e-WLD trefwoorden 

 
 
Filteren...

Overzicht

Gevonden: 140309
TrefwoordBegrip: dialectopgave (plaats)Toelichting
oppompen hozen:   op pòmpe (Thorn), klei delven:   ǫppompǝ (Echt  [(idem)]  ), uitslaan:   opp ̇ompǝ (Opitter), oppompen (Arcen), ǫppompǝ (Horn) II-2, II-8, III-3-1
opporren oppoken:   oppurǝ (Maasbracht) II-1
oppoten op ruiters zetten, ruiteren:   ǫputǝ (Maastricht) I-3
oppotten potten?:   oppotte (Blerick, ... ), oppotten (Eigenbilzen), òppòtte (As), sparen:   oppotte (Horst, ... ), ŏppöttə (Nieuwenhagen), (Blerick).  oppötte (Hoensbroek) III-3-1
oppotter potter?:   oppotter (Gulpen, ... ) III-3-1
opprikker steekopzetter:   opprekǝr (Posterholt) II-10
opproppen opproppen:   ǫpprǫpǝ ([Beringen, Zolder, Houthalen, Zwartberg, Winterslag, Waterschei, Eisden]) II-5
oppuffen opbakken:   oppø̜fǝn (Gronsveld) II-1
oprafelen uitrafelen:   oprɛfǝlǝ (Eupen) II-7
opragelen poken: \"het vuur oprochelen \  oprochelen (Sint-Martens-Voeren), \'t vuur get opraochele  oprao:chele (Roermond), ¯t Vuur opraochele De kachel opraochele  opraochele (Maastricht) III-2-1