e-WLD trefwoorden 

 
 
Filteren...

Overzicht

Gevonden: 140309
TrefwoordBegrip: dialectopgave (plaats)Toelichting
op de reen beginnen de eerste voor ploegen:   ǫp ˲dǝ ręǝn bǝgenǝ (Mechelen-Bovelingen), uiteenploegen:   ǫp ˲dǝ ręǝn bǝgenǝ (Mechelen-Bovelingen) I-1
op de reensteen varen de eerste voor ploegen:   op ˲dǝ rēnštēn vãrǝ (Margraten) I-1
op de rek de hort op?:   op de rek (Broekhuizenvorst) III-3-1
op de rekzetten knikkertermen:   op de rèk zètte (Grevenbicht/Papenhoven) III-3-2
op de rente leven rentenieren:   op d⁄n rink leve (Maastricht) III-3-1
op de retteketet de hort op?: WNT: retteketet, A.2b) Benaming voor een snapachtige vrouw.  op de retteketet (Venray) III-3-1
op de ribben krijgen een pak slaag krijgen:   doe kries-se op tien röbbe (Herten (bij Roermond), ... ) III-1-2
op de ring werken de eerste lagen leggen van een ring:   op da reŋk wē̜rǝkǝ (Griendtsveen, ... ), een ring maken:   op dǝ reŋk wē̜rǝkǝ (Sevenum) II-4
op de rits de hort op:   up tə rits (Kanne), de hort op?:   op de rits (Blerick) III-3-1
op de rits zijn de hort op?: vgl. Maastricht Wb. (pag. 352): rits, in de zegsw. op rits (of: op de rits, of: de rits op) zien, a) erop uit zijn voor zijn plezier; -b) op de lop zijn.  op de rits zien (Maastricht) III-3-1