26011 |
steenlijsten |
buitenste balken:
bȳtǝlstǝ bɛlǝk (L330p Herten),
steenbalken:
stęjnbalǝkǝ (L321p Neeritter, ...
L318p Stramproy),
steenlijsten:
stęjnlīstǝ (L289p Weert),
waterlijsten:
waterlijsten (P051p Lummen, ...
K357p Paal)
|
De twee horizontale balken ter hoogte van de steenzolder in het midden van de zijweg van de molenkast. Ze lopen evenwijdig met de daklijsten boven en de waterlijsten onder. De steenlijsten rusten in het midden op de uiteinden van de steenbalk. Zie ook afb. 14. [N O, 43d]
II-3
|
26551 |
steenmoer |
moeder:
mō.jǝr (Q088p Lanaken, ...
Q240p Lauw,
Q095p Maastricht,
Q180p Mal,
Q241p Rutten,
Q162p Tongeren),
mǫjǝr (P120p Alken, ...
P187p Berlingen,
Q083p Bilzen,
Q160p Bommershoven,
Q159p Broekom,
Q071p Diepenbeek,
P184p Groot-Gelmen,
P195p Gutschoven,
Q160a Haren,
Q164p Heks,
P188p Hoepertingen,
Q077p Hoeselt,
P055p Kermt,
P057p Kuringen,
P177a Ordingen,
P119p Sint-Lambrechts-Herk,
P176p Sint-Truiden,
Q078p Wellen),
moederschroef:
mu.jǝršrū.f (Q162p Tongeren),
moer:
mōr (L372p Maaseik),
mū.r (Q240p Lauw),
steenmoeder:
stę̄.nmō.jǝr (Q095p Maastricht),
zwong:
zwuŋ (P176p Sint-Truiden),
žwø̄.ŋk (Q088p Lanaken, ...
Q095p Maastricht)
|
De zware moer waarmee de steenschroef van de steenkraan op- en neergedraaid kan worden. Zie ook afb. 86. [Vds 203; Jan 181; Coe 164; Grof 197]
II-3
|
28130 |
steenneus |
naas:
n ̇ās (Q121b Spekholzerheide
[(Willem-Sophia)]
, ... [Domaniale]
Q117a Waubach
[(Laura / Julia)]
[Willem-Sophia]),
nās (Q121p Kerkrade
[(Domaniale)]
, ... [Laura, Julia]
Q117p Nieuwenhagen
[(Oranje-Nassau II / Emma / Hendrik)]
[Domaniale]),
steennaas:
stęjnnās (L374p Thorn
[(Maurits)]
[Maurits]),
šte.n ̇ās (Q202p Eys
[(Oranje-Nassau I / III / IV)]
[Oranje-Nassau II, Emma, Hendrik]),
štēnās (Q121c Bleijerheide
[(Domaniale)]
, ... [Oranje-Nassau I, Oranje-Nassau III, Oranje-Nassau IV]
Q121a Chevremont
[(Julia)]
, [Willem-Sophia]
Q113p Heerlen
[(Emma / Oranje-Nassau I-IV)]
, [Laura, Julia]
Q112a Heerlerheide
[(Oranje-Nassau I-IV)]
, [Emma, Oranje-Nassau I, Oranje-Nassau II, Oranje-Nassau III, Oranje-Nassau IV]
Q121p Kerkrade
[(Domaniale)]
, [Julia]
Q033p Oirsbeek
[(Maurits)]
, [Oranje-Nassau I, Oranje-Nassau II, Oranje-Nassau III, Oranje-Nassau IV]
Q121b Spekholzerheide
[(Willem-Sophia)]
, [Domaniale]
Q117a Waubach
[(Laura / Julia)]
[Domaniale]),
štęjnnās (L426p Buchten
[(Maurits)]
, ... [Maurits]
Q021p Geleen
[(Maurits)]
, [Oranje-Nassau I, Oranje-Nassau III, Oranje-Nassau IV]
