenzolder:
[molen]zǫldǝr (P187p Berlingen, ...
P195p Gutschoven,
Q113p Heerlen,
Q188p Kanne,
Q020p Sittard),
[molen]zǫlǝr (Q181p Sluizen),
molenzolder (P051p Lummen),
platform:
platfø̜rm (Q160p Bommershoven),
steenbed:
stęj.nbęt (L362p Opitter),
steenzolder:
steenzolder (L425p Grevenbicht / Papenhoven, ...
Q039p Hoensbroek,
P057p Kuringen,
L386p Vlodrop),
stejnzǫldǝr (Q095p Maastricht),
sti.nzǫldǝr (Q240p Lauw),
stęj.nzø̜ldǝr (L372p Maaseik),
stęj.nzǫldǝr (L372a Aldeneik),
stęj.nzǫlǝr (L417p As),
stęjnzø̜ldǝr (L432p Susteren),
stęjnzǫldǝr (P195p Gutschoven),
stę̄.nzǫldǝr (Q188p Kanne, ...
Q088p Lanaken),
stę̄.nzǫlǝr (Q180p Mal),
štejnzǫldǝr (Q095p Maastricht),
tussenzolder:
tø̜sǝzǫldǝr (Q164p Heks),
zolder:
zǫldǝr (P120p Alken, ...
Q159p Broekom,
P119p Sint-Lambrechts-Herk)
|
In het algemeen de eerste verdieping van de watermolen waar zich de stenen en andere toestellen voor de bewerking van het graan bevinden. Zie ook het lemma ɛsteenzolder van de windmolenɛ. Het woorddeel ømolenŋ- is fonetisch gedocumenteerd in het lemma ɛmolenɛ.' [Jan 253; Coe 230; Grof 258; N O, 27a; A 42A, 1]
II-3
|
26060 |
steenzolder van de windmolen |
eerste verdieping:
eerste verdieping (L432a Koningsbosch),
molenstenenzolder:
molenstenenzolder (L355p Peer),
steenzolder:
steenzolder (L250p Arcen, ...
L327p Beegden,
L300p Beesel,
L192p Bergen,
L353p Eksel,
L164p Gennep,
L214a Geysteren,
L326p Grathem,
Q193p Gronsveld,
L165p Heijen,
L291p Helden,
L292p Heythuysen,
L325p Horn,
L318a Keent,
L369p Kinrooi,
P046p Linkhout,
L267p Maasbree,
L319p Molenbeersel,
L288p Nederweert,
Q036p Nuth,
L163p Ottersum,
L381b Peij,
L313p Sint Huibrechts Lille,
L318p Stramproy,
L246a Swolgen,
L268p Velden,
L210p Venray,
L213p Well,
L375p Wessem),
stejǝnzoldǝr (L286p Hamont),
stenzǫldǝr (L216p Oirlo),
stijnzǫldǝr (L288b Laar),
stijnzǭldǝr (L246p Horst, ...
L245p Meterik),
stijǝnzǫldǝr (K353p Tessenderlo),
stinzǫlǝr (P051p Lummen),
stęjnzoldǝr (L265c Beringe),
stęjnzø̜̄ldǝr (L319p Molenbeersel),
stęjnzø̜ldǝr (L320a Ell, ...
L292a Maxet,
L288a Ospel,
L374p Thorn,
L289p Weert),
stęjnzǫldǝr (L316p Kaulille, ...
L321p Neeritter,
L318p Stramproy),
stęjnzǭldǝr (L318b Tungelroy),
stęnzøldǝr (L265p Meijel),
stęnzōldǝr (L209p Merselo),
stęǝnzǫldǝr (L211p Leunen),
štęjnzø̜ldǝr (L432p Susteren, ...
Q112p Voerendaal),
štęjnzǫldǝr (L330p Herten),
tweede zolder:
twedǝ zoldǝr (L265c Beringe),
zolder:
zø̄ldǝr (K357p Paal),
zǫlǝr (P051p Lummen)
|
De verdieping van de windmolen waar zich de molenstenen bevinden. Zie ook het lemma ɛsteenzolder van de watermolenɛ.' [N O, 27a; A 42A, 1; monogr.]
