e-WLD trefwoorden 

 
 
Filteren...

Overzicht

Gevonden: 140309
TrefwoordBegrip: dialectopgave (plaats)Toelichting
schodderen hotsen: vgl. WBD, 3.1 (blz. 388): schodderen, Aarschot en Kapellen.  schòdərə (Loksbergen), paaien: WLD; ?"schuren  šū.ərə (Eys) III-3-1, III-4-2
schoddervotje kind (algemene benaming): =schudkontje; het achterste van het kind "schòddert  schòddervötje (Castenray, ... ), =schudkontje; het achterste van het kind "schòddert"; cf. WNT s.v. "vot - votte, fot"2) achterste, kont, billen; cf WNT s.v. "schodderen"= schudden; (mar.: geen vorm van "schudderen"bekend)  schòddervötje (Merselo) III-2-2
schoe schoen:   sxu (Arcen, ... ), šu (Ell, ... ), schoen: algemeen:   schoe (Beesel, ... ), sjhoe (Neeroeteren), sjoe (Asenray/Maalbroek, ... ), sjoew (Nunhem, ... ), sjoo (Herten (bij Roermond)), šu (Beek (bij Bree), ... ), šuw (Ophoven), sub lèren tram; -> sjûw is een vero. vorm van sjoon!  sjûw (Bree), Vero.  sjōē (Roermond) II-3, III-1-3
schoebelen de was doen:   schroebele (Castenray, ... ) III-2-1
schoebie galgenaas: vgl. Venlo Wb. (pag. 234): schoeberd, haveloos persoon.  schoebie (Blerick) III-3-1
schoeborstel schoenborstel:   sjoebeustel (Thorn), schoenborstel  sjoe-bórstel (Horn), schoenen  sjoebeustel (Maasbracht) III-1-3
schoefel handvol hooi, pluk hooi:   sxufǝl (Middelaar), handzeef:   šofǝl (Houthem, ... ), šu.fǝl (Martenslinde), šufǝl (Gellik, ... ), šűfǝl (Vlijtingen), hoeveelheid hooi die men opsteekt:   sxufǝl (Arcen, ... ) I-3, I-4
schoefelijzer ovenkrabber:   šūvǝlīzǝr (Kerkrade) II-1
schoefstok bankschroef:   šr ̇ǫwfštǫk (Gronsveld), šrufštǫk (Rothem, ... ) II-12
schoeftie tranende ogen:   sjóéftie (Amby) III-1-1