Q111p Klimmen
[(Oranje-Nassau I / III / IV)]
, [Maurits]
L433p Nieuwstadt
[(Maurits)]
, [Maurits]
Q015p Stein
[(Maurits)]
[Maurits]),
steenneus:
steenneus (Q035p Brunssum
[(Emma / Hendrik / Wilhelmina)]
, ... [Wilhelmina]
Q121p Kerkrade
[(Wilhelmina)]
[Emma, Maurits]),
stennø̄s (L265p Meijel
[(Emma / Maurits)]
[Maurits]),
steenspits:
štēšpets (Q121c Bleijerheide
[(Domaniale)]
[Eisden])
|
Het overhangende dakgesteente aan begin of eind van een pijler of boven een steenkoollaag. Wanneer de brak zich boven een steenkoollaag bevindt, wordt hij uit veiligheidsoverwegingen aangebouwd. Daartoe wordt een ondersteuning geplaatst onder de neus van de brak en bovendien wordt de brak afgeschoord op de oude ondersteuning. Daardoor worden verschuivingen voorkomen (Handb. H. pag. 116). [N 95, 577; monogr.; N 95, 599]
II-5
|
26553 |
steenogen |
gater:
gø̜̄.tǝr (Q188p Kanne),
koten:
(enk)
ku.t (Q180p Mal, ...
Q184p Roclenge-Sur-Geer,
Q241p Rutten,
Q162p Tongeren),
loker:
lō.kǝr (Q188p Kanne, ...
Q088p Lanaken,
Q095p Maastricht),
ogen:
ugǝ (P051p Lummen, ...
P056p Stokrooie),
ǫwgǝ(n) (Q077a Alt-Hoeselt, ...
Q071p Diepenbeek,
Q074p Kortessem),
ǭ.gǝ (Q088p Lanaken, ...
Q240p Lauw,
Q095p Maastricht,
Q181p Sluizen),
(enk)
uǝx (P176p Sint-Truiden),
ōx (Q077p Hoeselt),
ő̜wx (P120p Alken, ...
P187p Berlingen,
Q160p Bommershoven,
Q159p Broekom,
P184p Groot-Gelmen,
Q164p Heks,
P188p Hoepertingen,
P177a Ordingen,
P119p Sint-Lambrechts-Herk,
Q078p Wellen),
openingen:
(enk)
ǭpǝneŋ (Q160a Haren),
ringen:
reŋ (L368p Neeroeteren
[(enkelvoud: rę!ŋk)]
)
|
De ringvormige ogen aan de onderzijde van de steenbeugels. Om de molensteen aan de steenkraan vast te maken, steekt men pinnen door deze ogen in de kraangaten van de stenen. [Vds 206; Jan 183; Coe 166; Grof 199]
II-3
|
26228 |
steenplaat |
stopsel:
stǫpsǝl (L289p Weert),
waterplaat:
wātǝrplāt (L292a Maxet, ...
L374p Thorn,
L289p Weert)
|
De loden of zinken plaat of de zachte, kwastvrije vurehouten plankjes waar de halssteen op rust. Zie ook afb. 17. [N O, 28e]
II-3
|
29945 |
steenplank |
bredje:
bretjǝ (L210p Venray),
brikkenplank:
brekǝplaŋk (Q019p Beek, ...
Q083p Bilzen,
Q018p Geulle,
L364p Meeuwen,
Q090p Mopertingen,
Q099q Rothem,
Q098p Schimmert),
brekǝplāŋk (Q198a Mesch
[(op één schouder gedragen)]
, ...
Q197p Noorbeek,
Q197a Terlinden),
brikǝplaŋk (Q100p Houthem, ...
Q101p Valkenburg),
brīkǝplaŋk (Q003p Genk),
brikkenplankje:
brekǝplɛŋkskǝ (Q019p Beek, ...