II-3
|
20170 |
steerven |
sterven:
sterreve (Q095p Maastricht)
|
de toestand die intreedt bij het eindigen van het leven [dood, overlijden, versterf, verscheiden, einde] [N 86 (1981)]
III-2-2
|
26022 |
stefelbalk |
streefbalk:
štrę̄f˱balǝk (L330p Herten),
tempelbalk:
tɛmpǝlbalǝk (L289p Weert)
|
De horizontale balk boven in het stormeinde die iets lager ligt dan de windpeluw. Zie ook afb. 14 en 18. [N O, 44c]
II-3
|
29963 |
steiger |
buizenstelling:
bø̄zǝnstęleŋ (Q013p Uikhoven),
bø̜̄zǝstɛleŋ (P176p Sint-Truiden),
bǫwzǝstɛleŋ (Q003p Genk),
ezel:
ęjzǝl (P176p Sint-Truiden),
gerust:
gǝrø̜s (Q113p Heerlen, ...
Q020p Sittard),
jǝrø̜s (Q121c Bleijerheide, ...
Q121a Chevremont,
Q121d Haanrade,
Q121e Kaalheide,
Q121p Kerkrade,
Q121b Spekholzerheide),
gesteiger:
gǝštēgǝr (Q202p Eys, ...
Q208p Vijlen),
gesteigers:
gǝštęjgǝrs (Q284p Eupen),
gevelstelling:
gēvǝlstɛliŋ (P176p Sint-Truiden),
ijzeren steiger:
ī.zǝrǝ štī.gǝr (Q117a Waubach),
ijzeren stelling:
īzǝrǝ štɛleŋ (Q020p Sittard),
stalen steiger:
stǭlǝ stęjgǝr (L163p Ottersum),
štǫalǝ štījǝr (Q121c Bleijerheide),
štǭlǝ štęjgǝr (L291p Helden, ...
L290p Panningen),
stalen stelling:
stǭlǝ stęleŋ (L321p Neeritter),
steiger:
stējgǝr (L217p Meerlo),
stē̜gǝr (Q187p Sint Pieter, ...
L210p Venray
[(+)]
),
stęgǝr (L244b Griendtsveen, ...
L216p Oirlo),
stęjgǝr (L191p Afferden, ...
L250p Arcen,
L295p Baarlo,
L269p Blerick,
L215p Blitterswijck,
L381p Echt,
L320a Ell,
L164p Gennep,
L425p Grevenbicht / Papenhoven,
L249p Grubbenvorst,
L328p Heel,
L165p Heijen,
L292p Heythuysen,
L246p Horst,
L320p Hunsel,
L289b Leuken,
L211p Leunen
[(+)]
,
L248p Lottum,
L377p Maasbracht,
L267p Maasbree,
L265p Meijel
[(+)]
,
L209p Merselo,
L245p Meterik,
L382p Montfort
[(+)]
,
L321p Neeritter,
L427p Obbicht,
L163p Ottersum,
L266p Sevenum,
L378p Stevensweert,
L246a Swolgen,
L374p Thorn,
L318b Tungelroy,
L268p Velden,
L271p Venlo,
L289p Weert,
L213p Well,
L215a Wellerlooi),
stɛ̄gǝr (L211p Leunen, ...
L316a Lozen),
štēgǝr (Q207p Epen, ...
Q203p Gulpen,
Q113p Heerlen
[(+)]
,
Q118p Schaesberg),
štęjgǝr (Q102p Amby, ...
L333p Asenray / Maalbroek,
L327p Beegden,
Q019p Beek
[(niet vaak gebruikt)]
,
L300p Beesel,
L297p Belfeld,
L434a Broeksittard,
L323p Buggenum,
L430p Einighausen,
L291p Helden
[(+)]
,
L330p Herten,
L325p Horn,
L298p Kessel,
Q196p Mheer,
Q095a Oud-Caberg,
L290p Panningen
[(+)]
,
L387p Posterholt,
L299p Reuver,
Q098p Schimmert,
L385p Sint Odilienberg,
L296p Steyl,
L432p Susteren
[(+)]
,
L331p Swalmen,
L270p Tegelen
[(+)]
),
štī.gǝr (Q117a Waubach),
štīgǝr (Q019p Beek
[(niet vaak gebruikt)]
, ...
