e-WLD trefwoorden 

 
 
Filteren...

Overzicht

Gevonden: 140309
TrefwoordBegrip: dialectopgave (plaats)Toelichting
snuivenplag zakdoek:   snoeveplak (Sevenum) III-1-3
snuiver windzuiger:   snø̜i̯vǝr (Houthalen) I-9
snuiveren fruit eten:   sjnuivere (Nunhem), sjnuivere(n) (Guttecoven), sjnuivərrə (Grevenbicht/Papenhoven), snuivelen (Born), snuiveren (Grevenbicht/Papenhoven, ... ), snøͅi̯vərə (Meeswijk), snoepen:   snuivere (Stokkem) III-2-3
snukbeer haagappel: zie ook ZND24, 039c, apart ingevoerd  snokbeeren (Eksel) III-4-3
snul domme man:   snul (Hamont), dronken:   snul (Thorn), futloze jongen:   das nə snul (Alken), da’s ne snul (Heusden), da’s ənə snul (Eigenbilzen), dès eine snul (Bocholt), goedzak:   snul (Weert), ook materiaal znd 24, 22  snel (Neerglabbeek), snil (Neeroeteren), snîl (Opoeteren), kwezel:   wat ne snul (Oostham), onnozel persoon:   snīl (As), teleurgesteld (worden):   snul (Loksbergen) III-1-4, III-2-3, III-3-3
snup beetje, een weinig: (snupke-snuppe).  snup (Tungelroy), watersnip: capella gallinago  snøͅp (Zonhoven) III-4-1, III-4-4
snupje beetje, een weinig: (snupkes).  snupke (Tungelroy) III-4-4
snupper beetje, een weinig: (snupperke-snuppers).  snupper (Tungelroy) III-4-4
snupperpot doofpot:   snupperpot (Kerensheide) III-2-1
snuren snoepen: snuren  sny(3)̄ərən (Lommel) III-2-3