e-WLD trefwoorden 

 
 
Filteren...

Overzicht

Gevonden: 140309
TrefwoordBegrip: dialectopgave (plaats)Toelichting
op grote mijten zetten op oppers zetten, opperen:   ǫp grōu̯tǝ [mijten] ˲zętǝ (Wellen) I-3
op grote oppers zetten op oppers zetten, opperen:   up [grote oppers] ˲zeʔǝn (Kwaadmechelen), ǫp [grote oppers] ˲zetǝ (Roermond), ǫp [grote oppers] ˲zętǝ (Kiewit, ... ) I-3
op guss (du.) de hort op?:   op goesj (Mechelen, ... ), vgl. Kerkrade Wb. (pag. 125):joesj, scheut [...] Dr pap is óp -, vader is aan de zwier.  op joesj (Kerkrade) III-3-1
op guss (du.) gaan schoepen:   op joesj joa (Kerkrade) III-3-2
op haar arm dragen een kind op de arm dragen:   op dr erm drage (Gulpen), ŏp dər èrrəm drāāgə (Nieuwenhagen) III-2-2
op haar klitsen zijn het vuur doven: (= is aan \'t uitgaan).  de kachel is op hèùr klitse (Wolder/Oud-Vroenhoven) III-2-1
op haar punt zitten in goede conditie (zijn): (rood bolletje dat op het borstbeen op- en afgaat).  ze zit óp (hit) hur punt (nestduif) wa.nt ze hee.t ne bluutkoo.gel (Zolder) III-3-2
op haar qui-vive oplettend:   op haer kieviev (Geleen) III-1-4
op hagen zetten hagen:   op hāgǝ zɛtsǝ (Kerkrade), op hǭgǝ zętǝ (Genoelselderen, ... ), vlas hagen:   ǫp hǭgǝ zɛtǝ (Beverst, ... ) I-5, II-8
op half met halve zeilen:   op half (Peer) II-3