Q207p Epen
[(+)]
,
Q202p Eys
[(+)]
,
Q113p Heerlen
[(+)]
,
Q039p Hoensbroek,
Q028p Jabeek,
Q204a Mechelen,
Q197p Noorbeek,
Q033p Oirsbeek,
Q032a Puth,
Q032p Schinnen,
Q116p Simpelveld,
Q197a Terlinden,
Q117a Waubach
[(+)]
),
štījǝr (Q121c Bleijerheide
[(+)]
, ...
Q121a Chevremont
[(+)]
,
Q121d Haanrade
[(+)]
,
Q121p Kerkrade
[(+)]
,
Q121b Spekholzerheide
[(+)]
,
Q222p Vaals),
štɛjgǝr (L290p Panningen),
steigerwerk:
štēgǝrwęrǝk (Q113p Heerlen),
stellage:
stellage (L377p Maasbracht),
stęlāš (Q095p Maastricht),
stelling:
ste ̞leŋ (L320a Ell),
ste.leŋ (L312p Neerpelt),
stelęŋ (Q162p Tongeren),
støleŋ (Q083p Bilzen, ...
L360p Bree),
stę ̞leŋ (L321p Neeritter),
stęleŋ (Q096a Borgharen, ...
L353p Eksel,
Q018p Geulle,
Q002p Hasselt,
P197p Heers,
Q009p Maasmechelen,
Q095p Maastricht,
L314p Overpelt,
K353p Tessenderlo,
Q013p Uikhoven,
L289p Weert),
stęliŋ (K318p Berverlo, ...
Q074p Kortessem,
L422p Lanklaar,
L316a Lozen,
Q012p Rekem,
P176p Sint-Truiden,
P196p Veulen),
stęlęŋ (L360p Bree, ...
L414p Houthalen),
stęlǝŋ (K358p Beringen, ...
K357p Paal),
stɛleŋ (K318p Berverlo, ...
Q003p Genk,
L320c Haler,
L414p Houthalen,
L316p Kaulille,
L379p Laak,
L364p Meeuwen,
L380p Ohé,
Q014p Urmond,
Q001p Zonhoven),
stɛ̄leŋ (K278p Lommel),
štęleŋ (Q019p Beek, ...
Q103p Berg / Terblijt,
Q035p Brunssum,
L426p Buchten,
Q027p Doenrade,
Q110p Heek,
Q105p Heer,
Q039p Hoensbroek,
Q100p Houthem,
Q111p Klimmen,
Q104a Limmel,
Q016p Lutterade,
Q099p Meerssen,
Q197p Noorbeek,
Q194p Rijckholt,
Q098p Schimmert,
Q030p Schinveld,
Q197a Terlinden,
Q101p Valkenburg),
štɛleŋ (Q198p Eijsden, ...
Q021p Geleen,
L429p Guttecoven,
L330p Herten,
Q117b Rimburg,
Q099q Rothem,
Q020p Sittard,
L432p Susteren,
Q097p Ulestraten,
Q101p Valkenburg)
|
De langs het bouwwerk opgetrokken stellage, bestaande uit houten of metalen palen en planken, waarop de metselaar staat tijdens zijn werkzaamheden. Een enkele houten steiger wordt opgebouwd uit verticaal geplaatste palen, de 'staanders', die enigszins hellend naar de muur in of op de grond geplaatst worden. Hieraan worden horizontaal met behulp van steigertouwen de 'aanbinders' gebonden. Op de aanbinders komen korte paaltjes te liggen, de 'kortelingen', die aan één eind op de aanbinder dragen en aan de andere kant in de daarvoor uitgespaarde steigergaten in de muur. Over de kortelingen worden de steigerplanken gelegd die de steigervloer vormen. Bij steigers waarvan de werkvloeren hoger dan 2,50 m boven de begane grond liggen, worden leuningen en kantplanken aangebracht. Vervolgens worden langs de buitenkant van de staanders langsschoren bevestigd. In het Standaardnederlands is het woord 'steiger' mannelijk, in een aantal plaatsen in met name Nederlands Limburg echter onzijdig. Wanneer door de invullers nadrukkelijk een onzijdig genus werd opgegeven, is achter de betreffende plaatscode een (+) opgenomen. [S 35; L B1, 172; N 32, 1a; N 32, 1c; monogr.; N 32, 2e]
II-9
|