e-WLD trefwoorden 

 
 
Filteren...

Overzicht

Gevonden: 140309
TrefwoordBegrip: dialectopgave (plaats)Toelichting
aanplatten rondhout van een platte kant voorzien:   ānplatǝ (Lutterade  [(Maurits)]   [Emma]), āplatǝ (Bleijerheide  [(Domaniale)]  , ... [Emma, Hendrik, Wilhelmina]  [Laura, Julia]  [Domaniale]  [Domaniale]) II-5
aanplekken aanladen:   ǭǝnplɛkǝ (Hoeselt) II-3
aanplempen de grond vasttreden, aanstampen:   ānplɛmpǝ (Nunhem) I-2
aanplempplankje pletplank, treedplankjes, treedklompen:   ānplɛmpplɛŋ(k)skǝ (Nunhem) I-2
aanpletten rondhout van een platte kant voorzien:   ānplętǝ (Brunssum  [(Emma / Hendrik / Wilhelmina)]   [Oranje-Nassau I, Oranje-Nassau II, Oranje-Nassau III, Oranje-Nassau IV]), āplɛtǝ (Heerlen  [(Oranje-Nassau I-IV)]  , ... [Wilhelmina]  [Julia]) II-5
aanploegen aanaarden met de ploeg:   ānplugǝ (Sint-Truiden), ānplōgǝ (Gruitrode, ... ), ǭnplugǝn (Diepenbeek, ... ), de eerste voor ploegen:   ǭǝnplugǝ(n) (Overpelt) I-1, I-5
aanpongelen zich warm aankleden: vgl. WNT: pongel, 3. vod, lomp, en vervolgens iets dat geen waarde heeft.  aon poonjele (Maastricht), zich get aanpungele (Beek) III-1-3
aanponnien zich warm aankleden:   ánponnieje (Venray) III-1-3
aanporren ophitsen:   aanporrə (Montfort) III-1-4
aanpresenteren (<fr.) besteken:   aonprissənteerə (Maastricht), een cadeau geven:   aonprissənteerə (Maastricht) III-3-1, III-3-2