e-WLD trefwoorden 

 
 
Filteren...

Overzicht

Gevonden: 140309
TrefwoordBegrip: dialectopgave (plaats)Toelichting
nog goed voelen gevoelig (zijn):   ich veel nog goot in die hand (Gruitrode), ich vul nog goed mè mien haand (Achel) III-1-1
nog goed voor krebs oud, versleten paard:   nǫx gut fø̜r krɛbs (Berlingen) I-9
nog groen nog niet uitgerezen deeg:   nox grȳn (Meijel), onrijp, onvolgroeid:   nag greun (Montfort), nog greun (Swalmen) III-2-2, I-7
nog groen achter zijn oren puber:   nog grien achter zijn oeren (Peer) II-1
nog hard onrijp:   nog hèd (Beverlo) III-2-3
nog houwen stuiptrekken:   (men zegt) a hø̜jǝt nǫx (Nuth) II-1
nog in de boks doen niet zindelijk:   den dut ⁄t nog ien de bôks (Venray), duit noch in də bóks (Kapel-in-t-Zand) III-2-2
nog in de broek doen niet zindelijk:   nog èn de broek doen (Hoeselt) III-2-2
nog in de voren braakliggen:   nog in de voren (Meeswijk) I-8
nog kaal jong en kaal vogeltje adj.:   noch kaaol (Jeuk) III-4-1