Q097p Ulestraten),
brikplank:
brekplaŋk (Q095a Oud-Caberg),
draagplank:
drāxplaŋk (L291p Helden, ...
L292p Heythuysen,
Q028p Jabeek,
L316a Lozen,
L364p Meeuwen,
L321p Neeritter,
L290p Panningen,
L271p Venlo,
L289p Weert),
drǭxplaŋk (Q083p Bilzen, ...
P176p Sint-Truiden),
draagplankje:
drāxplɛŋkskǝ (L360p Bree, ...
L290p Panningen),
haam:
hām (Q198a Mesch
[(rustend op beide schouders)]
),
kraag:
krāx (L432p Susteren, ...
L270p Tegelen),
opperplank:
ōkǝrplaŋk (Q020p Sittard),
plank:
plaŋk (P176p Sint-Truiden, ...
Q117a Waubach),
plāŋk (Q193p Gronsveld, ...
Q194p Rijckholt),
plankje:
plɛŋkskǝ (L267p Maasbree),
steenbred:
stęjnbrēt (L382p Montfort),
štēbrɛt (Q121c Bleijerheide, ...
Q202p Eys,
Q113p Heerlen,
Q039p Hoensbroek,
Q121p Kerkrade,
Q117a Waubach),
štęj.nbrē̜.t (Q020p Sittard),
štęjnbrē̜t (Q111p Klimmen),
steenplank:
stijǝmplaŋk (K353p Tessenderlo),
stęjnplaŋk (L320a Ell, ...
L289b Leuken,
L318b Tungelroy,
L289p Weert),
stīnplaŋk (L414p Houthalen),
stīǝnplaŋk (K318p Berverlo, ...
P176p SintplaŋkTruiden),
štēnplaŋk (Q039p Hoensbroek),
štęjnplaŋk (L291p Helden, ...
Q111p Klimmen,
L290p Panningen),
steenplankje:
stējǝnplɛŋskǝn (K278p Lommel),
stɛnplē̜ŋkskǝ (L265p Meijel),
štęjnplę ̞ŋkskǝ (L330p Herten),
štęjnplɛŋkskǝ (L270p Tegelen),
stenenplank:
stījǝnǝplaŋk (K353p Tessenderlo),
štęjplaŋk (Q111p Klimmen),
vogel:
vōgǝl (Q162p Tongeren)
|
Houten plankje van 50 tot 60 cm lengte, waarin een uitsparing voor de hals is aangebracht. De steenplank wordt door de handlanger gebruikt om stenen naar de metselaar te brengen. De plank rust daarbij op één of beide schouders. Er bestaan ook uitvoeringen die aan de onderzijde voorzien zijn van een kussentje en waarbij aan één uiteinde een rechtopstaand plankje met handvat is bevestigd. Zie ook afb. 6. Volgens de invuller uit L 321 moest de draagplank minstens 15 cm diep zijn omdat hij anders niet om de hals van de sjouwer paste. Met de rechterhand werd tijdens het dragen de ladder vastgehouden, met de linkerhand de binnenkant van de volgeladen steenplank. [N 31, 16a; monogr.]
II-9
|
29714 |
steenplankje |
droogplankje met klossen:
drø̄̄ǝxplę ̞ŋkskǝ met klǫsǝ (L322a Nunhem),
plank:
plaŋk (Q083p Bilzen),
plankje:
plankje (L163a Milsbeek),
plē̜ŋkskǝ (Q095p Maastricht),
plę ̞ŋkskǝ (L322a Nunhem, ...
L270p Tegelen,
L210p Venray),
plɛ̄ŋkskǝ (L290p Panningen),
rekkenplankje:
rekǝplę ̞ŋkskǝ (Q020p Sittard),
steenplankje:
štęjnplɛŋkskǝ (L381p Echt),
vormplankje:
vø̜rǝmplē̜ŋkskǝ (Q095p Maastricht),
zetplankje:
zętplɛŋkskǝ (L270p Tegelen)
|
Plankje waarop de vormelingen worden gelegd. In Q 83 werden de planken gestut met een stijpje (stęjpk\). [N 98, 87; monogr.]
