e-WLD trefwoorden 

 
 
Filteren...

Overzicht

Gevonden: 140309
TrefwoordBegrip: dialectopgave (plaats)Toelichting
scharniersel voetgangershek:   scharniersel (Roermond) I-8
scharniertang tangscharnier:   šarnērtaŋ (Heerlen) II-11
scharol andijvie:   askrol (s-Herenelderen), scharròl (Hasselt), scharól (Hasselt), schrol (Hasselt), sjerol (Kortessem), sxaroͅl (Ordingen), sxrol (Duras), sxəroͅl* (Niel-bij-St.-Truiden), (z. ook ald.): van Wa. scarole, Fra. escarole  schró.l (Zonhoven), =krulandijvie  sjrol (Bilzen), fr. scarole  êsk(ë)ròl (Tongeren) I-7
scharpotje jongste kind:   scharpötje (Geleen), sjaarpotsje (Maastricht), cf. WLD III, .4.2. p. 29 uit het lemma kleinste dier uit het nest  ’t charpètje (Neeroeteren), trefwoord volgens respondent  schijrpətsje (Nieuwerkerken), kleinste dier van het nest: WLD  ’t sjaarpötje (Maastricht) III-2-2, III-4-2
scharputje knikkerkuiltje: Vgl. Maastricht Wb., pag. 365: scharren, c. Knikkerspel, waarbij een handvol knikkers in een kuiltje wordt geschoten; die er uit vliegen bij de schok zijn voor de schieter, die in het kuiltje blijven liggen voor de tegenpartij, of omgekeerd. Dit spel heet ook stoete.  scharputsje (Maastricht) III-3-2
scharrebier slechte drank:   sjarrebeier (Sittard) III-2-3
scharrebrik glijbaan:   sjebrik (Bilzen), ijsbaan:   sjerrebrik (Bilzen) III-3-2
scharrebrikken baantje glijden op het ijs:   sjerrebrikke (Bilzen), šerrebrikkən (Bilzen), #NAME?  sjerrebrikke (Bilzen), Sub sjêrrëvlïkkë: vgl. Bilzers: sjêrrëbrïkkë, sjëbrïkkë; Maastricht slëvrïkkë.  sjêrrëbrïkkë (Bilzen), sjëbrïkkë (Bilzen), glijden:   chaffelika (Koninksem), chervelike (Overrepen), savəlikə (Koninksem), schɛ:vrikən (Hoeselt), selbrikke (Sint-Pieter), sjerrebrikke (Bilzen), slebrikke (Sint-Pieter), sləbreͅkə (Maastricht), šavəlikka (Koninksem), šerrebrikkən (Bilzen), šerrəvrikken (Bilzen), šəvrikə (Martenslinde), #NAME?  sjerrebrikke (Bilzen), slabrikke (Caberg), - op `t ijs.  slavrikke (Eijsden), Met schaatsen: sriksu:n raje  səbrikken (Bilzen), struikelen: Glijden op een glijbaan.  selbrikke (Maastricht), slebrikke (Maastricht) III-1-2, III-3-2
scharreek naoogstrijf:   sxɛ̄rrē̜.k (Achel), šarrīǝ.k (Maaseik), šarē̜.k (Beek, ... ), šārrē̜.k (Genk, ... ), šɛrē̜k (Tungelroy) I-4
scharreekje hark, algemeen:   šarrē̜kskǝ (Bocholt) I-5