e-WLD trefwoorden 

 
 
Filteren...

Overzicht

Gevonden: 140309
TrefwoordBegrip: dialectopgave (plaats)Toelichting
taarlingen dobbelen:   tjälinge (Wellen) III-3-2
taarlingetje dobbelsteen:   tialingske (Kortessem) III-3-2
taart appeltaart:   tuərt (Borgloon), appeltaartje:   toert (Sint-Truiden), towt (Borgloon), s met lengteteken  tyrts (Zichen-Zussen-Bolder), boerenvlaai:   tōͅt (Val-Meer), boterham:   taort (Oost-Maarland), tārt (Eupen), -aa-: lang.  taat (Kerkrade), Syst. WBD Enkel in samenstellingen.  taat (Kerkrade), taeke: boterhammeke  tae (Genk), uit het waals (t‹t), het woord komt meestal voor in samenstellingen  tārt (s-Gravenvoeren, ... ), tāt (s-Gravenvoeren, ... ), verzamelfiche, ook mat. van ZND 3 vraag 9  taa (Jeuk), taa:rt (Mheer), taart (s-Gravenvoeren, ... ), taort (Sint-Martens-Voeren), taot (Mal), tārt (Eupen), tout (Zichen-Zussen-Bolder), boterham (kinderwoord): Syst. WBD  taat (Mechelen), verzamelfiche, ook mat. van ZND 3 vraag 9  taa (Borlo), tao (Mielen-boven-Aalst), ta͂:t (s-Herenelderen), tââ (Jeuk), vroegere benaming!  taat (Mechelen), taart:   taa-rt (Roermond), taa:rt (Puth), taart (Afferden, ... ), taat (Rimburg, ... ), tāārt (Horst, ... ), tārt (Rotem, ... ), toart (Heijen, ... ), toe-et (Vijlen), toe.rt (Margraten), toe:et (Eygelshoven), toert (Amby, ... ), toet (Heerlen, ... ), toeërt (Gulpen), toeët (Bleijerheide, ... ), toirt (Klimmen), toort (Heek, ... ), toért (Gronsveld), tōē.t (Waubach), tōērt (Heer), turt (Borgloon, ... ), tuərt (Borgloon), tūrt (Smeermaas), ’n toert (Bilzen), #NAME?  taart (Susteren), (plat als vla, maar ander deeg).  toert (Oost-Maarland), (taart is een betere soort vlaaj).  taart (Obbicht), Dim. taertje  taart (Sittard), E stökske toert Toerten en vlaoje op zèllevere plattoos  toert (Maastricht), Eigen phonetische  toert (Valkenburg), Eigen spellingssyst. Zie vragenlijst p.6  taart (Berg-aan-de-Maas), Eigen syst.  tōēët (Heerlen), Nao de flaaj krege-ver taart en der ware ouch nog taertjes (gebakjes)  taart (Roermond), Nieuwe [spelling]  taart (Reuver), nu gebruikt  taart (Echt/Gebroek), schj=ch van chocolade  toert (Heerlerheide), Syst. Eijkman  tārt (Gennep), Syst. Eykman  tārt (America), Syst. Frings  tārt (Hamont), tut (Sint-Truiden), tūət (Gingelom), tū̞ət (Gingelom), Syst. Frings tÅrt: wordt niet doorgesneden in de dikte, terwijl bovenop twee tot drie sorrten bedekkingen zijn aangebracht. Het deeg is doorgaans harder dan dat van de gateau.  tārt (Peer), Syst. Frings Vgl. vr. 96  tou̯ərt (Hasselt), Syst. Veldeke  taart (Roermond, ... ), Syst. WBD  taa.rt (Boukoul, ... ), taart (Baarlo, ... ), toort (Neerbeek), Syst. WBD Auw taart = oude dame.  taart (Geleen), Toeët wordt veel verward met vla. Toeët is gebakken van linzendeeg. Deze wordt verdeeld in ruiten. Kinderen zijn meestal gek op die puntjes, die bijna alleen uit korst bestaan.  toeët (Ubachsberg), Verklw. taertje  taart (Venlo), vlaai:   tōērt (Gelinden), met toelichting van de bereidingswijze  tŏĕrt (Tongeren, ... ), oorspronkelijk  taart (Echt/Gebroek), Syst. Frings  tūət (Gingelom), vlaai met deegdeksel:   taart (Beringen, ... ), taet (Gorsem), tart (Beringen), tāart (Houthalen), toauwert (Hasselt), toeert (Rijkel), toert (Diepenbeek, ... ), toet (Borlo, ... ), toeurt (Borgloon), toeët (Groot-Gelmen), toeət (Sint-Truiden), toērt (Sint-Lambrechts-Herk), toēt (Stokrooie), touert (Zepperen), touərt (Engelmanshoven), toèrt (Zepperen), tōērt (Wellen), tu.rt (Borgloon), tuet (Moresnet), turt (Borgloon, ... ), tuərt (Gutshoven), tūrt (Diepenbeek, ... ), tūt (Herk-de-Stad), tût (Hasselt), met deksel  toert (Heers), met puntjes op de swa  toeət (Stevoort), slecht leesbaar eerste "t  toet (Linkhout), Syst. Frings  tōrt (Hasselt), turt (Hasselt), tut (Halen, ... ), tūrt (Opheers), tūt (Niel-bij-St.