e-WLD trefwoorden 

 
 
Filteren...

Overzicht

Gevonden: 140309
TrefwoordBegrip: dialectopgave (plaats)Toelichting
oprijg opnaaisel:   oprēx (Heerlen), oprīx (Ottersum) II-7
oprijt werktekening:   opres (Bleijerheide) II-12
oprijten eggen vóór het zaaien:   ǫprītǝ (Houthem, ... ), zich heel wat inbeelden; ingebeeld persoon:   òprîête (Swalmen), zich kwaad maken:   opriete (Tungelroy), òpriete (Swalmen) III-1-3, I-2, III-1-4
oprijten (ww.) aan flarden:   kleier oprēten (Gulpen)
oprijter opschepper: [pers.?, RK]  òprîêter (Swalmen) III-1-4
oprijver opruimer, ruimijzer, handspitsboor:   oprīvǝr (Spekholzerheide) II-11
oprijweg oprit:   opriewêg (Velden), toegangsweg naar het erf:   ǫprīwē̜x (Herten) I-8, III-3-1
opringelen oppoken:   oprøŋǝlǝ (Beek) II-1
oprispelen oprispen:   oprispele (Mheer) III-1-2
oprispen oprispen:   oprispe (Echt/Gebroek, ... ), oprispen (Oirlo, ... ), ŏŏprispe (Leunen), [sic]  oprispe (Blerick) III-1-2