II-8
|
27789 |
steenpost, steenfront |
post:
pos (Q015p Stein
[(Maurits)]
[Winterslag, Waterschei]),
steenfront:
steenfront (Q003p Genk
[(Winterslag / Waterschei)]
[Beringen, Zolder, Houthalen, Zwartberg, Winterslag, Waterschei, Eisden]),
stēnfront (Q000 Zie mijnen
[(Beringen / Zolder / Houthalen / Zwartberg / Winterslag / Waterschei / Eisden)]
[Zwartberg, Waterschei]),
stɛjnfront (L417p As
[(Zwartberg / Waterschei)]
[Eisden]),
steenpost:
stęjnpost (L374p Thorn
[(Maurits)]
[Maurits]),
stęnpōst (L265p Meijel
[(Emma / Maurits)]
[Maurits]),
štē.pǫ.s (Q202p Eys
[(Oranje-Nassau I / III / IV)]
[Maurits]),
štēnpost (Q035p Brunssum
[(Emma / Hendrik / Wilhelmina)]
[Oranje-Nassau I, Oranje-Nassau II, Oranje-Nassau III, Oranje-Nassau IV]),
štēpǫs (Q121c Bleijerheide
[(Domaniale)]
, ... [Oranje-Nassau I, Oranje-Nassau III, Oranje-Nassau IV]
Q121a Chevremont
[(Julia)]
, [Domaniale]
Q113p Heerlen
[(Oranje-Nassau I-IV)]
, [Laura, Julia]
Q112a Heerlerheide
[(Oranje-Nassau I-IV)]
, [Oranje-Nassau I, Oranje-Nassau II, Oranje-Nassau III, Oranje-Nassau IV]
Q121p Kerkrade
[(Domaniale / Wilhelmina)]
, [Julia]
Q117a Waubach
[(Laura / Julia)]
[Domaniale, Wilhelmina]),
štēpǫst (Q121b Spekholzerheide
[(Willem-Sophia)]
[Emma, Hendrik, Wilhelmina]),
štęjnpǫs (L426p Buchten
[(Maurits)]
, ... [Maurits]
Q021p Geleen
[(Maurits)]
, [Oranje-Nassau I, Oranje-Nassau III, Oranje-Nassau IV]
Q111p Klimmen
[(Oranje-Nassau I / III / IV)]
[Maurits]),
štęjpos (L433p Nieuwstadt
[(Maurits)]
[Willem-Sophia])
|
Werkpunt in de mijn in het steriele gesteente. De werkzaamheden daar werden volgens een informant uit Q 121 door de steenhouwer verricht. [N 95, 794; N 95, 793; N 95, 792; Vwo 734; monogr.; N 95, 398]
II-5
|
27649 |
steenpuist |
bloedzweer:
blotšwēr (Q121p Kerkrade
[(Domaniale)]
[Emma, Hendrik, Wilhelmina]),
blōtšwēr (Q035p Brunssum
[(Emma / Hendrik / Wilhelmina)]
, ... [Emma]
Q113p Heerlen
[(Emma)]
[Eisden]),
karbonkel:
kavoŋkǝl (Q121c Bleijerheide
[(Domaniale)]
, ... [Zwartberg]
Q121p Kerkrade
[(Domaniale)]
[Domaniale]),
kruipknie:
kr˙ūǝpknīj (Q117a Waubach
[(Laura / Julia)]
[Eisden]),
negenoger:
nēgǝnø̄gǝr (Q007p Eisden
[(Eisden)]
[Domaniale]),
putzweer:
pø̜tzwē.r (K361p Zolder
[(Zolder)]
[Zwartberg, Waterschei]),
pętzwę̄r (L417p As
[(Zwartberg / Waterschei)]
[Eisden]),
(mv)
pøtzwęjrǝ (Q007p Eisden
[(Eisden)]
