e-WLD trefwoorden 

 
 
Filteren...

Overzicht

Gevonden: 140309
TrefwoordBegrip: dialectopgave (plaats)Toelichting
op het barsten staan trommelzucht:   (de koe) stet ǫp ǝt bǫrstǝn (Neerpelt) I-11
op het bloeddrupje komen op de borrel gaan:   ǫp ǝt blōtdrø̜pkǝ komǝ (Tegelen) II-1
op het boekje zetten bekeuren:   òp ’t beekske zette (As) III-3-1
op het dak blijven ergens buiten het hok blijven zitten:   blief oppe taak (Geleen) III-3-2
op het dak blijven zitten ergens buiten het hok blijven zitten:   op ’t taak zitte bleve (Kortessem) III-3-2
op het dak leggen pannen hangen:   op˱ ǝt ˲dāk lęgǝ (Meijel), ǫp˱ ǝt ˲dāk lęqǝ (Weert) II-9
op het dak rondhangen ergens buiten het hok blijven zitten:   op ’t daok of kongèl rondhangen (Jesseren) III-3-2
op het derde koordje met halve zeilen:   ǫp ˲ǝt dērdǝ kōrtšǝ (Kaulille) II-3
op het end aan gaan sterven:   ⁄t geit op ⁄t énj aan (Grevenbicht/Papenhoven) III-2-2
op het flaster de hort op?: vgl. Venlo Wb. (pag. 126): flaster, 1. plaveisel; -2. straat; -3. ik gaon de ~ op, ik ga aan de zwier.  op ut flaster zien (Venlo) III-3-1