e-WLD trefwoorden 

 
 
Filteren...

Overzicht

Gevonden: 140309
TrefwoordBegrip: dialectopgave (plaats)Toelichting
schat aantikken bij het krijgertje spelen add.:   sjat (Zonhoven), belasting:   sjat (Waubach), sjàt (Susteren), Opm. is oude benaming.  sjat (Mheer), dochter:   schat (Venlo), jongen met wie een meisje verkering heeft:   sjàt (As), kind (troetelnaam):   schat (Itteren), sjat (Heythuysen, ... ), meisje met wie een jongen verkering heeft:   schat (Venlo), sjàt (As), tiend: Opm. (zie laatste pagina): zij, die aangeslagen waren in de belasting en "dr sjat"moesten betalen, hadden stemrecht. Er was een rijks- en een gemeentebelasting (aldus de zegsman).  d’r sjat (Klimmen), Opm. als vroeger iemand een stuk land pachtte, was daarbij vaak ingesloten, dat de pachter ook grondbelasting ("de sjat") van dat land betaalde.  de sjat (Oirsbeek) III-2-2, III-3-1, III-3-2
schateranneke kletswijf:   e sjāteranneke (Maastricht) III-3-1
schaterekster klapekster:   schaterekster (Swolgen) III-4-1
schateren kakelen:   schateren (Opoeteren, ... ), sxaǝtǝrǝn (Hamont), sxǭtǝrǝn (Hamont, ... ), šātǝrǝ (Bocholt, ... ), šātǝrǝn (Neeroeteren), kletsen [snateren]:   schatere (Heer), sjatere (Eys, ... ), sjātere (Berg-en-Terblijt), sjātere(n) (Obbicht), [verschrijving voor sjnatere ?]  sjatere (Klimmen), [waarschijnlijk verschrijving voor sjnatere ]  sjatere (Puth), klinken:   sjatərə (Wijnandsrade), schaterlachen:   schaetere (Eksel, ... ), schatere (Blerick, ... ), schateren (Hoensbroek), sjaaterde (Guttecoven), sjaatere (Brunssum), sjaatèùre (Posterholt), sjaatərə (Meeuwen), sjatere (Heerlen, ... ), sjātere (Bleijerheide), sjààtərə (Meeswijk), sjáátere (Amstenrade, ... ), sjäotere (Gronsveld), sjätere (Sint-Martens-Voeren), šātərə (Lanklaar, ... ), ps. niet omgespeld! Of toch omspellen volgens systeem R.N.D? (dus: [sx@t\\r\\]).  sxɛtərə (Helchteren), sjatere van de lach  sjatere (Roermond), Zo noemt men het ook wel.  schatere (Heerlen) I-12, III-1-1, III-1-4, III-3-1
schateren van het lachen schaterlachen:   sjaatert van ⁄t lache (Schaesberg), sjatere van het lache (Thorn), sjäöre vaan ⁄t laache (Eijsden) III-1-4
schaterlachen schaterlachen:   chaterlachen (Asenray/Maalbroek), schaterlachen (Gulpen) III-1-4
schatermuisje spitsmuis: [Sorex minutus]  sjêtërmêskë (Tongeren) III-4-2
schaterwijf kletswijf:   schaoterwief (Hees), sch op zijn Duitsch  schoatterwief (Hees) III-3-1
schatje kind (troetelnaam):   schatje (Beek, ... ), schatjə (Montfort), schatteke (Amby, ... ), sjateke (Thorn), sjatje (Nunhem, ... ), sjatjə (Kapel-in-t-Zand, ... ), sjatteke (Bree, ... ), sjattəkə (Maastricht, ... ), sjàtjə (Heerlen), sjàtteke (As), znd 11, B7  schatsjə (Hasselt), schatteke (Heusden), sjattəkə (Maastricht) III-2-2
schatrijk worden fortuin maken:   hēͅ wy(3)̄rt schatrijk (Beverlo) III-3-1