[Domaniale]),
steenpuist:
stęjnpø̜js (L426p Buchten
[(Maurits)]
, ... [Maurits]
Q021p Geleen
[(Maurits)]
, [Maurits]
Q016p Lutterade
[(Maurits)]
[Maurits]),
stęjnpø̜jst (L374p Thorn
[(Maurits)]
[Maurits]),
štē.p˙ø̜js (Q202p Eys
[(Oranje-Nassau I / III / IV)]
[Oranje-Nassau I, Oranje-Nassau II, Oranje-Nassau III, Oranje-Nassau IV]),
štēnpø̜jst (Q035p Brunssum
[(Emma / Hendrik / Wilhelmina)]
[Emma]),
štēpȳs (Q113p Heerlen
[(Oranje-Nassau I-IV)]
[Winterslag, Waterschei]),
štēpø̜js (Q121a Chevremont
[(Julia)]
, ... [Oranje-Nassau I, Oranje-Nassau III, Oranje-Nassau IV]
Q113p Heerlen
[(Emma)]
, [Oranje-Nassau II, Emma, Hendrik]
Q117p Nieuwenhagen
[(Oranje-Nassau II / Emma / Hendrik)]
[Julia]),
štęjnpø̜jst (L433p Nieuwstadt
[(Maurits)]
[Emma, Hendrik, Wilhelmina]),
steenzweer:
steenzweer (L422p Lanklaar
[(Eisden)]
[Maurits]),
stīǝnzwę̄r (L286p Hamont
[(Eisden)]
[Laura, Julia]),
štęjnzwę̄r (L433p Nieuwstadt
[(Maurits)]
[Eisden]),
zweer:
zweer (Q003p Genk
[(Winterslag / Waterschei)]
[Zwartberg]),
zwęjr (Q001p Zonhoven
[(Zwartberg)]
[Laura, Julia]),
šwēǝr (Q121c Bleijerheide
[(Domaniale)]
, ... [Wilhelmina]
Q121p Kerkrade
[(Domaniale)]
[Domaniale]),
šw˙ēǝr (Q121p Kerkrade
[(Wilhelmina)]
[Zolder]),
žwēr (Q112a Heerlerheide
[(Oranje-Nassau I-IV)]
[Domaniale]),
žw˙ēǝr (Q117a Waubach
[(Laura / Julia)]
[Oranje-Nassau I, Oranje-Nassau II, Oranje-Nassau III, Oranje-Nassau IV])
|
Als gevolg van veel kruipen in lage pijlers konden steenpuisten ontstaan. [N 95, 958]
II-5
|
18111 |
steenpuist, bloedzweer |
bloedzweer:
(blut)zwe:jər (P186p Gelinden),
bloatzwéér (L378p Stevensweert),
blodsjweer (Q121p Kerkrade),
bloedzweer (L353p Eksel, ...
L366p Gruitrode,
P219p Jeuk,
P176p Sint-Truiden,
P176p Sint-Truiden),
bloedzwéér (L164p Gennep, ...
L265p Meijel),
bloedzwêr (Q077p Hoeselt, ...
L215a Wellerlooi),
blood-sjweer (Q201p Wijlre),
blood-zwàèr (L266p Sevenum),
bloodschweer (Q035p Brunssum),
bloodschwêr (L331p Swalmen),
bloodsjwaer (Q021p Geleen, ...
L322a Nunhem,
L299p Reuver),
bloodsjwair (L383p Melick),
bloodsjwear (Q016p Lutterade),
bloodsjweeër (Q112z Ten-Esschen/Weustenrade),
bloodsjweir (L386p Vlodrop),
bloodsjwèir (Q032p Schinnen),
bloodsjwér (L432p Susteren),
bloodsjwéér (L387p Posterholt),
bloodzjwaer (Q021p Geleen, ...
Q111p Klimmen,
L329p Roermond),
bloodzjwair (L332p Maasniel, ...
