e-WLD trefwoorden 

 
 
Filteren...

Overzicht

Gevonden: 140309
TrefwoordBegrip: dialectopgave (plaats)Toelichting
schoven afleggen van een dode:   sjouve (Echt/Gebroek), znd 32, 20; cf. WNT s.v. "schoof (I)"3. "op het (schoof) liggen"= boven de aarde staan, van een gestorvene  chauven (Maaseik), dorsbed, laag schoven op de dorsvloer:   sxyǝf (Jeuk), sxø̄f (Wellen), sxø̄i̯ (Ulbeek), sxōvǝn (Tessenderlo), šau̯v (Kanne, ... ), stro:   šø̜jf (Stramproy), (enk)  šōf (Jesseren) I-4, II-6, III-2-2
schoven maken afleggen:   sxuvǝ mākǝ (Lummen, ... ), šęi̯f mākǝ (Bree), grof dorsen:   šø̜i̯f mākǝ (Maaseik) I-4
schovenhoop oogststapel in de schuur:   šai̯fhōp (Vliermaal) I-6
schovenlegger voerman op de maaimachine:   sxyvǝslēǝgǝr (Kermt, ... ) I-4
schovenmaker voerman op de maaimachine:   schovenmaker (Grazen, ... ) I-4
schovenstro stro:   šø̜jfstrō (Stramproy) II-6
schra water vuil waterx:   sjrao watər (Epen) III-4-4
schraag boekweithok:   sxrāx (Lommel), ezel:   šrāx (Simpelveld, ... ), galgpalen:   šrãx (Tungelroy), giertonschraag:   šrāx (Simpelveld), šrǭx (Rijckholt), haverhok:   sxrāx (Lommel), hooiruiter:   šrāx (Sittard), houtrong:   schraag (Dilsen), kamersteiger:   šrāx (Klimmen), karsteun:   sxrāx (Weert), kastplank:   šrāx (Montfort), keukenrek:   sxrāx (Achel), knecht:   šrāx (Tegelen), magere koe:   sxrāx (Blerick, ... ), šrāx (Tegelen), naafbank:   šrāx (Klimmen  [(niet gebruikt)]  ), oud, versleten paard:   schraag (Hout-Blerick), ploegslede, egslede:   šrāx (Stein  [(voor de ploeg)]  ), scheef, niet recht:   šr‧ēͅx (Eys), šr‧eͅəx (Eys), schoor:   sxrāx (Lommel), šrāx (Valkenburg), schraag:   sxrāx (Afferden, ... ), sxrǭf (Leopoldsburg, ... ), sxrǭx (Griendtsveen, ... ), šr ̇āx (Roermond), šriǝx (Heythuysen), šrā.x (Herten), šrāx (Asenray / Maalbroek, ... ), šrǭx (Eigenbilzen, ... ), schraagsteiger:   šrāx (Klimmen), šrǭx (Oud-Caberg), schrappaardje:   schraag (Stokkem), slachtbrug:   sxrāx (Blerick, ... ), šrāx (Berg / Terblijt, ... ), šrǭx (Eijsden), slecht van bouw:   sxrāx (Nederweert, ... ), šrāx (Moresnet, ... ), slijpsteenbak, slijpstelling:   šrāx (Herten), smidshaak:   sxrāf (Loksbergen), šrāx (Simpelveld), šrōx (Eigenbilzen), stelling:   šrāx (Bleijerheide, ... ), werkbankonderstel:   šrāx (Bleijerheide, ... ), zaagbankje, zaagbok:   šrāx (Dilsen, ... ), zaagvaatje, zaagbankje:   šrāx (Tegelen), zeefraam:   šrāx (Roggel), zwak en tenger persoon (adj.):   sjraak (Lutterade) I-1, I-11, I-13, I-3, I-4, I-9, II-1, II-11, II-12, II-2, II-9, III-1-1, III-2-1, III-4-4
schraag inhouwen schuin spijkeren:   šrē̜x˱ enhǫwǝ (Bleijerheide) II-12
schraag weer koud, mistig en somber weer:   sjraag waer (Nunhem) III-4-4