-Truiden), tūət (Gingelom), tū̞ət (Gingelom), Syst. Frings Ook met latjes van deeg  toͅu̯ərt (Hasselt), taart met nog een deksel van deeg erop gelegd"; met toelichting van de bereidingswijze  toet (Loksbergen), Verklw. tôertjë  tôert (Hoeselt), vlaai met reepjes deeg:   taart (Grevenbicht/Papenhoven, ... ), tārt (Rotem), toe-èt (Kerkrade), toert (Grathem, ... ), toeët (Heerlen), toët (Nieuwenhagen), tōē.t (Waubach), tōērt (Oost-Maarland), tōēë.rt (Hasselt), Duits TORTE  toe-ët (Bleijerheide), Eigen phonetische  toert (Valkenburg), Eigen spellingssyst. Zie vragenlijst p.6 Taart: reepjesvla  taart (Berg-aan-de-Maas), schj=ch van chocolade  toert (Heerlerheide), Syst. Veldeke  to:e:t (Bocholtz), Syst. WBD  tōêt (Kerkrade), vlaai met reepjesdeeg:   toeët (Bleijerheide, ... ) III-2-3
taart met opzet communietaart: Syst. WBD  taart mit opzat(s) (Maasniel) III-2-3
taarte-pom appelflap:   tartepóng (Hasselt) III-2-3
taarten schaftboterhammen:   tātǝ (Kerkrade  [(Domaniale)]  , ... [Willem-Sophia]  [Oranje-Nassau I, Oranje-Nassau III, Oranje-Nassau IV]  [Domaniale]) II-5
taartenhortje koekenhort, vlaaienhort:   tārtǝnø̜̄rtjǝ (Maasmechelen) II-12
taartenpom appelflap:   tartepom (Maastricht, ... ), appeltaart:   taartepom (Guttecoven, ... ), taartepŏĕm (Oirsbeek), taartepóm (Munstergeleen, ... ), taotepoem (Bilzen), tarte pum (Neeroeteren), tartepom (Heugem, ... ), tartepòm (Sittard, ... ), tartəpom (Maaseik, ... ), toertepom (Gronsveld, ... ), tōērtepom (Oost-Maarland), tɛrtəpom (Opglabbeek), #NAME?  taartepòm (Susteren), (Appeltaart).  tartepùm (Heerlen), doffe -o-  tartepōm (Roosteren), Eigen phonetische  tartəpom (Valkenburg), Eigen syst.  taartepom (Heerlen), Fr. tarte de pomme ?n tartepumke: klein driekant gebakje van bladerdeeg gevuld met pruimenmoes  tartepóm (Sittard), Oud! De jeugd kent dit woord niet meer.  tartepom (Maasbracht), Riestevlaoj, tartepomme en Törkse mötse stónten op taofel  tartepom (Maastricht), Syst. Frings  tartəpom (Maaseik), tatəpum (Opheers), ta͂ətəpū̞əm (Gingelom), tɛtəpom (Kessenich), Syst. Frings mnl.  tɛrtəpom (Bree), Syst. Veldeke  tartepông (Kinrooi), Syst. WBD  taa:rtepóm (Maasniel), taartebom (Maasniel), taartepom (Melick, ... ), taartepòm (Venlo), taartepóm (Boukoul), tartepom (Urmond), Syst. WBD -oe- kort.  taartepoem (Roermond), Verklw. taartepumke  taartepóm (Venlo), appeltaartje:   taartepoem (Maaseik), taartəpou̯m (Geistingen), tartepoem (Maaseik), tartepom (Hasselt), tatte poem (Sint-Truiden), tattepoem (Mielen-boven-Aalst), tattepom (Sint-Truiden), in bijzonder een halve taart met appelschijven in het midden  tatepoem (Jeuk), oe kort uitspreken  tattəpoem (Engelmanshoven), Syst. Frings  tatəpūm (Gingelom), appelvlaai:   tôtëpoem (Tongeren), ooftvlaai:   tartepom (Smeermaas), vlaai met deegdeksel:   taarte pomme (Gruitrode), taarte poom (Rekem), taartepom (Opitter, ... ), taartepòm (Echt/Gebroek), taotəpom (Eigenbilzen), tartepom (Margraten, ... ), tattepoem (Voort), tautepoem (Rijkhoven), tertepomme (Bree, ... ), toatəpōͅm (Zichen-Zussen-Bolder), toertepomme (Oost-Maarland), tortəpom (Lanaken), toutepoem (Zichen-Zussen-Bolder), tōͅtəpum (Val-Meer), tâôtefoem (Grote-Spouwen), (alleen voor appelen).  tartəpom (Smeermaas), Eigen phonetische  tartəpom (Valkenburg), oa als fr. dans  toatepoem (Genoelselderen), Syst. Frings  tɛrtəpōm (Bocholt), Syst. Frings mnl.  tɛrtəpom (Bree), Syst. WBD  taartepôm (Neerbeek), tarte aux pommes  toatepom (Zichen-Zussen-Bolder), tatepom = appeltaart  tatəpoͅm (s-Gravenvoeren) III-2-3
taartenpom-vlaai appeltaart: Syst. Wbk. van Bree  tertepòmvlaai (Bree) III-2-3
taartenpommel appeltaart:   tārtəpu̞məl (Rotem) III-2-3