L329p Roermond),
bloodzjweer (Q112c Kunrade, ...
Q117a Waubach),
bloodzjwèer (Q203p Gulpen),
bloodzjwèr (Q193p Gronsveld),
bloodzjwèèr (L328p Heel),
bloodzjwéér (Q033p Oirsbeek, ...
Q098p Schimmert),
bloodzwaer (L269p Blerick, ...
L269b Boekend,
L381p Echt/Gebroek,
L425p Grevenbicht/Papenhoven,
L294p Neer,
L294p Neer,
L266p Sevenum,
L271p Venlo,
L271p Venlo,
L271p Venlo),
bloodzwair (L318b Tungelroy),
bloodzweer (L269p Blerick, ...
Q095p Maastricht,
Q095p Maastricht,
L382p Montfort,
Q015p Stein),
bloodzwjaer (L331p Swalmen),
bloodzwàèr (L374p Thorn),
bloodzwèr (L292p Heythuysen, ...
L298a Kesseleik,
L382p Montfort,
Q200p s-Gravenvoeren,
Q200p s-Gravenvoeren,
Q098p Schimmert),
bloodzwèèr (Q197p Noorbeek, ...
Q197a Terlinden),
bloodzwêêr (Q015p Stein),
blootschwèèr (Q208p Vijlen),
blootschzweir (Q102p Amby),
blootsjweer (Q027p Doenrade),
blootsjwéér (L300p Beesel, ...
Q033p Oirsbeek),
blootšwèr (Q035p Brunssum),
blootzjwéér (Q038p Amstenrade, ...
L329a Kapel-in-t-Zand),
blotsjwear (Q116p Simpelveld, ...
Q222p Vaals),
bloudzjwēēr (L433p Nieuwstadt),
bloódzjwèèr (Q196p Mheer),
blōēdzwaer (L216p Oirlo),
blōēdzwēēr (L210p Venray),
blōōdzjwéér (L329a Kapel-in-t-Zand),
blōōtsjwēēr (Q117p Nieuwenhagen),
blōōtsjwéér (L299p Reuver),
blōōtzwĕĕr (Q098p Schimmert),
blōtšweͅar (Q202p Eys),
blōtžwēͅr (Q203b Ingber),
blŏĕdzwêr (L213p Well),
blŏŏdzwär (L250p Arcen),
blutswe:jər (P186p Gelinden),
bló:tschwè:r (Q253p Montzen, ...
Q253p Montzen),
blótsjweer (Q113p Heerlen),
blôotzwéér (L331p Swalmen),
blôêdzwèèr (L245b Tienray),
[aantal:] één
blootzjwèr (Q253p Montzen),
Één.
blootzjwèr (Q253p Montzen),
brobbel:
broebel (Q207p Epen),
gezwel:
gəsjwéél (Q207p Epen),
karfunkel (du.):
karbonkel (Q113p Heerlen),
karfonkel (Q113p Heerlen),
puist:
poest (L271p Venlo),
poust (L289p Weert),
puis (Q095p Maastricht),
puistje:
puusje (L217p Meerlo),
puuske (L385p Sint-Odiliënberg),
puustjes (L325p Horn),
puistzweer:
poestzwèr (L217p Meerlo),
rijpe zweer:
rijpe zweër (Q074p Kortessem),
schinpuist:
skinpoës (L267p Maasbree),
sleutelwormpje:
sleutelwörmke (L300p Beesel),
steenpok:
stinpŏkke (L246a Swolgen),
steenpuist:
schteinpoest (L297p Belfeld),
sjteenpuust (Q034p Merkelbeek),
sjteinpuis (Q019p Beek, ...
Q103p Berg-en-Terblijt,
Q032a Puth),
sjteinpuust (L330p Herten (bij Roermond)),
sjtéjnpuis (L432p Susteren),
steejnpüst (L165p Heijen),
steepuist (Q202p Eys),
steinpoes (L269p Blerick),
steinpoêst (L318b Tungelroy),
steinpōēs (L271p Venlo),
steinpuis (Q014p Urmond),
steinpuist (L328p Heel, ...
L374p Thorn),
steinpuust (L292p Heythuysen, ...
L382p Montfort,
L289p Weert),
stenpoest (L210p Venray),
stieenpŏĕs (L248p Lottum),
stieënpoest (L210p Venray),
stijnpuust (L288p Nederweert),
stênpuis (Q187p Sint-Pieter),
steenpuistje:
sjteinpuuske (L296p Steyl),
steinpüsje (L216p Oirlo),
steenzweer:
schteinzwĕr (Q198p Eijsden),
schteischwêr (Q029p Bingelrade),
schteizwèèr (Q102p Amby),
schtēīnjwêr (Q105p Heer),
schtèinzwĕr (Q196p Mheer),
sjteesjwär (Q204a Mechelen),
sjteesjwèr (Q117b Rimburg),
sjteesjwêr (Q030p Schinveld, ...
Q116p Simpelveld),
sjteinsjwär (L426p Buchten),
sjteinzjwèr (Q101p Valkenburg),
sjteinzjwêr (L333p Asenray/Maalbroek, ...
L327p Beegden,
L323p Buggenum,
Q104a Limmel,
Q099p Meerssen),
sjteinzwêr (Q027p Doenrade, ...
L298p Kessel),
sjteisjwêr (Q020p Sittard),
sjteizjwêr (L429p Guttecoven, ...
Q032p Schinnen),
sjteizwaer (L330p Herten (bij Roermond)),
sjtienzjwêr (L291p Helden/Everlo),
steeschwär (Q118p Schaesberg),
steinzw... (L431p Dieteren),
steinzwaer (L434a Broeksittard, ...
L289p Weert),
steinzwair (L381p Echt/Gebroek, ...
L377p Maasbracht),
steinzweer (L379p Laak),
steinzwèr (L425p Grevenbicht/Papenhoven),
steinzwèèr (L318b Tungelroy),
steinzwéér (L318b Tungelroy),
steinzwêr (L295p Baarlo, ...
L320p Hunsel,
L267p Maasbree,
L321p Neeritter,
L427p Obbicht,
L378p Stevensweert,
L271p Venlo),
steinzwêêr (L374p Thorn),
steizjwêr (Q098p Schimmert),
steizwêêr (Q096a Borgharen),
stie"nzwêr (K318p Beverlo),
stiejənzwijr (P047p Loksbergen),
stjeizjwêr (L430p Einighausen),
šteešwèr (Q035p Brunssum),
steenzweertje:
sjteinsjwĕrke (Q021p Geleen),
sjteizjwêrke (Q022p Munstergeleen),
steizwärke (Q014p Urmond),
stīnzwiərkən (Q001p Zonhoven),
Plaatsnaam op de fiche: Kolveren.
stīnzwiərkən (Q001p Zonhoven),
zweer:
zjwe͂r (Q097p Ulestraten),
zjwêr (Q110p Heek, ...
Q111p Klimmen,
Q098p Schimmert),
zwe:jər (P186p Gelinden),
zweer (P174p Velm),
zwèèr (L265p Meijel),
zwéér (L267p Maasbree),
zwêr (L191p Afferden, ...
L215p Blitterswijck),
zweertje:
schwêrke (Q016p Lutterade),
sjwärke (L387p Posterholt)
|
Bloedzweer: pijnlijke, rode, meestal in de nek of oksel optredende huidontsteking (kwader, negenoog). [N 84 (1981)] || grote steenpuist || negenoog (bloedzweer, fr. juroncle) [ZND 05 (1924)], [ZND 05 (1924)] || Negenoog: kwaadaardige steenpuist omgeven door andere steenpuisten die ineen vloeien (negenoog, negenoger, kwader). [N 84 (1981)] || steenpuist [SGV (1914)]
III-1-2
|